Met ingang van komend seizoen dienen voetbalclubs uit Europese competities zich te houden aan de Financial Fair Play-regels die de UEFA heeft opgesteld. In grote lijnen wil dit zeggen dat clubs zwarte cijfers moeten schrijven, op straffe van geldboetes en uitsluiting van Europees voetbal. Het verlies van bijna 23 miljoen euro dat Vitesse afgelopen seizoen leed moet dus snel worden weggewerkt. Of zijn de regels in de praktijk niet zo dreigend als wordt aangenomen?
Het UEFA-reglement inzake Financial Fair Play stelt als kernelement dat clubs minimaal break-even moeten draaien. Maar, lijd je als voetbalclub vijf miljoen euro verlies, dan is er niets aan de hand. Volgens artikel 61 van het reglement geldt deze aanvaardbare afwijking voor iedere club. Is het echter zo dat een suikeroom of rijke oliesjeik verbonden is aan een club en deze geldschieter vanuit zijn eigen vermogen garant kan staan, dan mag deze club de komende twee seizoenen maximaal 45 miljoen euro verlies draaien. Dat is nogal een verschil.
Vanaf seizoen 2015/2016 tot en met seizoen 2017/2018 wordt het maximale verlies naar 30 miljoen euro gereduceerd. Na medio 2018 is het nog niet duidelijk op welke hoogte het maximale verliesbedrag wordt gesteld.
Break-even is dus niet per se break-even. Goed nieuws voor bijvoorbeeld Vitesse. Afgelopen seizoen kwam de club uit Arnhem uit op een verlies van maar liefst 22,7 miljoen euro. De invoering van de Financial Fair Play-regels vormde aldus een dreigend scenario, zowel financieel als sportief. Maar, aangezien de steenrijke eigenaar Merab Jordania een dergelijk verlies kan dekken, is er de komende jaren niets aan de hand.
“Zo simpel is het echter niet”, reageert KNVB-jurist Mark Boetekees tegenover ThePostOnline. “Een voetbalclub mag gedurende drie seizoenen cumulatief 45 miljoen euro verlies maken, dus niet 45 miljoen euro per jaar.” Komend seizoen wordt slechts rekening gehouden met de rode cijfers van de afgelopen twee jaar, maar daarna worden de afgelopen drie seizoenen bij elkaar opgeteld. Boetekees vervolgt: “Een club kan overigens niet zomaar gered worden door een willekeurige geldschieter. De voorwaarden voor het aanzuiveren van het verlies zijn dat het uit eigen vermogen gecompenseerd wordt of dat de geldschieter als deelnemer verbonden is aan de club. Even een lening afsluiten bij een rijk persoon kan dus niet.”
De straffen die de UEFA op kan leggen zijn ook nog niet concreet bepaald. “De financiële controlecommissie heeft een palet aan sancties, maar welke straf op welke overschrijding van de break-even grens staat, zal door jurisprudentie nader ingevuld worden.” Voorbeelden van straffen zijn geldboetes, het korten op premies of uitsluiting van Europees voetbal.
Voor die straffen zal men bij Vitesse voorlopig niet vrezen. Neem het verlies van 15 miljoen euro in seizoen 2010-2011 en tel daar de 22,7 miljoen euro van vorig seizoen bij op, dan kom je op een verlies van 37,7 miljoen euro. Dat is keurig binnen de grenzen. Ook de voorspelling van eigenaar Jordania dat Vitesse pas in 2015-2016 zwarte cijfers zal noteren is niet bedreigend voor de sancties die Financial Fair Play met zich meedragen, zolang het verlies maar niet toeneemt.
“Inhoudelijk kan ik niet over situaties van individuele clubs spreken”, betoogt jurist Boetekees die niet dieper op de positie van Vitesse wilde ingaan. Logisch, maar met de feiten die op tafel liggen lijkt de financiële reorganisatie weinig praktische gevolgen voor Nederlandse clubs te hebben. De break-even grens kan altijd met vijf miljoen overschreden worden, en tot en met medio 2018 kan er bij clubs met een suikeroom rustig een negatieve uitschieter van 30 miljoen euro bijzitten. Hoe het daarna loopt is nog niet bekend, maar voorlopig is Financial Fair Play voornamelijk nog een coulant systeem.
