ThePostOnline

Piloot van goed en kwaad – Joost Conijn

09-03-2013 12:00

Ik hoorde voor het eerst over Joost Conijn in de boeken van A.L. Snijders. Conijn was een graag geziene gast op zijn boerderij. Snijders bewonderde hem omdat hij in een zelfgebouwd vliegtuigje naar Afrika was gevlogen. Over de vliegenier en zijn reis wilde ik graag meer weten.

Met veel vaart beschrijft Conijn zijn avontuur. Samen met Ward, die in het eerste gedeelte de copiloot is, vliegt hij richting het Zuiden in de kleine UK NUL 43, die hij in Tsjechië gebouwd heeft van plastic, hout en aluminium. De gemoedstoestand van Conijn hangt af van de motor. In het begin al bij de passage van de Pyreneeën en de oversteek van de Straat van Gibraltar, maar zeker later in Afrika voert angst de boventoon. Onbestendig weer en een gebrekkige communicatie met de grond vormen een bron van gevaar. Conijn kan niet langer dan vier uur vliegen want dan is de benzine op. Soms is er zelfs geen radio op de luchthaven aanwezig. Met autoriteiten is het altijd oppassen. Sommige zijn hem slecht gezind en sluiten hem op in de gevangenis omdat hij het luchtruim heeft geschonden. Dan zijn er de technische aspecten: de benzine moet bijvoorbeeld de tank in voordat er condens in optreedt. Het is ook belangrijk om op tijd te eten en te drinken. Als Conijn over de woestijn vliegt, moet hij denken aan Antoine de Saint-Exupéry die daar bijna de dood vond, maar later als hij over het oerwoud scheert met zijn boomtoppen ziet hij terug op de woestijn als een prachtige landingsbaan.

Als in een spannend jongensboek leef je met hem mee. Conijn schrijft to the point. Alles wat niet terzake is blijft buiten schot. Hij maakt een notitie over het verschil tussen vooruitkijken en terugkijken. Daartussen verdampt de angst. Als Ward het voor gezien houdt omdat hij weer aan het werk moet, is Conijn alleen in zijn cabine die hij als een toren wankel gestapelde blokken ervaart. De persoon Ward blijft onduidelijk. Hetzelfde geldt voor Henno die een aantal dagen met hem meereist. Hij doemt op als een wolk en verdwijnt na een aanval van malaria en een longontsteking in Ouagadougou terug naar huis. We horen ook niets meer over een man in Niger die in een andere stad benzine voor hem gaat halen. Conijn betaalt naast de benzine- en de taxikosten ook de verblijfskosten van de man. Tussen neus en lippen door horen we dat reizen de beste remedie is als men door zijn vriendin verlaten bent. Ook de knappe Vlaamse Alexandra die hulp verleent in de streek waar rebellenleider Kony actief is, komt er bekaaid vanaf.

Ward is taalgevoeliger zegt Joost, die een dagboek bijhoudt, maar ook na diens vertrek blijft Conijn oneliners pilootproduceren: Iedere landing is een eerste keer. Een twijfelende piloot is niet laf. Vliegen bestaat uit vliegen en niet-vliegen. De stijl is staccato maar dat kan ook niet anders in deze spannende situatie. Soms is het echter een beetje te gepolijst: ‘Omdat we elkaars taal niet spreken raken we niet uitgepraat.’

Helaas is de titel Piloot van goed en kwaad minder gelukkig gekozen. Het lijkt erop dat Conijn als een scherprechter in de lucht hangt, maar de term refereert aan een gesprek met Afrikanen waarin Conijn zegt dat goed en kwaad voor hem relatieve begrippen zijn. Het is een afspraak die in elke tijd weer anders is. Zo leer je ongetwijfeld denken als je nooit weet wat je te wachten staat, in de lucht of op de grond.

Piloot van goed en kwaad is verluchtigd met veel foto’s die Conijn onder andere vanuit de cockpit nam Daarnaast zijn er grafieken die hij bijhield en start- of landingspapieren die een piloot moet opvragen. Alles bij elkaar een onvergetelijk document over een adembenemende vliegtocht.

Website auteur: http://www.joostconijn.org

 

Uitgever: Bezige Bij
Pagina’s: 269
Prijs: 19,90
ISBN: 9789023474425
Jaar: 2012