Carolien Borgers in weekendinterview: ‘Iedere artiest heeft doodsangst’

10-03-2013 13:00

Zaterdagochtend 10.00 uur. Cabaretière en zangeres Carolien Borgers sprint op haar gympen over straat. Ze is geen hoge hakken type en draagt nooit juwelen. “Sterker nog, ik heb niet eens een tas. Ik ben niet zo ijdel, nee.” Ze is wel snel. Het Amsterdamse ontmoetingscafé Edel blijkt nog dicht, dus we stappen door de regen richting de Coffee Company. “Kom”, vuurt ze ons aan.

Waarom loop je zo hard?

“Ik hou niet van slenteren, ik loop altijd stevig door. Mensen willen nooit met mij wandelen, want ik kan gewoon niet langzamer. Maar ik loop nu toch nog best rustig?”

Dit slaat nergens op..

“Ach, dit tempo valt reuze mee. Je zou me eens in de Albert Heijn moeten zien, daar manoeuvreer ik me langs looplijnen door de mensen. Maar dat is ook een soort spel: roetsjend langs de schappen en binnen drie minuten met een volle boodschappentas buiten staan. Afgerekend, ja. Ik ben ook getraind in snel betalen.”

Pardon?           

“Ja, zodra de boodschappen worden gescand, leg je de bonuskaart klaar en steek je de pinpas in het apparaat. Kwestie van tas vullen met rechts en pincode intoetsen met links. Hup, pas eruit en weg met de boodschappen. Die nieuwe pinmethode vergt wel een betere timing, soms piept het apparaat ook. Dan kon het dus sneller.” Lacht: “Direct mijn dag verziekt.”

borgers10

Fanatiek rennen en vliegen: het was net niet genoeg om 17.000,- euro te winnen bij Wie Is De Mol?

“Ach, ik heb hoogstens vijf minuten gebaald dat ik niet had gewonnen, maar Wie is de Mol? ging mij niet om het geld. Mijn doel was het spel zo goed mogelijk spelen en de finale halen. En dat is gelukt. Het was een te gekke ervaring.”

Je mocht acht maanden aan niemand vertellen hoe je het daar hebt gehad, wist je omgeving echt van niets?

“De kandidaten mogen twee mensen in vertrouwen nemen. Ik heb het mijn vriend en mijn beste vriend Tim Kamps verteld, want hij deed vorig seizoen mee en begreep hoe ik me voelde. Niemand anders wist het, maar toen ik thuiskwam na de opnames zag iedereen hoe enthousiast ik was. Ze zeiden: ‘Iemand die na twee dagen uit het spel ligt is niet zo vrolijk als jij bent.’ Ik heb me vervolgens maar een stukje zakelijker opgesteld.”

Het grote publiek leert je steeds beter kennen. Hoe zou jij jezelf omschrijven als cabaretière?

“Ik vertel en zing over persoonlijke ervaringen. Natuurlijk vergroot ik die uit of gebruik ik een cynische ondertoon, maar ik wil oorspronkelijk blijven. Zuiver schrijven vanuit emotie of frustratie. Ik ga niet op een podium staan en denken: nu ga ik eens even grappig zijn. Het publiek in de zaal merkt het direct. Dat werkt niet.”

Loop jij ter inspiratie ook met een dagboekje op zak?

“Ja, alle krankzinnigheden die ik zie of meemaak schrijf ik op. Later probeer ik dat in een bepaalde vorm te gieten zodat het publiek er drie keer over na kan denken. De observerende rol is kenmerkend voor mij, zowel in mijn werk als in mijn privéleven.

Hoezo, in je privéleven?

“Nou, ik voetbal bijvoorbeeld op zondag. Meestal sta ik rechtsbuiten. Nou zijn er mensen die negentig minuten opgaan in hun spel, maar ik doe niet constant mee. Het grootste gedeelte bekijk ik het spelletje. Pas als ik de bal krijg, ben ik er onderdeel van en ga ik voetballen. Dat is ook zo met uitgaan. Ik ga zelden naar discotheken, want ik sta alleen te kijken naar hoe de rest opgaat in de muziek.”


borgers2

Zonder drank of drugs?

“Drugs in ieder geval niet. En ik ben slechts heel af en toe dronken. Eigenlijk ben ik best braaf.” Zucht: “Saai hè?”

Nou..wanneer was je voor het laatst straalbezopen?

“Anderhalve maand geleden. Er werd de hele tijd Jägermeister in m’n cola gegoten. Jägermeister is de hel onder de drankjes. Stond ik opeens drieënhalf uur fel te discussiëren met iemand die ik vaag kende en was ik plots mijn vrienden kwijt. Sindsdien heb ik niet meer gedronken.”

Ooit een liedje onder invloed van drank geschreven?

“Geen liedje. Wel lelijke zinnen.”

De lelijkste graag.

“Wacht even, hoor.” Denkt na: “..het is juist zo fijn, omdat het niet mag.” Vervolgt: “Ja, daar schrik je gewoon van de volgende dag! Dat is toch sentimentele en pathetische troep? Nee, ik schrijf liever als ik nog wel controle heb over beeldspraak of de vorm van een zin.”

Naar welke cabaretier kijk jij graag?

“Ik vind Ronald Goedemondt fantastisch. Hij is echt gemaakt om op een podium te staan. En Theo Maassen is ook heel goed.”

Theo Maassen is grover dan andere cabaretiers. Ook grover dan jij bent, toch?

“Ja, zeker wel, maar Theo is ook milder geworden. Hij is de diepte ingegaan en zijn felheid gebruikt hij voor maatschappijkritische thema’s. Hij is meer volwassen in zijn grappen geworden.”

Is cabaret over het algemeen milder geworden de laatste jaren?

“Ja, dat denk ik wel. De jaren negentig waren beduidend harder. Het zapcabaret, het snelle schakelen van onderwerpen, verdwijnt ook weer. Tegenwoordig is het meer verhalender. Dat past wel bij mij.”

borgers7

Ben je onzeker?

“Ja, natuurlijk! Dat is inherent aan het vak, iedere cabaretier die ik ken heeft dat.

Waarover ben je onzeker?

“Soms denk ik dat het allemaal fout kan gaan. Dat het allemaal mislukt of gaat stoppen. Volgens mij wordt iedere artiest wel geleid door een soort doodsangst.” Valt even stil. Zegt dan: “Ja, echt! Omdat ons werk zo in the public eye is, iedereen vindt er wat van. Dan kan het ook zomaar omslaan.” Lachend: “Fatalistisch hè?”

Ik hoor het je zeggen..

“Maar heb jij dat niet? Dat je je afvraagt of je het wel goed doet? Aan de andere kant, het is ook wel een soort mechanisme. Juist door onzekerheid word je goed. Maar je kan het ook teveel hebben. Of lijkt het nu opeens alsof ik hiermee zeg dat ik dus goed ben, nee toch?”

 Ja, we gaan dit eens flink uit de context halen.

Lacht hartelijk: “Carolien Borgers vindt zichzelf de coolste ever en haar carrière kan niet meer stuk.” Vervolgt: “Nee, hoor. Dat is dus niet het geval.”

Carolien, ik moet een heikel punt met je bespreken…

Valt in de rede: “Vrouwen en cabaret?”

Jeroen van Merwijk zei ooit: ‘Mannen zijn van kleins af aan bezig met humor, om indruk te maken op de vrouwen. Die biologische drang kennen vrouwen niet, dus zijn mannen op humoristisch vlak beter ontwikkeld.

“Helemaal mee eens.”

Eindelijk!

“Ja, dat meen ik. Ik zie om mij heen dat het zo is. Maar humor is ook een afweermechanisme hè? Volgens mij zijn de minst populaire meisjes op school wel de grappigste. En mannen worden aantrekkelijker als ze humor hebben, maar als knappe vrouw krijg je toch al veel aandacht. Waarom zou je dan ook nog grappig moeten zijn? Dat heeft niet zoveel zin.”

Dus mannen hebben meer humor dan vrouwen?

“Nee, het heeft met de noodzaak van ontwikkeling te maken.”

Mannen vinden het ook leuk om alleen al naar jou te kijken.

“Nou, ik was op school geen knap meisje. En nog steeds zie ik mezelf niet zo.” Denkt na: “Ik wil er trouwens nog wel aan toevoegen dat mannen ook onder elkaar altijd de snelste en de grappigste willen zijn. Dat is bij vrouwen echt minder. Vrouwen zijn saai.”

Jij zegt het…

“O man, vrouwen in gesprek zijn zo saai! En maar situaties analyseren..”

Zij analyseren, jij observeert. Wat is het verschil?

“Als jij met een probleem bij mij komt, maak ik een lijst met oplossingen. In korte zinnen probeer ik je situatie samen te vatten. Maar dan gaan we er niet eerst nog oeverloos over kletsen.”

borgers4

Een situatie samenvatten, dat doe je ook als columniste bij de NCRV en op 3FM.

“Ja, ik vat graag complexe maatschappelijke situaties samen en simplificeer deze. Bijvoorbeeld de voedselverspilling. Als er voor twaalf miljard mensen voedsel wordt geproduceerd, en we zijn slecht met zeven miljard, waarvan vervolgens een miljard honger heeft. Dan klopt er iets niet, toch?”

Klinkt logisch. Wil je in de toekomst meer met deze betrokkenheid doen?

“Ja, zeker wel. Maar ik moet wel eerst de juiste vorm vinden. Ik zou eerst heel graag een documentaire willen maken.”

Heb je al een onderwerp?

“Er zijn genoeg onderwerpen, maar de lat ligt wel erg hoog. En er gaat enorm veel research aan vooraf. Ken je de documentaire Below Sea Level? Die gaat over een woestijn nabij Californië, dat is echt een no man’s land. In die woestijn staan caravans en daarin woont het uitschot van Californië: de alcoholisten, drugsverslaafden, zwervers. Eens in de week krijgen ze flessen water, om te overleven. Dat is een gemeenschap geworden en de documentairemaker heeft daar drie jaar tussen gewoond.”

Drie jaar?

“Zou ik er echt voor over hebben. Meteen. Het is zo’n fascinerend onderwerp. In de documentaire zie je een gemeenschap opbloeien, relaties ontstaan. Of de gekke vader die z’n dochter probeert te bellen, maar zij neemt hem niet meer op.”

Een documentaire maken betekent goed observeren.

“Ja, daar valt de term weer.” Lacht: “Jij denkt inmiddels dat ik een freak ben, hè?”

borgers6

Ik dacht eigenlijk voor dit gesprek dat je meer een rebels vechtersbaasje was. Nu twijfel ik.

“Haha, ik ben helemaal niet rebels. Ik ben meer een people pleaser: ik kan slecht met confrontaties omgaan.”

Jij krijgt nooit ruzie?

“Nou, ik ben ooit wel eens door vijf meisjes in elkaar geslagen. Dat gebeurde toen ik zeventien was, in een park in Breda. Ze kwamen langs op een scooter, roggelden mij in m’n gezicht en ik had geen idee wat ik moest doen. Stond er maar wat bij te lachen. De vriendin met wie ik was reageerde wel: ‘Kutwijf’, riep ze. En toen kwamen ze terug om mij aan te pakken.”

Gewonnen of verloren?

“Overduidelijk verloren. Ik heb zelf niet geslagen. Ik zag wel dat ik een meisje aan haar oorbellen kon trekken, maar toen dacht ik direct: dan scheuren haar oorlellen uit. En als het niet heelt heeft ze daar de rest van haar leven last van. Of ik kon een ketting van iemands hals rukken, maar misschien was die ketting van haar oma geweest en belangrijk voor haar.. zo denk ik dan, dat is super dom, toch?!”

En toen had je nog geen vriend die je kon beschermen?

“Nee, dit gebeurde lang voordat ik mijn vriend ontmoette. We zijn nu vijf jaar samen.”

Huisje, boompje, beestje?

“Nee, dat wil ik nog niet, hoor. Het idee is dat ik heel lang bij hem wil blijven, maar als je je hele leven met iemand bent, waarom zou je dan nu meteen in één huis gaan zitten samen? Die logica snap ik niet zo goed. Op deze manier blijft het hartstikke leuk.”

Ze kijkt op haar horloge. “Ik moet zo weg, anders kom ik te laat op een afspraak.”

En je wilt natuurlijk wel op je gemak daarheen rennen.

“Haha, als het even kan!”

Carolien Borgers toert momenteel met haar derde theatershow Happy End door het land. Ze staat in april in een uitverkochte Kleine Komedie en droomt van nog veel meer dagen in dit theater in Amsterdam. Zie hier haar speellijst. Veel shows zijn al uitverkocht, dus als je deze muzikale cabaretière in actie wil zien, moet je snel zijn!

Fotografie: Frank Groeliken.