Met twee pistolen op zak verliet een woedende Hector Berlioz spoorslags Rome om zijn verloofde, haar minnaar en haar moeder in Parijs af te knallen. Na die gruweldaad zou de 27-jarige componist zelfmoord plegen door het gif in te nemen dat hij in een flesje bij zich droeg. Zó boos was Berlioz, toen hij vernam dat zijn aanstaande een verhouding met een ander had, terwijl hijzelf in het buitenland verbleef.
Het is maar goed dat zijn reis in Nice stokte en Berlioz daardoor de daad niet bij het woord kon voegen, anders had hij in 1833 nooit kunnen trouwen met Harriet Smithson; een Iers Shakespeareactrice en drankorgel in spe, die hij adoreerde. Ze greep naar de fles nadat ze een been brak, waardoor aan haar acteercarrière plotsklaps een einde kwam. Ze overleed in 1854, zich dood gezopen.
Berlioz verafgoodde de in Parijs populaire Smithson vanaf 1827, nadat hij haar Ophelia in Hamlet had zien vertolken. Hij schreef haar talloze liefdesbrieven, maar die bleven onbeantwoord. Voor Berlioz was het huwelijk met Smithson dan ook een natte droom die werkelijkheid werd, want hij zag in haar vooral een onbereikbare en onbenaderbare liefde. Die hij maar wat graag verklankte, dat wel.
Zijn rechtschapen gevoel van radeloosheid ten aanzien van Smithson verwerkte Berlioz in zijn Symphonie Fantastique; een symfonie uit 1830 die direct verwijst naar de wanhopige liefde die de componist voor de actrice koesterde. Verspreid over vijf delen, wat op zich al vrij vernieuwend was voor die tijd – al telt Symfonie nr.6 ‘Pastorale’ uit 1808 van Ludwig van Beethoven ook vijf delen -, laat Berlioz horen hoe uitzichtloos zijn bestaan is zonder Smithson aan zijn zijde.
Uit de Symphonie Fantastique blijkt vooral ook dat Berlioz schijt had aan zijn toehoorders: wie op zijn gemak onderuitgezakt labbekakkerig op een stoel wilde zitten had vette pech, want voor aanvang kreeg je een velletje met een programma in je handen gedrukt. Een programma; dus je moest nog opletten ook. Ieder deel vertelt namelijk een verhaaltje en al die vijf vertellinkjes bevatten ook nog eens een telkens terugkerend thema, dat Berlioz de ‘idée-fix’ noemde.
Het eerste deel gaat over een jonge toonkunstenaar die verlangt naar die Ene vrouw (Smithson dus), gevolgd door een deel waarin die jongeman tijdens een feestelijk bal maar blijft denken aan vrouwelijke heerlijkheid. Deel drie is een scène op het platteland, die de jongeling verdrietig maakt, omdat hij hoort hoe de ene herder de roep van de andere niet langer beantwoordt, alsof die gestorven is. In het vierde deel droomt de knaap dat hij naar het schavot strompelt, omdat hij, bedwelmd door drugs, de vrouw die hij aanbad vermoordde. In het laatste deel bungelt het jongmens aan de galg, een strop om de hals, hallucinerend dat hij een heksensabbat bijwoont en ook daar die Ene vrouw ziet, die hem sardonisch uitlacht.
Met zijn Symphonie Fantastique is Berlioz als het ware de grondlegger van de programmamuziek en behalve een hopeloze romanticus was hij ook een inventief componist. Heel wat nieuwe muziekinstrumenten zijn in zijn tijd uitgevonden en Berlioz was recalcitrant genoeg om die klankverwekkers een plekje in het symfonieorkest te gunnen. Denk aan de cornet: het kleine broertje van de trompet, maar ook aan de ophicleide: een soort van tuba, maar dan anders. Uit die in onbruik geraakte ophicleide ontwikkelde Alphonse Sax niet veel later de saxofoon. En alsof dat nog niet genoeg is smijt Berlioz vier harpen en evenzo veel fagotten in het orkest, twee paar pauken en een stel klokken, die op dat moment ook pas voor het eerst in het symfonieorkest klonken.
Het slotdeel, de nacht van een heksensabbat, moet op het toenmalige publiek een onuitwisbare indruk achtergelaten hebben. Bijvoorbeeld door doodsklokken te horen luiden (in het videofragment voortdurend vanaf 3:02 tot 4:52) terwijl het orkest het Dies Irae-motief speelt; een eeuwenoude melodie uit de dodenmis. Ook nooit eerder vertoond was dat twee musici met vier stokken op de grote trom roffelen, om nog meer gedonder te kunnen produceren (in het videofragment te zien op 5:14).
Met zijn Symphonie Fantastique heeft Hector Berlioz de samenstelling van het symfonieorkest blijvend veranderd en zijn visie op muziek was van grote invloed op grootmeesters als Richard Wagner, Richard Strauss en Gustav Mahler. Dat Berlioz zo vernieuwend was, zorgde er voor dat men, met name in Frankrijk, zijn muziek niet echt te pruimen vond. Buiten zijn thuisland was hij, bij leven, iets populairder. Met name in Duitsland.
Na de dood van Smithson trouwde Berlioz met het zangeresje Marie Recio, om daarna zijn jeugdliefde Estelle Duboeuf te huwen. Hijzelf overleed in 1869 en als laatste zou hij po zijn sterfbed gezegd hebben: “Ze gaan nu tenminste wel mijn muziek spelen.”
In Ken je klassiekers bespreekt Jochem Rietjens, muziekadept, wekelijks een markant werk uit de klassieke muziekgeschiedenis, waarbij hij probeert dit genre uit het elitaire slob te trekken.