Bangmakerij als reflex van het Europese establishment

13-03-2013 11:00

Burgers van EU-lidstaten blijft weinig bespaard. Aan bekende zorgen als oplopende werkloosheid, onzekere huizenmarkt, dalende koopkracht en problemen met de euro kunnen sinds deze week de angsten en nachtmerries van een gelouterd Europees politicus worden toegevoegd.

In het Duitse weekblad ‘Der Spiegel’ spreekt Luxemburgs premier en oud-voorzitter van de eurogroep Juncker over een hardnekkig en sinister verschijnsel uit Europa’s recente verleden: het bekrompen nationalisme, met als uiterste consequentie wederom oorlog in Europa . Zoals Juncker het formuleert: “die Dämonen sind nicht weg, sie schlafen nur”.

Schrikbeeld

Dreigen met het schrikbeeld van oorlog is niet nieuw. In Nederland schetste toenmalig minister van Justitie Donner dit zwarte scenario bij een nee-stem bij het referendum over de Europese Grondwet. Nu luidt dus Jean-Claude Juncker de noodklok.

Waar Piet Hein in 2005 alleen de oorlog in Joegoslavië erbij haalde om zijn bewering te onderstrepen pakt Juncker uit met zwaarder geschut. Naast het noemen van de ‘oorlogen in Bosnië en Kosovo’ als illustratie van de ‘Dämonen’ meent de eurocraat in de Europese verhoudingen van 2013 die van 1913 te herkennen: de wind van eng nationalisme waait weer over het oude continent.

Anti-Duitse gevoelens

De christendemocratisch politicus zegt geschrokken te zijn van de verkiezingscampagnes in Griekenland en Italië. Als gevolg van Duitse druk op Zuid-Europese landen te bezuinigen reageerden Griekse en Italiaanse politici en burgers met anti-Duitse gevoelens. “Daar kwamen ressentimenten naar boven waarvan men dacht dat zij definitief verleden tijd zouden zijn”.

Wat Juncker niet vermeldt is dat Griekenland en Italië met name door eigen falend beleid en zelfs door frauduleus handelen in de problemen zijn geraakt en nu vooral door Europese (lees Duitse) steun overeind worden gehouden. En dat als de gestelde eisen aan de verstrekte hulp (bezuinigingen, hervormingen) hen niet bevallen niets deze twee landen in de weg staat de eurozone te verlaten.

Problemen zelf gebaard

Juncker heeft ook geen besef van de verantwoordelijkheid die hij en de ministers van Financiën van de eurogroep dragen voor de door hem geschetste problemen. Het opleggen van strakke, uniforme maatregelen aan een groep landen zo divers in economische structuur en cultuur als de 17 eurodeelnemers werkt niet.

Integendeel, het drijft de eurozone uit elkaar, en leidt juist tot de vervreemding en ‘ressentimenten’ die hij zo schadelijk acht. Kortom, door star vast te houden aan één benadering als oplossing voor de problemen in de eurozone hebben Juncker c.s. de ‘Dämonen’ zelf gebaard.

Verschil

Dit inzicht is niet tot Juncker doorgedrongen.  De uitslag van de Italiaanse verkiezingen van afgelopen februari bekijkt hij niet als “vooral een protest tegen de euro” en het door de eurozone afgedwongen hervormingsbeleid.

Zijn vervreemding van veel EU-burgers wordt nog verder geïllustreerd als hij zegt “met een zekere weemoed” te zien “dat te veel mensen in Europa zich weer verliezen in een kleingeestige, nationale manier van denken”. Zoals velen spreekt Juncker over ‘Europa’ als hij de ‘Europese Unie’ bedoelt. Opzettelijk, of valt voor hem de EU dermate samen met Europa dat hij het verschil niet meer ziet?

Ivoren toren

Een ander voorbeeld van zijn ivoren toren mentaliteit blijkt uit een latere uitspraak in het interview: “Natuurlijk moeten politici zoveel mogelijk de wil van het volk respecteren, als ze maar trouw blijven aan de Europese verdragen”. Over rigiditeit, kokervisie en gehuwd zijn met de eigen ideeën gesproken.

Helaas voor Juncker denken ‘zijn onderdanen’ met hun euroscepsis anders dan hij vindt dat zij zouden moeten denken; net als in de vroegere DDR heeft de regering weer eens het vertrouwen in het volk verloren.

Grote Oorlog

Zijn er overeenkomsten tussen vandaag en 1913? Zeker, net als in het Europa van voor de Grote Oorlog is er ook nu sprake van wrijving tussen bevolkingsgroepen binnen landen (maar dan anders).

Er gaapt een kloof tussen autochtone burgers en veel migranten uit niet-westerse landen en hun nakomelingen. In diverse landen bestaan ook spanningen tussen de bevolking van gastland en arbeidsmigranten uit andere EU-landen. En vlak ook conflicten tussen verschillende groepen nieuwkomers niet uit.

Dwangbuis

Maar hier houdt de vergelijking op. Er is nu geen sprake van agressieve retoriek tussen regeringen en er worden er geen aanspraken gemaakt op andermans grondgebied. De huidige spanningen tussen landen worden op dit moment vooral veroorzaakt door de problemen met de euro en de gekozen aanpak voor herstel. Neem die dwangbuis weg en de steeds problematischer wordende belangentegenstellingen tussen Duitsland, Nederland, Finland en Oostenrijk aan de ene kant en Italië, Griekenland, Spanje, Portugal en ook Frankrijk aan de andere zullen afnemen.

Een andere reden vraagtekens te plaatsen bij Juncker’s beeldspraak is het verschil in de defensie-uitgaven toen en nu. Was er in 1913 al decennialang sprake van een wapenwedloop tussen de grote landen in Europa, vandaag de dag wordt er juist fors bespaard op defensie en is het uitkleden van de strijdkrachten in Europese landen eerder punt van zorg.

Eurocentrisch

In het interview getuigt Juncker toch van realisme als hij de zelfvoldane aanname van eeuwige vrede bij veel Europese mogendheden in 1913 vergelijkt met zo’n zelfde houding vandaag de dag. Maar de huidige situatie is anders dan hij denkt. Zoals gezegd is de kans op oorlog tussen Europese landen niet te vergelijken met de situatie van honderd jaar terug.

Het gevaar dat Europa wel verzeild raakt in een gewapend conflict, maar dan met mogendheden van buiten Europa, blijft bij Juncker merkwaardigerwijs buiten beschouwing. De kans op oorlogen over grondstoffen, water en voedsel of een gewapend conflict met Iran of opkomende grootmachten elders in de wereld lijkt eerder groter dan kleiner te worden, maar dat schijnt deze in zichzelf gekeerde, eurocentrische bestuurder te ontgaan.

Van Rompuy

Jean-Claude Juncker en zijn gedachtegoed moeten niet worden onderschat. Zij staan symbool voor de huidige generatie leiders van de EU, denk aan andere hoofdrolspelers als Barroso en vooral Van Rompuy. Toch is dat raar, eerstgenoemden zijn achter in de vijftig, Van Rompuy is 65 jaar. Je zou verwachten dat deze generatie politici minder beïnvloed zijn door de Tweede Wereldoorlog en zijn gevolgen dan voormalig EU-leiders als tachtigplussers Jacques Delors en Helmut Kohl.

Voor hen was de creatie van de euro niet alleen om financieel-economische redenen belangrijk, zij diende vooral het bevorderen van de vrede in Europa. Nobel, maar dit wensdenken heeft destijds niet gezorgd voor een stevig fundament voor de nieuwe munt. Met de nadelige gevolgen weten Delors en Kohl’s opvolgers, die de euro nog altijd meer in een politiek dan economisch licht bezien, zich nog steeds geen raad.

Flexibiliteit

Gezien de rigiditeit bij de huidige leiders in de EU en de lidstaten is het hopen op een nieuwe generatie politici met een reëlere blik en een meer open mind. En last but not least, leiders die niet met hun rug naar de burgers van de EU staan maar omgekeerd, en die de steeds luider wordende protesten serieus nemen.

‘Of de euro zal zijn zoals die nu is, of de euro zal niet zijn’, is een veel gehoorde kreet. Het is aan bijvoorbeeld Juncker’s opvolger Jeroen Dijsselbloem meer flexibiliteit aan de dag te leggen en te tonen dat de soep niet zo heet zal worden gegeten als ze in bovenstaande bewering wordt opgediend. Anders kan het inderdaad voor Nederland nog eens uitdraaien op een terugkeer naar de gulden.