Er zijn mensen die roepen dat je zelf verantwoordelijk bent voor wat je in je mond stopt. Je hoeft het allemaal niet te eten. Nee natuurlijk niet. Maar ik denk dan altijd wel, dat zijn die mensen die stikchagerijnig deze aarde bevolken. Van die zure hollanders, die afgewogen plakjes kaas op hun boterham smeren.
Ja je blijft er graatmager van maar eerlijk: graatmagere oude mensen bestaan uit één grote rimpel. Ik kan heel goed nee zeggen. In een winkel met taartjes, neem ik genoegen met twee smaken. In een winkel met jurkjes, beperk ik de schade tegenwoordig tot niet meer dan twee. Genieten zul je!
In een doorsnee Turks gezin is eten van levensbelang. Ik kwam daar een paar jaar geleden achter toen ik met de mooiste man van de wereld in Istanbul had afgesproken. Deze Turk had één missie: mij álles laten proeven wat Istanbul te bieden had. En dat ging iets verder dan een stukje cheesecake.
Om drie uur ’s nachts moest er in bistro XYZ en driedubbele hamburger gehaald worden. Om de volgende ochtend te ontbijten met baklava, vervolgens te brunchen aan de bospohorus, waarna nog achtendertig andere gangen volgden. Nee zeggen is onbeleefd. Meer dan onbeleefd. Meneer zelf was danser, dus die pompte elke dag heel veel kilo’s. Ach ja.