Tienduizenden hebben het met dit vaderlandse product gedaan. Of ze werden er achterin door elkaar gerammeld. We hebben het over de DAF YA328. De Dikke DAF. Een DAF die nog steeds geen modderfiguur zou slaan daar waar hij vroeger schitterde. In de bagger.
Rond 1950 waren de bergen GMC’s en een allegaar aan andere wielvoertuigen die na de Tweede Wereldoorlog de Nederlandse strijdkrachten mobiliseerden wel een beetje op. Zeker als ze ook op koloniale tour waren geweest. Om de Nederlandse industrie op poten te helpen werden de vervangende voertuigen grotendeels thuis besteld bij DAF. Geen slechte keuze. Een miskoop is het met de Dikke voor de 3-tons (off road) categorie vrachtwagens zeker niet geworden (naast de YA314/324, beide 4×4).
Het enige echte zwakke punt aan de leeg circa zes ton wegende YA328 drietonner was de motor. De 5560 cc Hercules JXLD zescilinder in lijn benzinemotor was nog een zijklepper. Daar kwam 131 pk uit bij 3200 tpm, met een koppel van 380 Nm bij 1400 tpm. De Hercules klonk machtig, maar was niet echt het laatste op motorengebied. Niet zuinig ook. In de praktijk dronk de DAF een op anderhalf. Met aan beide kanten een 105 liter tank, goed voor een rijbereik van ruim 300 kilometer op net asfalt. Op zulk asfalt deed een YA328 dan maximaal circa 80 km/u. De Dikke temmen was een uitdaging. Alleen de kunst van het dubbel clutchen met de non-synchro vijfbak maakte chauffeur zijn op een Dikke al een vak. Dubbel clutchen behelst het aanpassen van het motortoerental aan de nieuw te kiezen versnelling. Terugschakelen betekent koppelingspedaal in, pook uit de gebruikte versnelling halen, een perfecte dot gas geven bij een tussentijds losgelaten koppeling, nieuwe versnelling kiezen en koppelingspedaal weer op laten komen.
Dikke onderhuids (foto: wiki-Daf Trucks, upload van Macfip)
De paardenkrachten worden met steekassen aan de zijkant van het chassis in een H-opstelling doorgegeven aan de wielen. Hierdoor blijft de bodem ‘schoon’, met een behoorlijke bodemvrijheid. Hoewel de YA328 acht wielen heeft, worden er maar zes aangedreven. De overige twee zijn draaibare reservewielen die in zwaar terrein als steunwiel fungeren. De voorwielophanging werkt met achterwaarts gerichte dubbele draagarmen op torsieveren. De achterbrug scharniert en rust op bladveren. Rondom wordt met telescopische schokbrekers gedempt. Remmen doet de Dikke pneumatisch. Met de luchtpomp van het remsysteem kunnen ook de banden op spanning worden gebracht. Het stuurmechanisme is wel onbekrachtigd waardoor beladen sturen in terrein zwaar werk is (meer techspecs bij legervoertuigen.nl, hier uitgebreid in .pdf).
Dikke pret met zichzelf (screenshot youtube upload van Jan-Arie Bullée, waar meer)
Tussen 1953 en 1958 verlieten (na een voorserie ‘proto’ YA318s) 4510 YA328s de fabriek. 699 standaard versies en 1080 artillerietrekkers werden voorzien van een lier (trekkracht 4500 kilo). De lier was verbonden aan een loskoppelende trekhaak om aanhangers mee binnen te lieren of uit terrein te trekken. Achterin vond 3 ton vracht of 18 man een plek. Eventuele aanhangers konden nog eens 3 ton doen. Het waren niet zelden papieren tonnen. Sommige uitrusting was veel zwaarder, maar dit kon de DAF nauwelijks deren. De drietonner keek niet op een kilo meer. Als het nodig was kon de DAF overigens ook dun doen. De cabinedeurtjes gingen er makkelijk af en de voorruit kon naar beneden worden geklapt. Neem de dekzeilen af, doe wat camouflagenetten om, vlecht hier gesloopt bos in, en geen Dikke meer te zien. Tenzij er op de cabine een buisaffuit met .50 machinegeweer was gemonteerd.
VN Dikke (foto: wiki, upload van Anrie)
Jaar in jaar uit reden lichtingen dienstplichten er mee, of kregen een houten reet achterin. Vrij laat in hun carrière togen een aantal YA328s naar Libanon, waar de jaartjes toch wel wat gingen tellen. Om die laatste reden werd in 1976 de DAF YA4440 serie als opvolger besteld. Eigenlijk een ‘burgerbak’. Een 4×4 viertonner met een dieselmotor. De YA4440 houdt niet zo van bagger als de Dikke, maar drinkt wel een stuk minder. Ondanks de vervanging bleef de YA328 (en YA314 serie) nog jaren een oproepkracht die in grote aantallen voor mobilisabele eenheden in opslag aanwezig bleef. De aldaar verblijvende, inmiddels hoogbejaarde en eveneens onvolprezen GMC deuce-and-a-half trucks werden toen afgestoten. Een lot dat ook de YA328 in de negentiger jaren was beschoren vanwege het vredesdividend. Alleen enthousiastelingen zijn er nu nog dik mee. Sommigen vinden ze zelfs niet dik genoeg. Waar Martin&Niels Broers iets aan deden. Hun 8×8 YA328 Mk II is hier te vinden.
Naast bij legervoertuigen.nl is de Dikke eveneens prettig vertegenwoordigd bij wiki, waar het hele verhaal helder en beknopt uit de doeken wordt gedaan. Daarnaast is er gaf92.nl.