Een paar weken geleden zag ik Pierre Heijnen (Tweede Kamerlid namens de Partij van de Arbeid) in de Openbare Bibliotheek te Den Haag. Hij hield een pleidooi voor meer democratie in Nederland. Voor meer directe democratie. Zo was hij voorstander van een twitterachtige vorm van democratie. Een echte liefhebber van de medezeggenschap, zou je zeggen.
Zou je zeggen. Een tijdje voor het debat was het namelijk Pierre Heijnen die voorstelde om de stadsdeelraden (lokale gemeenteraden) te bevriezen. Behalve de stadsdeelraden in Amsterdam en Rotterdam komen er dus – als het aan Pierre Heijnen ligt – geen nieuwe deelraden meer bij. Dit in verband met de bezuinigingen.
Ik vond dit een vreemd voorstel, aangezien het belangrijk wordt geacht dat burgers zich vertegenwoordigd voelen door hun volksvertegenwoordigers. Waar kan dat nou beter dan in een buurt?
Een ander voorstel betrof de inkrimping van de gemeenteraden. De argumentatie luidt als volgt: gemeenteraadsleden kosten gemeentes geld en leveren onnodige rompslomp op, zowel in administratief als besluitvormend opzicht.
Ter informatie: de grootte van een gemeenteraad wordt bepaald aan de hand van het inwonersaantal van de bewuste plaats. De bewonersaantallen worden op schaal gezet, waardoor gemeenteraden niet extreem groot of extreem klein kunnen worden. Een stad zoals bijvoorbeeld Leiden kent daardoor slechts 39 gemeenteraadsleden. Op een populatie van bijna 120.000 is dat aan de bescheiden kant.
Daarnaast, zoals Denters, De Groot en Klok (2011) in hun bijdrage aan de bundel Democratie Doorgelicht laten zien, zijn gemeenteraadsleden nu al overbelast. Gemeenteraadsleden krijgen te veel werk op hun bord en hebben daarvoor te weinig tijd. Het aantal gemeenteraadsleden inkrimpen – zonder nieuwe stadsdeelraden toe te staan – zou funest zijn voor de daadkracht van de gemeenteraden.
Blijkbaar wil de liefhebber van de directe democratie de vertegenwoordigende democratie een zware slag toebrengen. De jeugdzorg, de sociale maatregelen en alle andere zaken die door de bezuinigingen op het bordje van de gemeente terechtkomen. Om deze uitdagingen te lijf te gaan hebben gemeenteraden vakmensen nodig, geen luid schreeuwende burgers.
Dat burgers mondiger zijn geworden door onder andere twitter en andere sociale media is mooi – politiek blijft echter toch een vak. Onze crisis is op dit moment een economische, als de bezuinigingen op de gemeenteraden doorgang vinden, wordt het ook een democratische. En dat is nog veel erger.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op het weblog van de auteur.