Buiten klonk de roep van een koekoek. Beatrix keek verrast op. Ze had hem – of haar – de afgelopen weken al vaker horen roepen. Zeker sinds de hovenier haar erop had gewezen. Maar de afgelopen dagen had ze hem niet meer gehoord. Misschien ook wel omdat ze hem alweer was vergeten. Maar nu zat hij wel heel dichtbij. Misschien wel in de haagbeuk naast het raam.
‘Hoor je dat?’ sprak ze tegen de hond onder tafel. ‘Daar is onze vriend weer.’
Haar hond antwoordde door met zijn staart op de grond te slaan.
Ze liep naar de tuindeuren en keek naar buiten. Ze kon die open gooien en naar buiten lopen. De bloesems en het jonge blad bekijken. Bij de vijver in het gras gaan zitten. En dan wachten tot de kikkers uit het water klommen en het op een kwaken zouden zetten. Hoe lang was dat geleden?
Daar was de koekoek weer. Wat verder weg nu. Misschien zat ie in een van de rode beuken, die in een groep op het uitgestrekte gazon stonden. Met bladeren die reikten tot aan de grond streelden hun takken het gras. Ze bleef staan luisteren, hoewel ze wist hoeveel werk er nog op haar bureau lag. Zo schoof ze het moment van in beweging komen steeds een koekoek voor zich uit.
In 50 Shades of Orange publiceert schrijver Mariëtta Nollen tot aan de kroning iedere dag een fragment uit haar roman Ik, Beatrix. Zo maar wat scènes uit het leven van onze koningin, die zo maar echt gebeurd kunnen zijn. Het ebook is hier te bestellen. Mariëtta publiceert ook op De Nieuwe Pers en twittert.