Mozambique. Nog zoiets. Daar had Beatrix zich opzettelijk niet mee bemoeid. Maar waarom wilde Alexander nu juist daar een huis bouwen? Omdat hij zoveel van Afrika hield, had hij gezegd. Net als papa. Onzin! Alsof Claus daar ooit iets voor zichzelf zou hebben laten bouwen. Een school, misschien. Of een ziekenhuis. Maar toch geen villa in een luxe-resort?
Wij bouwen ook scholen, beweerde Alexander. Gebiedsontwikkeling, noemde hij dat. Een keetje zonder sanitaire voorzieningen en daar een bordje ‘school’ op timmeren. Een doekje voor het bloeden – dat was het. En Beatrix was niet de enige die er zo over dacht. Balkenende was er ook al een paar keer over begonnen. Namens het kabinet en zijn christelijke achterban. En die waren nog mild. Zeker ten opzichte van iemand als Geert Wilders, die het koningshuis de oorlog had verklaard sinds ze in haar kersttoespraak voor meer verdraagzaamheid had gepleit. Het aantal volgelingen van de man met het gruwelijke haar en de schichtige ogen groeide angstaanjagend snel. Hij had al gedreigd haar uit de regering te zullen zetten – als een haas. En met Mozambique had die man weer een wapen in handen. Maar Alexander gaf geen krimp en zij zei zelf ook niets. Als ze nu zou zeggen, ‘zie je wel?’, dan kwam het nooit meer goed.
In 50 Shades of Orange publiceert schrijver Mariëtta Nollen tot aan de kroning iedere dag een fragment uit haar roman Ik, Beatrix. Zo maar wat scènes uit het leven van onze koningin, die zo maar echt gebeurd kunnen zijn. Het ebook is hier te bestellen. Mariëtta publiceert ook op De Nieuwe Pers en twittert.