Punk volgens het boekje

27-03-2013 18:30

Zoveel boeken over punks in de jaren 80, maar geen één die een goed beeld van hun dagelijks leven schetst. Dit was voor de Rotterdamse punk Leen Steen dé reden om er een boek van minstens veertien hoofdstukken over te gaan schrijven.

Want hoewel de vooroordelen doen vermoeden dat deze groep de hele dag niets anders om handen had dan kraken, rellen en drugs gebruiken, bewijst Leen met zijn boek het tegendeel. Punks hadden ook nog een normaal leven naast het hooghouden van deze twijfelachtige reputatie. Zo waren ze uren bezig met het perfectioneren van hun hanenkam en maakten zich druk over de stroomaansluiting in hun kraakpand. Dit soort zaken komen ruim aan bod in zijn boek.

fotoleentoen
Leen Steen als punker in de jaren 80, privé-archief

Levenstaak

Leen Steen is inmiddels anderhalf jaar bezig zijn belevenissen van begin jaren 80 te documenteren. Dit doet hij achter een verouderde computer in zijn woning in Rotterdam, terwijl er vanaf de posters aan de muur op hem neer wordt gekeken door oude punkhelden. “Ik had zoveel gesprekken met oude vrienden over dingen van vroeger. Zo van: ‘weet je nog toen, die ene keer?’ Meestal herinnerde ik me die gebeurtenissen nog heel goed. Beter dan de ander. Daarom denk ik dat het mijn levenstaak is om hier over te schrijven”, vertelt Leen. Het boek is autobiografisch. Het was in eerste instantie niet zijn bedoeling om pagina’s over zichzelf te schrijven, maar dit gebeurde uiteindelijk wel. “Alles wat in het boek wordt genoemd, heb ik zelf meegemaakt. Sommige dingen heb ik wel een beetje aangedikt. Zoals het stuk op mijn site waar Amsterdamse punks na een concert een kerk in de fik steken. De fik is niet echt gebeurd, maar het pissen over de bijbel wel”, lacht Leen.

Het boek speelt zich af in het Rotterdam van 1982 tot ’84. De intro beschrijft een bezoek dat hij bracht aan een concert van punkband Black Flag. Hij schrijft er onder andere dit over: “Het zaallicht ging uit en het publiek brulde als een getergde meute stieren. Eindelijk! Een hevige feedback van een gitaar scheurde door de zaal, gevolgd door de beginakkoorden van Damaged 2. Nu had ik alweer spijt dat ik niet beneden stond.” Alles in zijn boek beschrijft hij zo makkelijk mogelijk, zodat je niet per se een oude punk hoeft te zijn om het te begrijpen.

fotoleentoen1
Leen Steen in 1984, privé-archief

De Braadworst

Leen woonde in de tijd dat het boek speelt in verschillende kraakpanden. Na zijn eindexamen liet hij zijn ouderlijk huis voor wat het was en ging hij bij zijn vrienden in een pand genaamd ‘de Braadworst’ wonen. Hij was toen 17 jaar. “De Braadworst bestond uit zes kleine arbeiderswoningen in de wijk Oude Noorden. Dit deel van de stad zou gerenoveerd worden, dus er stond heel veel leeg”, zegt Leen. Het jaren dertig huis waar hij nu woont is nog geen drie kilometer verwijderd van de straat waar de Braadworst ooit stond. Een goed kraakpand uitzoeken was een heuse sport onder de punks in Rotterdam.

“We gingen langs het kantoor voor de stadsvernieuwing. Die hadden een plattegrond voor het raam hangen waar je precies kon zien welke blokken huizen leegstonden en binnen twee jaar zouden worden afgebroken. De gemeente vond het prima dat we die huizen vervolgens kraakte. Panden die gekraakt waren, werden beter verzorgd dan leegstaande.”

fotoleennu
Foto: Studio Tatiana Stoute

In tegenstelling tot de Amsterdamse punk-en kraakscene, was die in Rotterdam heel relaxed. “Rotterdam was in die tijd een echte linkse stad. Zo kregen wij van de gemeente een oud winkelpand waar ze zelfbedrukte t-shirts verkochten. Het hielp ook wel mee dat de zoon van de burgemeester zelf een punk was.” Vooral om dat laatste kan Leen erg lachen.

Hoewel het boek zeker veertien hoofdstukken zal tellen, is het nog lang niet af. “Ik moet ervoor waken dat het geen bijbel wordt. Soms moet ik mezelf gewoon afremmen”, zegt hij. Wanneer het boek klaar is, is moeilijk in te schatten. Maar zodra het zover is, hoopt Leen dat iedereen zijn boek leest. Toch, naast vijftig tinten grijs hoeft Leen niet te liggen, want: “Ik heb liever dat een paar honderd mensen mijn boek lezen en feedback geven, dan dat ik een anonieme bestsellerauteur wordt.” Hoewel gelezen worden het doel is van elke schrijver, maakt Leen dit boek ook vooral voor zichzelf. “Ik vind schrijven gewoon super tof.”