En weer mogen de Engelsen naar de stembus voor een tussentijdse verkiezing, nu een lid van het parlement is opgestapt. En niet zomaar een: David Miliband verlaat de Britse politiek om in New York aan de slag te gaan als hoofd van de International Rescue Committee. Daarmee komt een voorlopig einde aan de politieke carrière van de Britse equivalent van Al Gore, de politicus die bijna alles won, maar uiteindelijk alles verloor.
Ooit was David Miliband bijna premier. Zijn moment kwam in de zomer 2008. Gordon Brown was een jaar premier van het Verenigd Koninkrijk nadat hij, na tien jaar als nummer twee, van zijn rivaal Tony Blair eindelijk de touwtjes in handen had gekregen. Maar behalve de macht erfde Brown ook een economische crisis, een electoraat dat weinig vertrouwen meer had in zijn ‘Labour-partij’ en een partij die hem na een jaar als premier al zat was. Labour was in 2008 na 11 jaar Blair en Brown een partij die snakte naar vernieuwing, naar verjonging. Naar de frisse ideeën van de succesvolle Minister van Buitenlandse Zaken, David Miliband. Een aanhanger van Tony Blair – een zogenaamde ‘Blairite’ – bovendien, die het gedachtengoed van de zo gemiste Blair een nieuw gezicht kon geven. Daarmee moest hij de partij nieuwe electorale successen bezorgen.
Speculatie over een mogelijke paleisrevolutie nam hand over hand toe, zeker toen Miliband zelf met een geruchtmakend artikel in de Guardian olie op het vuur gooide. Eén woord mistte namelijk in het artikel waarin hij de toekomst van de partij schetste: de naam van de premier zelf. Maar Miliband durfde niet door te pakken. Het bleef bij woorden, een echte aanval op Brown bleef uit, mede dankzij grof verbaal geweld van Browns grote leger adviseurs die mogelijke rebellen op niet mis te verstane manier lieten weten dat voor hen geen plek meer zou zijn in de Labour partij. De Brownites wonnen van de Blairites. Voor nu.
Miliband en zijn Blairites wachtten af, tot de positie van Brown onhoudbaar was geworden na de dramatisch verlopen en verloren verkiezingen van 2010. Labour zocht een nieuwe leider en Miliband gooide zijn hoed nu wel in de ring. Hij was de gedoodverfde winnaar. Hij moest alleen even afrekenen met zijn linkse, lispende en lelijke broertje Ed. Die gold weliswaar als een van de slimste breinen binnen de partij en had het aardig gedaan als Minister voor Klimaatbeleid, maar hij miste de appeal van David, binnen en buiten de partij. Bovendien was hij als vertrouweling van Brown te zwaar geassocieerd met de crisisperiode.
David, daarentegen, was een frisse wind. Een knappe vent met een helder, gematigd verhaal. Daarmee kon Labour de wonden likken in de oppositie en in 2015, bij de volgende verkiezingen, weer de macht grijpen. David won vanzelfsprekend de meeste stemmen, maar toch verloor hij dankzij tweede voorkeuren met een miniem verschil van zijn broertje. Onderschatting van de omvang van Ed’s steun, maar vooral het gecompliceerde kiessysteem en de macht van de vakbonden, werden David fataal. Als financiers van Labour telt de stem van vakbonden zwaar en zij kozen massaal voor de linksere Ed, die daarmee tegen de wil van de partijleden en zijn collega’s in het Parlement – die wel voor David gingen – gekozen werd tot partijleider.
Ed begon dus als oppositieleider met een 2-0 achterstand, op zijn broer wel te verstaan, die zich schoorvoetend terugtrok in zijn kiesdistrict. David wist dat hij net als in 2008 weer net naast de macht had gegrepen, en dat hij net als in 2008 de knuppel in het hoenderhok kon gooien om alsnog de macht naar zich toe te trekken. Maar dat deed hij niet, hij hield zich rustig, uit liefde voor de partij en uit liefde voor zijn broer. Tegelijkertijd werd zijn situatie steeds moeilijker houdbaar. Ed kende een lastig begin en ieder dubbelzinnig woord dat uit de mond van David kwam, werd door de media geplaatst in de context van een ondermijning van Ed, als onderdeel van een ‘broederstrijd’ voor de macht binnen Labour. Daarom betekende Davids aanwezigheid op het toneel van de Britse politiek, ongewild een verzwakking van Ed en zat er voor David, telg in familie waar de Labour-partij met de paplepel wordt ingegoten, niets anders op dan te verdwijnen. In zijn afscheidsinterview noemde David de aanhoudende speculatie over een broederstrijd een “legitieme fascinatie” van de media. Een fascinatie die hem politiek de das om deed.
David vertrekt naar Amerika. Benieuwd of hij daar zijn politieke evenknie Al Gore tegenkomt. Ze hebben veel om over te praten. Over hoe ze dezelfde inschattingsfouten maakten, en daarom op identieke wijze allebei nét naast de macht grepen. Gore en Miliband zijn nu vluchtingen uit de keiharde Angelsaksische politiek, dat politici verdeelt in winnaars en verliezers. Voor de winnaars is de macht en roem groot. Voor de verliezers rest niets anders dan op zoek te gaan naar iets anders. Al Gore deed dat met zijn film over de opwarming van de aarde op magistrale wijze. Voor Milibands nieuwe werkgever, die zich ook inzet voor de bestrijding globale rampen, is het te hopen dan David, verlost van broertje Ed en die verdomde Labourpartij, wederom zijn Amerikaanse voorbeeld volgt.
Maurits Hekking is politiek adviseur van wethouder Alexandra van Huffelen in Rotterdam van beroep, en anglofiel van overtuiging.