Alle bessen kun je eten, alleen sommige maar één keer – Gemma Venhuizen

29-03-2013 13:25

De drieëntwintigjarige Jasmijn, studente op de kunstacademie, krijgt een fotoproject toegewezen gekregen van een docent die volgens haar te lui is om college te geven. Uit een van de vijf enveloppen mag zij kiezen. Het wordt: Spitsbergen, een eiland ver ten noorden van Noorwegen.

In het appartementengebouw waar ze een kamer heeft, ontmoet ze daar de geoloog Lars die onderzoek doet naar de verschillende soorten sneeuw op de vorming van lawines. Ongeveer op hetzelfde moment dat haar vriendje Michiel haar opbelt met het bericht dat hij iemand anders heeft leren kennen, wordt Jasmijn smoorverliefd op deze Lars. ‘Hij lachte. Zei iets tegen me. Het zag eruit als ‘I love you too’. ‘I love to shoot,’ herhaalde hij toen ik mijn oorbeschermers af had.

Het boek volgt de avonturen van Jasmijn, Lars en drie andere studenten, terwijl ze eten, spelletjes doen, de sneeuw en kou trotseren, gaan langlaufen en soms een ijsbeer tegenkomen.

Vaag omschreven reis

Er worden vooral veel studentachtige activiteiten ondernomen waarbij gesuggereerd wordt dat Jasmijn niet de enige is die verliefd is op deze jonge sneeuwonderzoeker. Daarbij lijkt het fotograferen een bijzaak. ‘Ik propte mijn slaapzak in mijn backpack, twee truien en een extra thermobroek. Voor mijn camera was geen plaats meer – ik hing hem om mijn hals, onder mijn donsjack. Ik zag eruit alsof mijn voorgevel zojuist was verbouwd door een derderangs plastisch chirurg.’

Naast de hoofdstukken over het Spitsbergenverhaal onderneemt Jasmijn in de andere hoofdstukken in haar eentje een reis naar Noorwegen. ‘Nog een keer hartverscheurend janken voordat ik het niets in wandel.’ De vaag omschreven reis wordt afgewisseld met flashbacks uit haar jeugd.

Voor pubers geschreven

Alle bessen kun je eten lijkt eerder voor pubers geschreven dan voor een volwassen publiek. Fotograferen doet Jasmijn nauwelijks, uit geen enkele scene blijkt dat ze een fotografe is of er een wil worden. Omdat Venhuizen van huis uit een geograaf en wetenschapsjournalist is, zou je een bijzondere kennis van sneeuw of een aparte beschrijving van de natuur verwachten, maar daarin weet ze de lezer niet te raken.

Als aan het einde van het boek duidelijk wordt dat haar allerbeste vriendin borstkanker heeft, lijkt Jasmijn ook daar niet van te schrikken. De puberachtige reactie (het boek staat er vol van) is ronduit vreemd te noemen. ‘Met T-shirt zie je er niets van,’ zei ik en meteen wist ik dat ik het verkeerde antwoord had gegeven – de blik op het gezicht van Puck confronterend als de rode vulpencijfers op mijn Latijnproefwerken. Gummen kon niet meer.’

Ongeloofwaardige roman

Venhuizens debuut is een ongeloofwaardige roman die vooral gaat over een puberachtige verliefdheid. De volwassen emoties van een adolescent worden niet belicht. Daarmee wordt het hoofdpersonage een onsympathieke vrouw. Hoe kan zij, ook in haar overrompelende verliefdheid, vergeten dat haar allerbeste vriendin een knobbeltje in haar borst heeft ontdekt en thuis wacht op de uitslag? Zelfs in een young adultnovel, waar dit boek eerder thuishoort, valt dit niet uit te leggen.

Citaten:

‘Zijn bruine stoppelbaard was bevroren en zelfs op zijn wimpers zat een dun laagje ijs, als witte mascara. Ik probeerde er niet aan te denken hoe ik er zelf uitzag, met druipneus en sneeuwbril. Waar hij zo goed had leren schieten, wilde ik vragen. Toen riep de instructeur. Dat de schietbaan niet bedoeld was voor theekransjes.’

‘De berghelling lijkt op de loopband van een sportschool. Hoe hard ik ook loop, ik kom geen meter verder.’

‘Als er nu een jager in een helikopter zou overvliegen, zette hij ogenblikkelijk de daling in – misleid door mijn tot verleidelijke proporties uitgerekte schijnlichaam.’

 

Titel: Alle bessen kun je eten, alleen sommige maar één keer

Auteur: Gemma Venhuizen

Uitgeverij: Nijgh & van Ditmar

Pagina’s: 255

ISBN: 978 90 38896335

Uitgave: eerste druk september 2012

Prijs: € 17.50

Website auteur: http://www.gemmavenhuizen.nl/