De groene agenda heeft het met het Rutte II niet getroffen. Het wordt pijnlijk duidelijk dat Rutte en Samsom meegaan in de mythe dat investeren in duurzaamheid alleen maar kan door geld uit te geven. Door ons belastingstelsel te vergroenen kan juist geld verdiend worden, terwijl tegelijkertijd duurzaam gedrag gestimuleerd wordt. Een aantal groene investeringen, afgesproken in het Lenteakkoord, werd in het regeerakkoord tussen Samsom en Rutte weer ingetrokken om te bezuinigen. Nu er opnieuw vier miljard bezuinigd moet worden zal dat niet veranderen. Waarom brengt het kabinet omwille van toekomstige generaties wel de staatskas op orde, maar niet het belastingstelsel?
Voorbeelden van groene maatregelen die geld opleveren zijn er volgens het Planbureau voor de Leefomgeving genoeg. Kansen liggen er allereerst in het bedrijfsleven, waar het Kabinet een aantal milieuschadelijke subsidies in stand houdt. Door bestelauto’s gunstiger te belasten dan personenauto’s worden vervoerskosten kunstmatig gedrukt, en door subsidies op de energiebelasting voor bedrijven is de prikkel om minder energie te gebruiken kleiner. Het afschaffen van deze subsidies en belastingvoordelen motiveert bedrijven om te kiezen voor de groene route; zonder dwang, maar met de duwtjes die bij een vrije markt horen.
Hetzelfde geldt voor consumenten. Het Planbureau geeft terecht aan dat de productie van vlees een relatief grote milieubelasting oplevert: volgens de Universiteit van Wageningen is voor 1 kg eetbaar rundvlees zelfs 25 kg voer nodig. Hoe is het dan te verantwoorden dat vlees in het lage btw-tarief valt? Het uit de wereld helpen van deze en andere milieuschadelijke en marktverstorende subsidies levert niet alleen geld op, maar maakt ook voelbaar aan consumenten en bedrijven wat het milieueffect is van hun bestedingsgedrag. Het gevolg, dat iedereen voor zijn eigen vervuiling betaalt, zou eigenlijk een vanzelfsprekendheid moeten zijn.
Het spreekt voor zich dat het onwenselijk is om bedrijven en consumenten in tijden van crisis teveel te belasten, maar dat neemt niet weg dat het principe dat de vervuiler betaalt een eerlijker principe is dan de kaasschaaf die lijkt te worden gehanteerd. Een deel van de opbrengsten van het vergroenen van het belastingstelsel voor ondernemers (ergens tussen de 600 miljoen en ruim 2 miljard) zou bijvoorbeeld kunnen worden gebruikt om te compenseren voor de lastenverhoging die alle ondernemers voor de kiezen hebben gekregen. Als de eigenaar van een bedrijf in de zware industrie betaalt voor de schade die hij veroorzaakt hoeft de bakker op de hoek dat niet meer te doen, en dat is wel zo eerlijk. Het gaat daarbij niet om kleingeld: alleen al de maatregelen die het Planbureau noemt kunnen tussen de 1,7 en 3,5 miljard opleveren.
Daarnaast is het moeilijk goed te praten dat een kabinet dat omwille van toekomstige generaties de staatskas op orde brengt, tegelijkertijd niet omwille van toekomstige generaties de economie vergroent. Door milieuschadelijke subsidies in stand te houden houdt het kabinet bedrijven en consumenten uit de wind van stijgende grondstofprijzen, terwijl die prikkels juist zouden moeten leiden tot de innovatieve, groene economie die we in de toekomst nodig hebben. De kosten van de inhaalslag die we later zullen moeten maken, liggen vele malen hoger dan de rentebetalingen waar Rutte zich om bekommert. Het uitstellen van de vergroening van het belastingstelsel kost op termijn alleen maar meer geld.
Eerlijk uit de crisis
Dat het kabinet zich ten doel heeft gesteld om de overheidsfinanciën in Nederland op orde te krijgen is een goede zaak, maar zonder vergroening van het belastingstelsel is hun werk halfslachtig. Als het kabinet zich echt om toekomstige generaties bekommert, is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de vervuiler betaalt, of op zijn minst niet langer gesubsidieerd wordt. Dat is eerlijk, zowel voor ons nageslacht als voor het bestrijden van de crisis.
Wieke Timmermans en Wiebe Janssen zijn voorzitter en woordvoerder economie van de Jonge Democraten.