Er waren mensen die vonden dat Beatrix te veel macht had. Ze zou bijvoorbeeld invloed uitoefenen op benoemingen. Onzin. De vier minister-presidenten die ze tot dusverre had gekend, lieten zich erop voorstaan dat ze eens per week met haar spraken. Dat privilege gebruikten ze dan om zichzelf af te schermen en hun macht in de ministerraad te vergroten. En als op die manier bepaalde benoemingen werden bekrachtigd, wezen ze naar haar. De kille vorstin die achter de schermen aan de touwtjes trok.
Het wheelen en dealen van anderen mogelijk maken: dát was haar macht.
Ze werd nauwlettend in de gaten gehouden. Haar vader had met zijn opportunisme en hebzucht veel kapot gemaakt. Toch had ze ook van hem geleerd. Welke strategie ze het beste kon volgen. Hoe ze haar principe zou kunnen uitruilen om er een privilege voor terug te krijgen. Een gewiekstheid die ook binnen het betamelijke van pas kwam.
Beatrix was bewust zakelijker, afstandelijker en minder emotioneel dan haar moeder. Maar was het ook beter? Haar moeder was als jonge koningin op de kansel van het Amerikaanse congres geklommen en had daar een gloedvol betoog gehouden voor wereldvrede. Dom, had haar vader gezegd. Naïef en onverantwoordelijk. Beatrix had daar als meisje precies zo over gedacht. Pas nu besefte ze dat haar moeder haar nek uit gestoken voor een principiële zaak. Daar was moed voor nodig – moed waar het Beatrix zelf aan ontbrak.
In 50 Shades of Orange publiceert schrijver Mariëtta Nollen tot aan de kroning iedere dag een fragment uit haar roman Ik, Beatrix. Zo maar wat scènes uit het leven van onze koningin, die zo maar echt gebeurd kunnen zijn. Het ebook is hier te bestellen. Mariëtta publiceert ook op De Nieuwe Pers en twittert.