Oud-voetballers Jan Jongbloed, Bennie Muller en Piet Schrijvers zijn verdeeld over de vraag of het Nederlandse profvoetbal terug moet naar een systeem met semi-profs voor de Jupiler League. De spelers verkochten tijdens hun cariere respectievelijk vishengels en sigaren. Piet Schrijvers stortte beton na de training.
De KNVB legt de clubs in de Jupiler League de verplichting op minimaal zestien contractspelers te hebben. Er is geen verplichting een enorm salaris te betalen. In artikel 8 van de CAO is terug te vinden dat een eerste divisieclub verplicht is minimaal zestien contractspelers in dienst te hebben en die minimaal Wettelijk minimumloon te betalen.
Clubs als SC Veendam en AGOVV konden hieraan toch niet voldoen en gingen failliet. Semi-profs zouden een oplossing kunnen zijn maar dat mag niet van de KNVB. Veel geld verdienen en voetbal klinken als elkaars siamese tweeling. De wat mindere Goden worden echter zeker geen miljonair van professioneel voetbal.
De gemiddelde speler in de Eerste Divisie verdient net iets boven modaal. Honderden spelers zitten daaronder op een jaarsalaris van 25.000 euro. Het grote geld deed zijn intrede in het voetbal met het Bosman-arrest in 1995. In de jaren ’70 was werken naast het profvoetbal heel gewoon. Iets wat door de verplichting van de KNVB in de huidige tijd niet meer kan.
Jan Jongbloed had tijdens zijn voetbalcarrière een hengelsportzaak en later een coffeeshop. Hij zegt tegen ThePostOnline dat hij de verplichting ‘niet slim vindt van de KNVB’. “Je kunt spelers honderd keer laten rennen, maar sommigen leren het toch niet. Dan kun je ook drie keer trainen en er naast gaan werken.
Jongbloed speelde van ’77 tot ’81 bij Roda JC. “Daar trainde ik ook maar drie keer in de week zodat ik niet naar Kerkrade hoefde te verhuizen. Daar ging ik niet minder van keepen.”
Bennie Muller werd bekend als speler van Ajax en het Nederlands elftal. De middenvelder runde al tijdens zijn carrière een sigarenzaak.
Muller is het niet met Jongbloed eens, hij zegt tegen ThePostOnline: “Werken naast het voetbal kan tegenwoordig niet meer. Het is conditioneel zoveel vooruit gegaan. Je zou wel minder kunnen gaan trainen maar dan gaat het voetbal flink achteruit.”
“Ik ben in totaal zeven keer kampioen geweest waarvan maar één of twee keer als semi-prof,” vervolgt Muller. “Ik merkte toch het verschil wel. Maar ja, ik moest toch werken om rond te komen. Gelukkig stond mijn vrouw veel in de winkel. Dan kon ik gaan trainen.”
Piet Schrijvers was keeper van onder andere FC Twente, Ajax en het Nederlands elftal. Tijdens zijn carrière werkte hij als betonstorter. “Bij Twente heb ik gewoon halve dagen gewerkt. Van het voetbal op dat moment kon je niet leven. Sommigen zaten op kantoor en ik zat op de betonwagen. Dat deed je gewoon.”
Schrijvers is het met Muller eens dat voetbal sneller en beter is geworden en dat niet mogelijk is terug te gaan naar semi-profs, “des te meer je traint, des te beter je kunt worden.”
Jongbloed:”Ik vind het asociaal van de KNVB om spelers op jonge leeftijd al volledig uit het maatschappelijke leven te halen. Er zijn een hele hoop jongens die full-prof zijn maar daar echt niet stinkend rijk van worden. Als je tien jaar full-prof bent geweest en je moet terug de maatschappij in, dat kan bijna niet.”
“Ik ben niet rijk geworden van het voetballen. En ik had ook geen zin om de hele dag niks te doen,” vervolgt Jongbloed. “Ik hield er rekening mee dat er ook een periode kwam dat ik niet meer kon voetballen.”
Muller denkt dat spelers hun handen vol hebben aan voetballen:”Als je een klein beetje resultaat wilt, zul je veel moeten trainen en een beetje talent hebben. Dat is gewoon kostbaar.”
Jongbloed: “Je zult toch wat moeten doen. Na je carrière moet je werken. En niet elke oud-voetballer kan trainer worden. Die markt is ook hartstikke vol. Zelfs in het amateurvoetbal is het heel lastig om aan trainer te worden. Er zijn gewoon te veel trainers.”
Muller: “In Engeland hebben ze drie, vier competities met semi-profs, daar hebben ze er veel ervaring mee. Misschien moeten we daar wat meer naar kijken. Muller zegt over de financiering van het profvoetbal: “Het is een heel groot probleem in Nederland.”
