Onderwaterhockey? Het is onderhand alweer twee april dus geen grap. Zeker niet. Onderwaterhockey is een serieuze sport die zowel op nationaal als internationaal niveau beoefend wordt. Zo kent de Nederlandse competitie over verschillende niveaus 24 teams en heeft het onderwaterhockeyoranje al een aantal keer het wereldkampioenschap op zijn naam geschreven. Waar komt deze onbekende, ondergedoken sport vandaan?
We schrijven het jaar 1954 als Alan Blake in Portsmouth met een idee komt om de leden van de Southsea British Sub-Aqua Club, een duikvereniging, ook in de winter vast te houden. De naam Octopush zoals men die nu nog steeds kent, is te danken aan het feit dat in eerste instantie acht spelers per team participeerden (“octo-“) en dat de puck, de zogeheten “squid,” door een kleine stick, de zogeheten pusher (“-push”), vooruitgeduwd wordt.
Begin 1955 werd in Southsea het eerste toernooi gespeeld tussen Bournemouth, Brighton en Southsea zelf die het toernooi destijds won. Tegenwoordig ‘onderwaterhockeyen’ ze nog steeds en genieten ze een hoog nationaal niveau. Door in de loop der tijd aanpassingen te maken aan de teamgrootte, benodigdheden en andere onderdelen kon de sport uitgroeien tot de internationale grootte die het nu kent met een piek van 44 teams uit 17 landen die meededen in 2006. Nederland behaalde toen een zilveren plak in de categorie Open Elite
Tegenwoordig bestaat een team uit zes spelers per team met vier wisselspelers die constant en onbeperkt kunnen wisselen. Hoewel er geen restricties zijn met betrekking tot het ‘onderwatertenue’ heeft een onderwaterhockeyer allen maar zichzelf ermee door zich niet aan de standaard te houden. In plaats van een duikbril hebben deelnemers een duikmasker dat er voor zorgt dat hun oren gestabiliseerd blijven. De snorkel zorgt ervoor dat een speler het spel van boven kan blijven volgen van bovenaf. De zwemvliezen bieden extra snelheid en de handshoen biedt extra bescherming tegen de puck, sticks en de bodem.
Het doel van het spel is om de puck, die zo’n 1300 gram weegt, zo vaak mogelijk in de ‘gulley’ van de tegenstander te duwen. De ploegen hebben twee keer tien of twee keer vijftien minuten om zo veel mogelijk doelpunten te maken. De meest voorkomende opstelling is de welbekende 3-3 opstelling maar de 2-3-1-formatie met een diepe spits of de 1-3-2-formatie met twee aanvallende spelers meer naar de hoeken zijn ook niet onbekend in de onderwaterhockeywereld.
Het mooie van deze sport is dat degene met de langste adem ook daadwerkelijk wint. Niks geen zuurstofflessen, gewoon puur op eigen longinhoud proberen zo ver mogelijk te komen. Daarnaast is het ook geen ballen grijpen en tepeltrekken zoals bij waterpolo aangezien onderwaterhockey geen contactsport is. Wie op verschillende sites kijkt van onderwaterhockeyteams komt de volgende quote van een niet-hockey speler tegen: “Een spannend en intensief driedimensionaal spel”
Niets is minder waar en de sport is dan ook flink in de lift. De 18e CMAS World Championship komt er weer aan en zal in Augustus 2013 gehouden worden in Eger, Hongarije. Naar verwachting zal het aantal deelnemende teams tussen de 60 en 80 zijn. “The game is 3D, how you play is only limited by your imagination,” aldus de site van CMAS. Een mooi motto en wie weet kunnen we straks onze olympische medaillespiegel aanvullen met een onderwaterhockeyplak. Maar vooralsnog lijkt een verslag op de Nederlandse televisie een sprong in het diepe…