Kunst

DIY met dank aan Margaret Thatcher

08-04-2013 15:39

In september 2012 sprak de Britse publicist Simon Reynolds op de Incubate conferentie in Tilburg over Do it Yourself. Het was een inspirerend betoog, dat aanzette tot verder denken over Do It Yourself.

Toen ik begin jaren negentig bij de publieke omroep door een liefhebber van Britse popmuziek werd gewezen op Do It Yourself, begreep ik wat hij bedoelde, maar had ik de term nog niet eerder gehoord. Dat mocht niet verbazen: Do It Yourself was niet alleen een Engelse term, maar ook daarbuiten een aangelegeheid zo Engels als de vossenjacht.

Het was niet moeilijk te zien dat Do It Yourself in Nederland exotica was: er was hier geen Thatcher die het allemaal noodgedwongen in gang zette. We konden er gerust mee schmieren, we konden schermen met de letters DIY als statussymbool en we mochten in de toen opkomende thuiswerkers van de elektronische dansmuziek de DIY-opvolgers van de punk zien. Maar het bleef een poldervariant op het ware werk in Engeland.

Van shag doorrookt sociaal-cultureel werk

De oorzaak daarvan ligt in de Nederlandse pacificatiepolitiek. Die constante factor, present vanaf de begindagen van de parlementaire politiek in Nederland, zorgde er per saldo voor dat alles wat maatschappelijk dreigde te ontsporen werd opgenomen in het nut van het algemeen, in de vorm van een soort convenant tussen staat en inwoners. De bescheiden volksopstanden in de jaren zestig en zeventig leidden tot een wirwar aan voorzieningen van sociaal-maatschappelijke aard.

Het antwoord van de Nederlandse staat op dergelijke revoltes is atlijd een kalmerende zak geld geweest. Zo ook aangaande de popmuziek, die al snel onderdak kreeg in het van shag doorrookte sociaal-cultureel werk, waarmee de voedingsbodem voor het hedendaagse clubcircuit werd gelegd.

Gesubsidieerde punkers

En dus werd bijna elke punker in Nederland gesubsidieerd -direct, danwel indirect. Ook dan nog was er genoeg om boos over te zijn. De staat, het gezag, de overheid: ze moesten het ontgelden op een manier die verraadde dat men echt geen idee had te bijten in de hand die hen voedde. En anders? Anders was er altijd nog wel Shell.

Een enkeling wilde er zelfs voor omrijden op het gevaar af van een lege tank. Maar zelfs een punkband kwam niet graag te laat dus liet dergelijke fratsen voortaan wel uit het hoofd.

Overgoten met socialistensaus

Ziedaar pacificatiepolitiek in de praktijk. De woede van de eenling houdt geen stand tegen het algemeen belang. En verder was het natuurlijk een hele aardige tijd, waarbij iedereen zich mocht wentelen in de illusie van het naoorlogse verzet.

DIY, in Nederland overgoten met socialistensaus, was in Engeland een kwestie van welbegrepen eigenbelang. Ironie van het lot wil dat Margaret Thatcher daarbij zowel instigator als verschoppeling is. Het was haar hardvochtige sociale beleid dat werkte als een katalysator bij het in de hand nemen van het eigen lot. Het was haar gehate beleid dat de belangrijkste inspiratiebron vormde. En toen de boel eenmaal goed ging rollen, en voor menig band of label in Engeland werd dat bewaarheid, werd menigeen feitelijk de zeflstandige entrepreneur die als rolmodel van het Thatcherisme zou kunnen gelden.

Liberale successtory

Natuurlijk: dat men opruiende punksingles verkocht in plaats van Engelse gemberkoekjes, was natuurlijk niet as it should have been, maar toch. De netto erfenis van dit alles is dat tot op de dag van vandaag Engelse muzikanten in de belastingproblemen komen, omdat ze simpelweg weigeren af te dragen op wat zij zien als hun volkomen eigen verdienste.

Kortom, de ideologische lading van punk kan niet verhullen nat DIY een aangelegenheid is van en voor ondernemers. Dat wil tegelijk niet zeggen dat al die muzikanten die het heft in eigen handen namen, in de eerste plaats ondernemer waren. Ze waren vermoedelijk in de eerste plaats boos en werkloos. En in de tweede plaats roken zij succes.

Zeker in Engeland, waar popmuziek al vanoudsher een carrieremogelijkheid is die een uitweg kan bieden uit een geheid bestaan aan de onderkant van de samenleving. In dat opzicht is DIY een liberale successtory waar ze bij de VVD de vingers bij af zouden likken, mochten ze ermee op de hoogte zijn.

Prille housegeneratie aan het keutelen

DIY, in de regel geassocieerd met boze punks, kreeg al een ander aanzien toen de prile housgeneratie vanaf 88 op zolderkamers aan het keutelen sloeg. Zelf doen werd vanaf toen, met dank aan de steeds compactere techniek, niet makkelijker, maar wel solistischer.

Tegenover dat volstrekt eenzame bestaan, waar menigeen ook niet tegenop gewassen bleek, stond in Nederland in het beste geval echter beloningen veel groter dan ooit onder punk gerealiseerd. De plaatjes van Go Bang en andere vroege technolabels: ze gingen niet meer weg per tientallen of honderden, maar per duizenden en soms tienduizenden tegelijk. Menig punker werd er helemaal te housy van.

Geen verzetselement bij nieuwe thuiswerkers

De accountant en de boekhouder, tot dan mannen van de grijze worst die met minachting werden bezien, werden voortaan bedrijfseigen vrienden. De aanschaf van het eerste koophuis, al dan niet voorzien van eigen studio, lonkte.

Ja, de harde DIY-kern vond het maar niks. Zij die met bloedeigen handen panden hadden gekraakt misten het verzetselement bij de nieuwe thuiswerkers. Waarschijnlijk misten zij ook domweg het harde werken: voor de kinderen van de jaren zeventig is de computer heel lang simpelweg het gereedschap van het kwaad gebleven. Vermoedelijk vonden ze het ook egoistisch, zo niet lui en hedonistisch.

‘Fucking hate Margaret Thatcher’

Maar dit veranderde in negen van de tien gevallen toen men kond kreeg van de werkelijk gedroomde verkoopaantallen, die alles wat er tot nog toe werd volbracht in de (post) punk, simpelweg degradeerde tot gefroebel in de marge. Minachting sloeg om in bewondering, al dan niet heimelijk.

I still fucking hate Margaret Thatcher“, las ik vorige week ergens -wellicht preluderend op dingen die komen gingen. De volharding die spreekt uit die woede zal haar beslist deugd hebben gedaan. De kinderen van de punk, het waren haar kinderen. De grootverdieners van de house, het waren haar kleinkinderen. Ze zullen Moeder Margareth nog missen.

Jan Hiddink is cultureel entrepreneur aan het Leidseplein in Amsterdam.