Kunst

Hoe een niet bestaand persoon een nazi wordt

08-04-2013 19:02

In november 2011 werd deze figuur ergens in mijn fantasie geboren en kreeg hij meteen al zijn naam: Christian Brod. Christiaan is mijn tweede doopnaam en toen ik nadenkend over de achternaam mijn ogen opsloeg naar mijn boekenkast vonden ze het verzameld werk van Franz Kafka, uiteindelijk werd het Brod, naar Max Brod, vriend en biograaf van de schrijver. Een Jood volgens mij, maar dat doet eigenlijk niet ter zake.

Evenals vorige personages die ik bedacht kristalliseerde ook het karakter van Christian Brod zich langzaam uit in de maanden die volgden op het eerste idee, het werd een kunstenaar die in de nabijheid van Hitler verkeerde maar in schilderijen op subtiele wijze kritisch was.

Kortom, iemand die noch in het kamp van de nazi’s te plaatsen is noch in dat van het verzet, een rare vogel. Als pronkstuk van zijn overgebleven collectie een schilderij van een naakte Eva Braun, dat beschouwd kan worden als de erotisering van het nazisme als ik haar afzichtelijk uiterlijk niet zo treffend geschilderd had.

Uiteindelijk heb ik het verhaal van Christian Brod ‘dicht getimmerd’ door me vooral te richten op het levendig maken van de persoon. Ik koos er voor een tweede personage in het leven te roepen, namelijk dat van Otto Brod, de achterneef en enige nazaat van de kunstenaar die bij het recentelijk overlijden van zijn oom alles van hem erfde. Ook het huis waar op de  zolder schilderijen werden aangetroffen waaronder het portret van Eva Braun. Dit alles om het een menselijke tint te geven, we hebben het niet meer enkel over een overleden kunstenaar, maar ook over een oom, iemand met nog levende familieleden en een geschiedenis.

Der Neinkuenstler, Conrad Boy en Ultrapopart

“Der Neinkuenstler” is een project dat ik op dezelfde manier vorm gaf als twee eerdere projecten, die beide in Amersfoort tentoon gesteld werden. Ook in deze eerdere projecten wek ik niet bestaande kunstenaars tot leven. Het eerste handelde over Conrad Boy, een Amerikaanse kunstenaar die in de jaren vijftig, waarin abstract-expressionisme hoogtij vierde, als een van de weinigen koos voor het maken van figuratief werk.

Dit wordt in werkelijkheid toegedicht aan de (door mij zeer bewonderde) kunstenaar David Hockney, waarvan ik beweerde dat hij Conrad Boy toendertijd heeft gekopieerd. Daar had ik evenals nu verzonnen bewijzen voor. Als Conrad Boy eind jaren zestig een auto-ongeluk krijgt en zijn benen verliest moet hij revalideren in een ziekenhuis dat op hetzelfde moment gewonde soldaten uit Vietnam opvangt die hij besluit te schilderen, Conrad Boy schuwde politiek incorrecte standpunten dus niet.

Het tweede project bestond uit een complete kunststroming met vijf kunstenaars die onderdeel uitmaakte van de groep rond Andy Warhol, maar zich afscheidde van de Popart-kliek en hun stijl Ultrapopart noemden, omdat ze met hun werk meer recht deden aan de beginselen van Popart. De rollen van alle vijf de kunstenaars werden door mij vertolkt, zelfs die van een vrouw, Janice Falešný (Falešný (Tjechisch) betekent ‘nep’). De Katholieke Kerk, de media en overmatige consumptie werden door de vijf als thema gebruikt. (www.ultrapopart.com)

Nazisme als goedkope truc van kunstenaars en journalisten

Kritiek op mijn laatste project kan zijn dat het aanwenden van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog een makkelijke, goedkope truc is om aandacht te trekken, maar daarvoor heb ik er naar mijn bescheiden mening iets te lang en te hard aan gewerkt. Dat dit project meer nog dan ‘Conrad Boy’ en ‘Utrapopart’ (als gezegd op dezelfde manier vorm gegeven) aandacht in de media heeft gekregen zegt geloof ik meer over de werking van de media dan over mijn artistieke en morele intenties.

Weinigen schromen een ander fascist of nazi te noemen zodra het enigzins kan, iemand als Christian Brod die Eva Braun schilderde moet wel nazi geweest zijn is volgens journalisten van onder andere het Algemeen Dagblad alvast de conclusie.

Dat media klakkeloos ‘feiten’ overnemen van andere media en het verhaal van Christian Brod op geen enkele wijze controleerden is natuurlijk niet heel spectaculair nieuws, maar toch heeft het me wat teleurgesteld. Ik had me namelijk verrekte goed voorbereid op stekelige vragen van journalisten die uiteindelijk slechts het persbericht (opgesteld door een journalist die met ons collaboreerde) woord voor woord overnamen en publiceerden.

‘Deskundigen ter plaatse’ (ter plaatse? de schilderijen stonden al die tijd in mijn atelier in Nederland) als Duitsland-correspondent van de Telegraaf Rob Savelberg deden de meest belachelijke uitspraken als “Eva Braun hield er van om naakt te zwemmen dus kon het wel passen (dat ze naakt exposeerde voor Christian Brod)”.

Zeventig jaar later

Het schilderen van Hitler en de met het hakenkruis versierde omlijsting van zijn portret waren zelfs voor mij, degene die dit alles op zich nam, niet meteen eenvoudig, ik zal eerlijk toegeven dat ik even heb getwijfeld of ik het moest doen. De kop van Hitler was niet het grootste probleem, het was meer de swastika waar ik moeite mee had.

Meteen ook bedacht ik me dat ik alleen maar bang was hoe men over mij zou oordelen, dat als ze zouden denken dat ik stiekem een nazi ben het nog steeds niets zegt over mijn werkelijke integriteit.

Mijn interesse in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog spitst zich toe op de werking van indoctrinatie, van de macht die de mens bezit foutieve ideeën in andermans geest te planten, iets waar nazi’s bijzonder bekwaam in waren. Daarbij is geschiedsvervalsing uiterst effectief, met “Der Neinkuenstler” toon ik aan dat sommige ouderwetse middelen nog steeds erg goed werken.

De schilderijen, dagboekfragmenten en andere documenten zijn nog tot 24 mei te bezichtigen in De Observant en de prenten in Lokaal4, beide in Amersfoort.