Ik wilde haar zo hard laten komen, dat haar dijbenen zouden trillen van verlossing. Haar sappen proeven en zeggen dat het de beste Coolbest was die ik ooit heb gedronken. Driftig seksend, op de vloer met om ons heen kleren die slordig door elkaar liggen, een wijnfles die is omgevallen en nu langzaam zijn drank over de vloer verspreidt.
Ik kon uren lang over haar schrijven, over haar met zweet bedekte lichaam, over onze vrijpartijen, over onze intens diepe blikken, over hoe zij mij uitkleedde zonder ook maar één hand op mijn lichaam te leggen. Het was afschuwelijk goed. Ik schreef haar naakt in een bad vol schuim met in haar hand een glas champagne, op de dansvloer en zij functioneerde dan als middelpunt waar alle lichten samenkwamen, dansend, met onder haar rokje een missend slipje, onder een boom op een zwoele zomeravond met alleen haar badjas aan en haar haar warrig vast gemaakt in een knotje boven op haar hoofd, op een houten tafel met enkel en alleen een wit laken om zich heen en achter haar wat kwasten en wat olieverf, haar been nonchalant over het andere.
Maar het liefst schrijf haar je naakt in mijn bed, twee gloeiende lichamen verstrengeld in elkaar, waarbij haar wimpers lieflijk mijn warme wangen strelen en het zweet zich langzaam ophoopt tot een klein meertje in haar navel. Neuzen raken elkaar onder een witte wolk van dekens met hier en daar wat verdwaalde mascara. Ergens dreunt nog wat muziek zachtjes na in mijn hoofd. Haar lichaam, dat ik vol overgave wil veroveren, erop liggen, vastpakken, een vlaggetje planten, net zoals bij de maan, van mij.
Jij bijt zachtjes op mijn onderlip en streelt door mijn haar. Langzaam zie ik de zon door de gordijnen schijnen en een straal van licht op het bed achterlaten. ‘Vertel mij alles wat jij weet’, fluistert ze zachtjes in mijn oor. Ze maakt rondjes op mijn buik.
Haar nagel is niet goed geknipt, ik voel een scherp randje in mijn vel prikken. ‘Vertel mij, hoe zag het eruit? Hoe zagen zij eruit? Waren ze bang? Bang voor de liefde? Bang voor wat er komen zou als ze bleven wachten tot de maan weer kwam?’ De inkt bleef stromen en ik schreef gedwee een antwoord op haar vragen. Ze vonden elkaar, wanneer niemand keek. Achterom kijkend zag je glinsteringen in hun ogen, ze waren nooit meer alleen.
Rosa van den Driesche schrijft iedere week Proza van Rosa. Ze twittert daarnaast ook.