Tavernelle. Beatrix was er. Ze waren er allemaal. Met haar ochtendjas strak om zich heen liep ze het terras op. Ze rook de cipressen en oleanders. Hoorde de krekels hun poten slijpen. Voelde zich omhelst door de warmte. Het was niet heet of benauwd, maar een warmte die draaglijk was en haar stramme botten lichter maakten. Ze hield van de helderheid van de lucht en het licht hier. Zo anders dan thuis. Zelfs op de meest zonnige dagen had de Nederlandse lucht iets heiigs. Hier was alles helder. De kleuren, de lucht – haar hart, haar hoofd.
Ze ging zitten en bladerde door de Volkskrant van de dag daarvoor. Er stond iets in over Paleis Het Loo dat vanwege de enorme buien waterschade had opgelopen. Ze beschreven de karpers die door de overvloedige regens in het gras in plaats van in de vijvers hadden gezwommen. Ze glimlachte. Pieter was vast meteen met een schepnet de vissen in het gras gaan redden.
Als ze thuis was geweest, zou ze nu naar Margriet hebben gebeld. Ze zou vragen of er al journalisten waren geweest en of haar mensen de afwikkeling moesten doen. Maar ze was in Tavernelle nu. Daar konden dit soort berichten haar raken.
In 50 Shades of Orange publiceert schrijver Mariëtta Nollen tot aan de kroning iedere dag een fragment uit haar roman Ik, Beatrix. Zo maar wat scènes uit het leven van onze koningin, die zo maar echt gebeurd kunnen zijn. Het ebook is hier te bestellen. Mariëtta publiceert ook op De Nieuwe Pers en twittert.