‘Ik heb nog nooit iemand laten ontslaan,’ zei Beatrix met een zucht.
‘Jawel. Die ambassadeur van Zuid-Afrika – omdat die daar met zijn vriendin woonde, in plaats van met zijn vrouw.’
‘Die is niet ontslagen,’ zei Beatrix rustig. ‘Die werd toevallig overgeplaatst net voor mijn staatsbezoek. En toen zijn de media er mee aan de haal gegaan.’
Irene deed haar proestlachje. ‘Kom nou!’ riep ze. ‘Je wilde hem geen hand geven. Dat heb je me zelf verteld.’
Beatrix wierp haar zuster een kille, waarschuwende blik toe. ‘Dat heb ik jou verteld – in vertrouwen – als iets wat ik zou willen. Maar als ik altijd zou doen wat ik wilde, konden we de monarchie wel opdoeken. Maar die man was een kwal. Hij woonde – open en bloot – samen met die meid. Dat was niet alleen beledigend voor zijn echtgenote, maar hij schaadde ook het imago van het Nederlandse Corps Diplomatique. Dat was – en ís – mijn mening. Maar het is niet zo dat ik zijn overplaatsing heb geïnitieerd.’
‘Niet zo naïef, Beatrix. Eén discrete opmerking van jou is genoeg om een reputatie en een carrière om zeep te helpen,’ zei Irene.
Beatrix balde haar handen tot vuisten. Ze zou haar stoel naar achteren willen duwen. Op de tafel slaan. In plaats daarvan duwde ze haar knokkels in haar dijbeen. ‘Wat een idioot gesprek is dit,’ zei ze. ‘Ik heb niets te zeggen in dit land – niets.’
In 50 Shades of Orange publiceert schrijver Mariëtta Nollen tot aan de kroning iedere dag een fragment uit haar roman Ik, Beatrix. Zo maar wat scènes uit het leven van onze koningin, die zo maar echt gebeurd kunnen zijn. Het ebook is hier te bestellen. Mariëtta publiceert ook op De Nieuwe Pers en twittert.