Jeremy Gardner bewijst dat ook met een klein budget een geweldige film neer te zetten is. Een mix van zombies, road tripping en een buddy flick. Hoe klein dat budget was? Slechts 6000 dollar wat omgerekend net iets meer dan 4500 euro is. Niet voor niets kwam de film op de avond van de eerste vertoning op nummer 2 binnen voor de Silver Scream Award.
In The Battery zijn Ben (Jeremy Gardner) en Mickey (Adam Cronheim, tevens producent van de film) in een wereld terecht gekomen die niet langer bewoond wordt door soccer moms en golden retrievers. Een wereld waar hordes zombies al schuifelend op je af komen en waar overleven de enige prioriteit is. Ben is praktisch ingesteld en is duidelijk van het kaliber fight als je van het fight or flight systeem uit gaat. De iets dromerige Mickey vlucht liever in zijn koptelefoon en verslijt hiermee batterijen alsof er een eindeloze stroom aan die dingen is. De mannen zijn (veelal te voet) in de groene delen van Connecticut te vinden. Waar ze precies heen gaan is onduidelijk. Voor de kijker is al snel helder dat Ben niet zo zeer op zoek is naar andere overlevenden, maar gewoon zombies wil ontlopen. Adam daarentegen blijft zich vastklampen aan het sprankje hoop dat er nog een beschaving is.
Dat sprankje wordt beloond als Mickey batterijen in een set walkie-talkies stopt en ze het signaal oppikken van Frank en Annie die doodleuk op hun bakkie aan het babbelen zijn over welke film ze vanavond zullen gaan kijken (Tremors). Mickey en Ben mengen zich in het gesprek en al snel word ze duidelijk gemaakt dat ze niet welkom zijn. Leuk detail is dat de stem van Frank (die aan de andere kant van het bakkie zit dus) door horror held Larry Fessenden (ook in Jug Face te zien deze week bij Imagine) is ingesproken. De mannen gaan op zoek naar deze andere overlevenden. Vooral omdat Mickey het ‘gewone’ zo mist.
De film is voor mij de verrassing van Imagine 2013. Dat durf ik nu al te zeggen om het simpele feit dat het een zombiefilm is waarbij de zombies of de toedracht van de situatie niet centraal staan. Wat wel centraal staat is de band die vrienden tegen wil en dank zijn. Want meer dan dat hebben ze niet. Ja er zitten zombies in en deze zijn er niet om de kijker te shockeren of te laten walgen, maar puur om de verhaallijn verder te helpen. En zo hoort het wat mij betreft bij een goede film: ondersteunen voor het verhaal en niet shockeren voor de punten.
De film is in slechts 18 dagen geschoten in Connecticut op een oud scoutingterrein waar vrijwel alles voorhanden was om een desolate nare indruk achter te laten. Mooi is ook om te zien hoe de film begint met weids opgezette natuurshots en veel groen, om vervolgens als een trechter zichzelf te condenseren naar 2 mannen in een auto. The Battery gaat niet snel, maar zeker niet te traag. Eigenlijk zit het tempo er perfect in. Met name de prachtige lange shots die het mondaine aan het leven laten zien maken de film tastbaar en mooi. Zo is er een scene waarin Ben en Mickey hun tanden staan te poetsen die gewoon 2 minuten aanhoud (want zo hoort het, 2 minuten poetsen kinders!). Ook de slotscene is een lange (maar liefst 11 minuten en in 1 take geschoten) en daar bekruipt je op diverse momenten een enorm naar gevoel. Lekker, bij een film die vooral focust op het dog eat dog gevoel van een wereld die niet meer is zoals we gewend zijn.
Als je a.s. maandag om 12.00 uur nog geen plannen hebt: regel vrij van je werk, spijbel van school en dump je eventuele kinderen bij de oppas. Je moet namelijk écht naar The Battery. Voor de nederlandse distribiteurs: ga hem kijken, neem hem mee, deze gasten gaan namelijk een geweldige kant op en dit is een film die iedere zombie fan op DVD moet hebben.
Petra Sielias (twittert ook) doet de hele week verslag van het AFFF: Imagine Filmfestival.