Het met veel bombarie gepresenteerde sociaal akkoord, waarvan nog steeds niet helemaal duidelijk is wat het nou oplevert, maakt van de Rijksbegroting een tikkende tijdbom. Als de economie niet binnen vier maanden aantrekt, worden de belastingen alsnog met 4,3 miljard verhoogd (laten we eens stoppen met het ‘bezuinigen’ noemen). Dus wat moet er nu gebeuren? De bestedingen omhoog?
De oproep van Rutte om meer te besteden is gezien zijn positie begrijpelijk. Het is echter niet gebaseerd op feiten, maar op het willen veranderen van bestedingspatronen.
Als we kijken naar de opbouw van het bruto binnenlands product (BBP) van ons land, zien we dat de consumptieve bestedingen van particulieren 49,66% van het gehele BBP bedragen, tegenover 30,80% overheidsbestedingen en 19,54% investeringen (waar spaargelden ook onder vallen).
Nu roept het kabinet op tot méér consumptie. Dat houdt in dat het graag ziet dat het percentage particuliere bestedingen toeneemt. Dit zou dan ten koste moeten gaan van de investeringen, als we tenminste de optie dat mensen in het buitenland geld gaan lenen om in Nederland uit te geven buiten beschouwing laten. Dus als de bestedingen met 2% toenemen, zullen de investeringen met 2% dalen, en geeft men de toekomstige inkomsten uit rente en rendement op.
Is de economie dan gegroeid? Nee, de verdeling van de huidige taart is iets veranderd.
Het is zo dat een stijging in de bestedingen de komende tijd ervoor kan zorgen dat de overheidsinkomsten toenemen. De belasting over die besteding, en eventueel de noodzaak voor extra banen in sectoren waar meer wordt besteed, kan dat effect hebben. Maar zorgt het op lange termijn voor groei? Nee, door het opgeven van toekomstige inkomsten kan zelfs het tegenovergestelde gebeuren.
Als de regering het BBP als geheel wil laten groeien, zonder daarvoor meer te lenen, moet ze zich focussen op de groei van het nationaal inkomen, dat bestaat uit beloning van werknemers, bedrijfswinsten en rente-inkomsten. Focussen op BBP is misplaatst, omdat BBP alleen laat zien hoe het bestaande nationaal inkomen is verdeeld.
Het oproepen tot meer besteden, en dus minder investeren, is dus juist niet wat Rutte zou moeten doen als hij echt economische groei wil bereiken. Maar gezien het feit dat hij een politicus is, is het te verwachten dat hij liever naar de korte termijn kijkt.