Beatrix dronk haar glas leeg en duwde Balthus van zich af. Ze had genoeg van het beest. Waarom trok zij hem voor op de anderen? Omdat Claus hem als verwaarloosde pup in Tavernelle had gevonden? Omdat Claus zich met hem vereenzelvigd had?
‘Wij straathonden hebben ons maar aan te passen,’ had hij altijd samenzweerderig tegen Balthus gezegd. Een grap waarmee hij ook zijn eenvoudige komaf cultiveerde. En waarmee hij zich subtiel tegen haar had afgezet. Tegen de paleizen en de juwelen. Tegen de staatsbezoeken en haar staatkundige taken. Tegen haar plichtsgetrouwheid.
‘Jij mag toch ook wel een keer een foutje maken?’ zei hij vergoelijkend als zij in paniek was omdat er weer iets verkeerd ging. Alsof hij niet door had dat hij de boel ondermijnde met zijn kwajongensrecalcitrantie. Hij weigerde rekening te houden met wat voor haar belangrijk was. Verwend gedrag!
Ze schonk haar glas opnieuw vol en dronk nog meer. Gulzig, met opengesperde neusgaten. Wat bezielde haar, zo vroeg op de middag al te drinken? Ze stak ook een nieuwe sigaret op. Haar derde in een half uur.
In 50 Shades of Orange publiceert schrijver Mariëtta Nollen tot aan de kroning iedere dag een fragment uit haar roman Ik, Beatrix. Zo maar wat scènes uit het leven van onze koningin, die zo maar echt gebeurd kunnen zijn. Het ebook is hier te bestellen. Mariëtta publiceert ook op De Nieuwe Pers en twittert.