Het voelt als een stomp in mijn maag, ik knal naar voren en klap dubbel. Snakkend naar adem doe ik een wanhopige poging tot zelfbeheersing. Met het zweet op mijn voorhoofd word ik wakker en voel het kloppen in mijn borstkas. Het is de geur. Ik tast in het donker naast mij en voel een koude muur. Ze is er niet.
Slaapdronken kijk ik de kamer in en zie haar als een schim door mijn kamer lopen. Poedelnaakt, de kuiltjes in haar onderrug zijn duidelijk zichtbaar, wandelt ze naar de deur. Als ik mijn ogen probeer samen te persen is ze verdwenen in het donker van de nacht. Haar geur, overal waar ik mijn hoofd leg. Het omarmt me als een deken van bezit. Het bezit wat ik zelf niet meer bezit maar nog steeds haar bezit.
Ik was niet van plan om verliefd te worden, maar in dat opzicht ben ik wel vaker iets niet van plan geweest. Je pakte mijn liefde en brak het door de midden met een glimlach. Ik bezweek, nooit op beide benen gestaan besef ik mij. Het doet zo verdomd veel pijn. Ik heb geprobeerd al mijn gevoelens eruit te kotsen met nog wat overgebleven emotie er naast. Maar mijn vingers zijn te kort, net als mijn bereik. Het blijft kriebelen.
De behoefte om ongestoord te kunnen liggen, liggen met jou en mijn hoofd rustend op jouw borst, zodat ik je hart kan horen kloppen, kloppen voor mij. We zouden handen vasthouden en ik zou zo nu en dan omhoog kijken om je te kunnen kussen. We praten over hoe we onze kinderen gaan noemen en waar we willen trouwen en hoe veel we van elkaar houden.
Daar was het ineens. Zo onvoorspelbaar kwam jij in zicht en zo onvoorspelbaar ging je ook weer weg. Mij opgeheven tot in de hemel om ook weer te laten vallen zonder touw, zonder parachute. Een harde klap, het is de vloer.
Laat mij maar, ik lig hier goed. De koude grond mag mijn betraande gezicht aflikken, net zo lang totdat ik de vormen van de vloer aan neem, net zo lang totdat ik ook koud ben en van steen. Ik lig hier alleen, niemand die mij ziet. Vergeet mij maar, ik ben het niet, het zijn de stenen, die glinsteren in de regen.
Rosa van den Driesche schrijft iedere week Proza van Rosa. Ze twittert daarnaast ook.