Er is geen partij waar zoveel vragen over te stellen zijn als die van Geert Wilders. Hoe zit het met de financiering van de PVV? Zijn er naast Wilders meer mensen die bepalend zijn voor de koers van de partij? Er bestaan inmiddels zeventien PVV-fracties, waarvan zestien nooit op televisie komen: in twaalf provincies, het Europees Parlement, de gemeenteraden van Den Haag en Almere en de Eerste Kamer. Hoe functioneren deze fracties, welke standpunten nemen ze in en wat is Wilders’ rol daar? En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Als er geen ledenstructuur bestaat, de financiën niet openbaar zijn, er aanwijzingen zijn voor buitenlandse sponsoren en er weinig interviews worden gegeven, is het moeilijk een goed beeld te krijgen van hoe alles binnen de PVV reilt en zeilt. Sommige Kamerleden zijn wel uit de PVV gestapt, maar hun verhalen zijn deels onbetrouwbaar omdat zij ook persoonlijke redenen hebben om de PVV negatief te portretteren.
Een gesloten partij als de PVV vraagt om serieuze journalistieke en wetenschappelijke aandacht. Gelukkig wordt er soms een poging gedaan de vele vragen te beantwoorden. De nieuwste poging komt van politiek historicus Koen Vossen. Zijn boek ‘Rondom Wilders: Portret van de PVV’ verscheen vorige week. Het boek geeft een beeld van allerlei feiten over de PVV: ontstaansgeschiedenis, ideologie, politici, organisatie en achterban. Dit rijk gedocumenteerde boek is het meest volledige PVV-boek tot dusver.
Het unieke aan het boek van Vossen is niet alleen de volledigheid, maar ook de zorgvuldigheid waarmee hij de PVV probeert te benaderen. Zo maakt hij onderscheid tussen feiten en meningen, en nuanceert hij uitspraken van allerlei personen op basis van hun geschiedenis met Wilders. Hij neemt uitspraken van dissidente PVV-ers met een korrel zout, en vergelijkt zoveel mogelijk materiaal met elkaar. Zo ontstaat een genuanceerd beeld. Maar geeft het ook een beter beeld?
Nauwelijks. Vossen sprak wel met verschillende personen die bij de PVV actief waren, maar dat levert weinig nieuwe inzichten op. Vossen baseert zich vooral op informatie die al publiekelijk beschikbaar was. Dat is juist een gemis op de punten waar de meeste vragen over bestaan: over de organisatie van de partij, de financiering en het functioneren van de verschillende fracties. Op al deze punten wordt de ingevoerde lezer niets wijzer.
De onduidelijke structuur en financiering van de PVV zijn vaak aanleiding tot wilde speculaties. Waarom zijn die speculaties er eigenlijk? We zouden op basis van bestaande informatie ook kunnen concluderen dat de PVV gewoon een amateuristische club is zonder geld. Er zijn veel aanwijzingen in die richting, maar voor critici is dit geen aantrekkelijk antwoord. Als dit beeld klopt, zou er immers niets ‘mis zijn’ met de PVV. En dus blijven alle speculaties bestaan.
Is het echt onmogelijk om meer betrokkenen bij de PVV te spreken te krijgen? Zijn er werkelijk niet meer loslippige personen dan het tiental waarmee Vossen een interview deed? Is het onmogelijk in de provincies, Brussel, Almere en Den Haag te kijken naar wat de fracties echt doen? En is het onmogelijk onderzoek te doen naar hoeveel donaties soortgelijke partijen ontvangen, om zo een beeld te krijgen van wat de PVV globaal ontvangt?
Het antwoord is steeds: dat kan heel goed, maar dan moeten journalisten en wetenschappers daar wel energie in willen steken. Anders krijg je goed geïnformeerde boeken zoals ‘Rondom Wilders’, die bestaande kennis nogmaals herhalen maar geen nieuwe informatie opleveren.
Chris Aalberts is auteur van: Achter de PVV: waarom burgers op Geert Wilders stemmen