Interessant romanidee komt onvoldoende uit de verf

27-04-2013 15:00

‘…Wegen, waar zijn ze? Alleen maar mensen, te vol, te vol..
Er schiet iets tussen zijn benen door. Red mij, rat, leid mij naar je riool, ik zal stinken, maar ik zal het begrijpen, ik zal het grijpen. Het is het beest dat regeert, natuurlijk, het beest zwijgt, maar stuurt.’ (pag 8)


Dit fragment uit de proloog van Het ongrijpbare gelijk van John Winkle laat zien hoe goed Michiel Mulder de elementen in zijn debuutroman weet te verweven. Aan het woord is John Winkle, die op weg is om zijn gekaapte dochter te bevrijden.

De vader die zijn dochter niet kan loslaten, is een hoofdthema. Daarnaast speelt het onderzoek van neurowetenschapper Winkle een dominante rol. Vandaar de ratten.

De proloog is adembenemend. Beklemmend, boeiend, in dwingende cadans. Met hooggespannen verwachtingen begin ik aan het eerste hoofdstuk dat er helaas wat gewoontjes bij afsteekt. Mulder blijkt niet in staat om boeiende scènes te schrijven.

‘De koffieautomaat loeit gemoedelijk.
Op de gang wordt hij aangesproken door Petra, zijn secretaresse. ‘Goedemorgen meneer Winkle, was het druk op de weg?’
‘Druk, wat is druk. Ik ben volkomen rustig.’
Zijn blik valt op de klok. Kwart over tien.
‘Heeft u het nog gezien dit weekend?’ vraagt Petra. ‘Sharidana in een helikopter?’
‘Sharidana? Helikopter? Help mij even.’
‘Die première in Tuschinski van die Bollywoodfilm? Fantastisch, hoe ze naar beneden kwam uit die helikopter. En dat met die jurk!’

Niets uit bovenstaand fragment (pag 12) doet er voor het verhaal toe. Mulders roman staat vol met dergelijke fragmenten, dat is jammer.

Vermakelijke observaties

Aardig aan Het ongrijpbare gelijk van John Winkle is de manier waarop Mulder steeds weer terug laat komen dat John Winkle van Amerikaanse afkomst is. Dat levert vermakelijke observaties op. Ook het feit dat Winkle alles weet van het functioneren van het menselijk brein komt op speelse wijze consequent terug. Samen met herinneringen aan de jeugd van dochter Charlotte zijn dat de ballen die Mulder door de hele roman heen succesvol in de lucht houdt.

Wat Mulder ook heel knap doet, is ons laten voelen hoe John langzaam maar zeker greep op de realiteit verliest. De lezer beleeft dat mee in Johns hoofd, maar ziet het ook aan de reacties van de buitenwereld.
Mulders roman idee is interessant. Winkle is een idealist die meent de moraal van de mens in de hersenen gelokaliseerd te hebben.

Schrijftechnisch zwak

De uitwerking laat vooral op schrijftechnisch vlak veel te wensen over. Op meerdere plaatsen staan integrale stukken die schreeuwen om een schaar. Bijvoorbeeld de ellenlange speech die John houdt voor een gezelschap wetenschappers en die begint op pagina 68. De inhoud van de toespraak wil een heel neurologisch verhaal uitleggen, waardoor de lezer verdwaalt in wetenschappelijke termen.

Inkorten, samenvatten, geldt ook voor verslagen van de avonturen in de virtuele wereld en weergave van de televisieberichtgeving over de kaping. Daarin staat bijna alleen maar voor de handliggende informatie die enorm vertragend werkt en alle eventuele spanning uit de tekst haalt:

‘…De nieuwslezer sluit af met de opmerking dat ze zeker nog contact zullen hebben en er wordt overgeschakeld naar de studio. Daar is een man van middelbare leeftijd naast de brunette gaan zitten. Hij wordt door haar aangekondigd als terreurdeskundige van het instituut Duindigt en zegt: ‘we hebben hier duidelijk te maken met een islamitisch geïnspireerde terreurgroep. Groep, omdat we nog niet weten of ze onderdeel uitmaken van een grote beweging of min of meer op eigen initiatief handelen. Zo’n groep werkt nooit op zichzelf, want de wapens moeten ergens vandaan komen en de logistiek moet geregeld worden, maar ideologisch gezien kan dit zowel een toevallig bijeengekomen groepje jongelngen zijn, als een internationale terreurorganisatie, zogezegd.’
‘Zoals Al-Qaida?’ vraagt ze.
‘Exact, Al-Qaida. Ik zeg niet dat het zo is, maar het zou natuurlijk kunnen.’
‘Wat denkt u dat de motieven zijn van de gijzelnemers?’
‘Dat is moeilijk te zeggen in dit stadium. Maar met de kennis van nu staat een aantal opties nadrukkelijk open.’ Enzovoort.

Bovenstaande is geen proza schrijven, maar weergeven van de (imaginaire) werkelijkheid. Proza vraagt om indikking, om betekenis, om lading, om spanning. Iedere zin telt. In iedere ontmoeting, iedere scène bouwt de schrijver aan de plotlijn, de ontwikkeling van de personages, het opvoeren van de spanning. Mulder kán dat wel. Dat bewijst hij in de intermezzo’s tussen de hoofdstukken die adembenemend zijn.

Boektitel: Het ongrijpbare gelijk van John Winkle
Auteursnaam: Michiel Mulder
Uitgeverij: De Brouwerij
Aantal pagina’s: 228
ISBN-nummer: 978 9078905 51 6
Maand/jaar van uitgave: 2011
Prijs: € 17,50
Website auteur