Halverwege de reis naar de residentie piept er een Twitter-bericht op de tijdlijn. Mona Keijzer, de nummer twee van het CDA, is verlaat vanwege treinmalheurs ter hoogte van Purmerend. Ze komt zeker een half uur later in Den Haag, meldt ze.
Alweer?!
Enkele dagen voor onze eerste ontmoeting haastte de langbenige blondine zich ten overstaan van een zaal vol publiek ook al verlaat een podium op. De stoel van de parlementariër stond al zeker vijftien minuten leeg toen ze met nattig haar de afgeladen zaal binnenstormde om te komen praten over pers en politiek.
Een rondje hardlopen door landerijen rondom haar huis in het Noord-Hollandse Ilpendam en een slecht aansluitende busverbinding veroorzaakten toen de vertraging, biechtte ze na afloop op. Vandaag is heur haar wel droog.
U bent niet eerst nog even gaan rennen?
Haar lach – hard en opvallend schor – resoneert door de stille eikenhouten vleugel van de CDA-fractie op Het Binnenhof. ‘Nee, joh. Nee vandaag niet. Het is al weer veel te lang geleden’, zegt ze. Denkt even: ‘Het is te druk. Kom er niet aan toe. Nu maar 2 dagen per week. Kleine rondjes ook.’
De langjarige wethouder uit Purmerend is vandaag in het paars gestoken, de kleur van een coalitie waar haar partij geen deel van uitmaakt. Het CDA zit in de oppositie en dat bevalt haar wel. ‘Ik vind het prachtig hier.’
Als u opstaat, denk u: ha lekker naar Den Haag?
‘Ik volg politiek al sinds mijn studietijd, ik vind het spel leuk, maar als ik opsta, gaan mijn gedachtes eerst uit naar wat je kunt bereiken. Zoals vandaag. Oudercrèches, die door ouderinitiatieven zijn opgezet, moeten dicht vanwege regelgeving! Hier wreekt zich dat er pedagogische cursussen gevolgd moeten worden. Terwijl deze opvangarrangementen ontstonden uit particulier initiatief. Ouders die elkaar helpen! Wat gaan we nou beleven? Nu is het weer in staatshanden en onbetaalbaar.’
In één alinea zit hier uw politieke opvatting vervat. Minder overheid, meer betrokkenheid, en meer praktisch vernuft.
‘Ja, de ideologie van de staat werkt niet.’
U heeft al een gezegd dat u meer liberaal bent dan een gemiddelde VVD-er. Waarom toch bij het CDA?
‘De VVD is mij iets te veel de partij van het geld. Dat is wat anders dan liberaal zijn. Bij het CDA lopen veel types zoals ik rond.’
In het debat over weigerambtenaren stoorde u zich aan het drammerigheid van veel liberalen. Zolang er in elke stad een ambtenaar is die homo’s kan trouwen is er geen probleem, zei u. In dat verband zei u: het CDA is misschien wel de meest liberale partij van Nederland.
‘Ben jij getrouwd’, zegt ze, waarbij het niet helemaal duidelijk is waar ze naar toe wil.’
Het zou wel eens moeten, ja.
‘Je trouwdag zou toch de mooiste dag in je leven moeten zijn. Toch?’
Zou je denken, ja.
‘Bij die weigerambtenaarcase begon het met twee lesbische dames die zich wilden laten trouwen door een mevrouw met gewetensbezwaren. Deze mevrouw was heel populair in de gemeente. Dan vraag ik me af: waarom wil je dat? Waarom wil je dat, als je weet dat zij dat niet wil?’
Om een punt te maken misschien.
‘Op je trouwdag?’
Het was uw mooiste dag?
‘Het was mijn jeugdliefde.’
Jullie zijn nog bij elkaar, na 25 jaar?
‘Ja.’
Is dat omdat u vindt dat dat zo hoort?
‘Nee.’
U bent daar niet moralistisch in?
‘Nee, dat is niet aan de orde. Mijn ouders zijn ook gescheiden, zo’n tien jaar geleden. Niet leuk. Soms is het niet anders en gaat het niet meer. Hoe kan ik daar tegen zijn?’
Lijkt dan toch te twijfelen: ‘De eenheid is wel weg als je gaat scheiden, zeker als er kinderen bij betrokken zijn. Ik heb nu twee nummers in mijn telefoon. De eenheid is weg. Zo voelt dat.’
Scheiden is slecht?
‘Nee, dat zeg ik niet. Waar het mij om gaat is dit: in een goede democratie moet je ruimte bieden aan de opvattingen van de minderheid.’
Ha, de “terreur van de meerderheid”. Alexis De Toqueville, de Franse aristocraat, schreef er al over in de negentiende eeuw!
‘Ja, lees ik nu een boekje van hem.’ Ze pakt haar iPad, waarop ze haar bibliotheek bewaart.
‘Eens kijken’, ze scrollt, voorbij iets van Philip Roth, voorbij enkele krantenabonnementen. ‘Ja, hier Over het Pauperisme.’
Stelt dan: ‘Liberalisme gaat niet over de meerderheid plus één. Dat is geen democratie, wat mij betreft. We moeten rekening houden met de opvattingen van de minderheid.’
En dat is niet omdat u het toevallig met die opvattingen eens bent?
‘Nee, want ik vind ook dat Kamerleden het recht hebben om de eed niet af te leggen bij de inhuldiging. Ik ben het er niet mee eens, maar ik vind dat ze mogen weigeren.’
Is dat het verschil tussen een hedendaagse conservatief en een moderne liberaal misschien?
‘Ik was laatst op een bijeenkomst van het conservatief café en toen kreeg ik een definitie van het woord conservatief. Conservatieven vinden dat de staat zich zo weinig mogelijk met de individuele levenssfeer moeten bemoeien en ze omarmen vier kardinale deugden:Prudentia (voorzichtigheid), Justitia (rechtvaardigheid), Fortitudo (moed) en Temperantia (gematigdheid).’
Ze kijkt de verslaggever aan: ‘Hoe vertaalt zich dat concreet? Gematigdheid bijvoorbeeld? Dat je niet meer geld uitgeeft dat je binnenkrijgt?’
Wie kan er tegen zijn?
‘Ja’, lacht ze. ‘Het CDA heeft een gouden toekomst.’
Toch is het niet zo cool om je jezelf conservatief te noemen. Vrouwen die conservatief zijn moeten er toch een beetje uitzien als Angela Merkel.
Lacht en snapt de flirterige provocatie: ‘De trend is dat je progressief bent. Ik heb mijn leven lang in coalities gezeten, en ook met progressieve partijen. Soms waren er voorstellen waarvan ik dacht: lost dit iets op? Gaan we hiermee de wereld verbeteren?’
Zegt de Margaret Thatcher uit Volendam.
‘Ik ben Mona.’
Kom op, u heeft trekjes van Thatcher: no-nonsense, niet zeuren…
‘Ja, geweldige oneliners had ze. “The problem with socialisme is that eventually you run out of other people’s money“.
Maar ze had ook vaak ongelijk hoor. Ze zei: “There’s no such thing as society.” Daar ben ik het niet mee eens. Er is wel zeker een samenleving. Er zijn zeker ook gemeenschappen.’
U had geen poster boven het bed van haar?
‘Nee, ik ben sowieso niet zo van de heldenverering. Ik had een letterbak, waar miniatuurpoppetjes en vaasjes in stonden, in mijn kamer.’
Een letterbak! Geen popbandjes, zoals elk gezonde puber?
‘Ja, nee, nee, echt niet.’
U deed wel een beetje mee op school?
‘Oh, met muziek enzo…Spandau Ballet vond ik goed. Kan ik nog meezingen. Duran Duran.’
Met die lekkere bassist, John Taylor.
‘Oh, dat weet ik allemaal niet meer, hoe ze heten. En The Cats natuurlijk.’
Middle of the road. Net als uw politieke overtuiging, toch?
Hoort de opmerking half aan en is dan ineens weer fel en inhoudelijk: ‘Kijk naar die zelfgereguleerde kinderopvang. Ouders organiseren zelf de zorg. Waarom mag dat niet?’
Omdat de PvdA niet voor stemt?
‘Ja.’
Partijpolitiek verpest meer dan u lief is.
‘Daar moet ik wel aan wennen soms, dat je elkaar niets gunt. Flauw is dat. Daar heb ik wel moeite mee. Jasper van Dijk van de SP probeerde Het Metropole Orkest te redden. Daar was geen Kamermeerderheid voor, want had daarvoor geen dekking geregeld. Toen hebben we samen gezocht naar een potje, en die vonden we ergens op de begroting. Op een gegeven moment werd het de PvdA en de VVD te heet onder de voeten en dienden ze snel zelf een amendement in, waardoor Jasper de credits niet kon krijgen. Ere wie ere toekomt.’
Nare kleinzielige wereld, lijkt me.
‘Oh, ik hou ook van het spelletje hoor, maar dit is wel iets waar ik moeite mee heb.’
Heeft u geen streken dan? Ik zie u wel eens vals giebelen met Sybrand Buma tijdens de stemmingen.
‘Dan maken we wel eens een grapje ja.’
Wie neemt u dan te grazen?
‘Oh, niemand. We zijn CDA-ers hè. We houden allebei van droge Britse humor.’
Overigens ziet dat er bizar uit. U zit in een stoeltje en steekt een paar uur lang uw hand omhoog om te stemmen over honderden moties en wetsvoorstellen. U heeft natuurlijk geen idee waar u over stemt.
‘Op hoofdlijnen wel, maar op het papiertje staat of je voor of tegen moet stemmen. Dan spreek ik Buma nog eens, één op één. Volgens mij zijn we daarin doorgeslagen.’
Wordt het geen tijd om de Tweede Kamer tot 100 leden te verkleinen en de details over te laten aan ambtenaren?
‘Nee! Weet je hoeveel er dáár zitten?’
Ze wijst naar een imaginair ministerie, dat zich ergens ten Noordoosten van Het Binnenhof bevindt. ‘7000 man bij het ministerie van Zorg. Zitten wij met twee woordvoerders. Hoe moeten we dat controleren? Dat gaat niet. We zijn een controlerend en wetgevend orgaan. We moeten ook nog zorgen dat die wetten een beetje kloppen.’
Hoeveel verdeeldheid is er nog binnen het CDA?
‘Hoe bedoel je?’
De partij werd bijna uit elkaar gereten door de PVV-kwestie.
‘Dat hadden we aan onszelf te wijten, ja.’
Hoezo? Een groot deel van de partij wilde niet. Heeft de meerderheid daar genoeg rekening mee gehouden?
‘Ja, het was toch duidelijk dat we een worsteling doormaakten. De tegenstanders hebben in alle vrijheid hun zegje kunnen doen. Wat mij opviel was dat het duidelijk maken van de dilemma’s al heel veel inzicht bood.’
De tegenstanders werden behoorlijk hardhandig gedwongen mee te doen, toch? De terreur van de meerderheid.
‘Dat heb ik gehoord ja. Maar dat was nadat ik naar Den Haag kwam.’
U was voor.
‘Ja, op mijn Facebook-pagina heb ik een stemverklaring afgelegd en daar werd op gereageerd, omdat iedereen met de kwestie worstelde.’
Had dat ermee te maken dat de PVV heel groot was in Volendam, de plaats waar u opgroeide?
‘VVD is nu de grootste.’
Terwijl de katholieke achterban eigenlijk Mona Keijzer moet stemmen.
‘We werken eraan.’
U zou kunnen cashen. Waarom lukt dat niet?
‘We staan nu op dertien zetels.’
Vijftien moet lukken.
‘Nou, dat is wel weinig.’
20?
‘We moeten van eigen kracht uitgaan.’
25?
‘Als dat zou kunnen teken ik voor.’
Haar medewerker klopt op de deur. Ze had alweer ergens moeten zijn. Een volgend bezoek wordt ter plekke ingekort tot tien minuten. Ze staat op. De hakken zijn weer hoog vandaag. Op de schoenen blinken gouden kettinkjes. Drie mensen staren naar de voeten van een volksvertegenwoordiger. ‘Vind je ze niet beeldig?’, vraagt ze.
U bent toch ook beetje de Imelda Marcos van het CDA.
‘Ik heb wel veel paar schoenen ja. Hoeveel? Best veel.’
Ook van die Spaanse met rode zooltjes, Louboutons?
‘Nee, die zijn te duur.’
Een uitspatting op zijn tijd werkt helend. Moet u toch weten als katholiek.
Nu met de deur in de hand, op weg naar de uitgang: ‘Na een week hard werken, mag ik op vrijdagavond graag een wit wijntje drinken.’
Toch een beetje hebberig ineens: ‘Hoe duur zijn die schoenen eigenlijk?
600 á 700 euro.
‘Wat! Kan ik niet betalen. Nee, deze zijn goed. Goede prijs-kwaliteit. Ben ik heel erg van. Prijs-kwaliteit. De Bijenkorf hè.’
Mona Keijzer zou zondag spreken in het Utrechtse debatcentrum Limes030, maar dit optreden heeft ze wegens een sterfgeval in de familie moet afzeggen.