Misschien dacht Beatrix even aan niets. Was ze op de achterbank van haar auto een beetje weggedommeld.
Dat wat voelde als een klap bracht alles in haar in beweging. Haar oren en ogen, haar bloed, haar hart – al haar spieren. De auto maakte slechts een kleine slingerbeweging, maar ze dook instinctief naar beneden. Haar gezicht tussen haar knieën. Haar armen over haar hoofd en gezicht. Ze kon het geluid niet plaatsen. Kwam het uit de verte of van dichtbij – dat ontging haar. Was het een schot? Was zij geraakt?
Is het voorbij?
Balthus was van de bank gegleden. Hij krabbelde op en blafte.
‘Niets aan de hand. Niets aan de hand!’ riep de chauffeur, maar zijn stem klonk paniekerig. Hij remde en zij werd in haar gordel gedrukt. Balthus zette zich schrap nu. De autobanden stuiterden bokkend op het asfalt.
Er was natuurlijk wel iets aan de hand. Ze wilde opkijken, maar de schrik had haar spieren vergrendeld – haar razende hart gevangen. Ze wrikte haar vingers los en toen haar armen. Ze kon alleen maar heel langzaam omhoog komen. De adjudant zwaaide met zijn armen. Wilde weten wat er was gebeurd.
‘Ik heb iets geraakt. Iets. Ik weet het niet,’ riep de chauffeur. ‘Een beest. Een konijn. Of een kat.’
Hij en de adjudant schreeuwden tegen elkaar. En Beatrix schreeuwde mee.
‘Waarom rijdt u ook zo hard?’
In 50 Shades of Orange publiceert schrijver Mariëtta Nollen tot aan de kroning iedere dag een fragment uit haar roman Ik, Beatrix. Zo maar wat scènes uit het leven van onze koningin, die zo maar echt gebeurd kunnen zijn. Het ebook is hier te bestellen. Mariëtta publiceert ook op De Nieuwe Pers en twittert.