Economie

EU denktanks: denk globaal, handel Europees

06-05-2013 10:26

Met de verwachte economische krimp in de EU in 2013 van 0,1 procent pakken veel EU landen hun kansen individueel op de groeimarkten daarbuiten. In het deze week verschenen invloedrijke rapport van 16 Europese denktanks Think Global, Act European IV (TGAE IV) adviseren Richard Youngs en John Springford juist om de groei van de binnenlandse vraag te stimuleren. 

Dat is een strategie met verrassende elementen, Eurocommissaris voor Handel Karel de Gucht kan er belangrijke lessen uit trekken om de Europese economie terug te brengen op het gewenste groeipad. Geen van de denktanks is een Nederlandse, dus zullen Hollandse praatshows er weinig woorden aan wijden. Dat is een denkfout; conclusies uit vorige rapportages leiden altijd tot nieuw Europees beleid, ook voor ons.

Risico’s alleingang

Enkele weken geleden wees ik in een vorige opinie al op het risico van het uitblijven van een eensgezinde EU handelsstrategie . Dat wordt niet alleen bevestigd door het TGAE IV rapport, Youngs en Springford doen er nog een schepje bovenop. Hun bevindingen maken deel uit van een bredere visie, bijeengebracht door het Jaques Delors Institute in Parijs. Eurocommissaris De Gucht is binnen de EU vooral bezig met het scheppen van algemene randvoorwaarden voor de gemeenschappelijke markt. En daarbuiten met reizen naar internationale partners, als de Afrikaanse Unie, Peru, Japan, noem het maar op. Maar wat doe je als dat niet genoeg is?

Dat maken Youngs en Springford pijnlijk duidelijk: Denemarken heeft weer een eigen ministerpost voor Handel en investeringen gecreëerd. Nederland wordt genoemd met de commercialisering van de ambassades. Frankrijk gaat voor economisch patriottisme. Duitsland gaat het verst in het nastreven van eigen geo economische belangen. En ga zo maar door, de Britse premier David Cameron, de Spaanse koning, de Poolse regering, allemaal komen ze voorbij in de ondermijnende lijn van parallelle EU inspanningen.

Eigen achtertuin eerst

Die ongecoördineerde acties zijn te typeren als wanhoopsdaden bij het uitblijven van succes van de gemeenschappelijke EU strategie. Maar op de lange duur levert het niet gewenste resultaat op. Niet het Duitse model van een economie afhankelijk van export, maar het Amerikaanse wordt in het TGAE IV rapport als leidend voorbeeld gesteld. De productiviteit en innovatiekracht moeten omhoog door het aanwakkeren van onderlinge competitie.  Why else would the United States be the richest large economy in the world, but export far less than Europe? Doen we dat nu dan niet? Concurreren? Zeker wel, maar niet op een efficiënte manier.

Er wordt gepleit voor een clustering van specialisaties, zoals de City van London financiële specialisten op een kluitje veel harder hun best gaan doen, de maakindustrie in het Duitse Rijnland en de kracht van Silicon Valley zit in opeenhoping van mensen in het zelfde vakgebied. Ongeveer 60 procent van de Amerikaanse werknemers werkt in gebieden van geclusterde industrieën, tegenover een kwart van de Europeanen in soortgelijke geografische concentraties.

Dat maakt de competitiedruk groter en dus ook de output. Dat kan alleen met een sterke EU commissaris die de koppen van alle handelsministers goed tegen elkaar aan slaat en afspraken maakt wie met welke industrie het best gefaciliteerd kan worden voor echte groei uit de crisis.

Einde export?

Moet minister Ploumen daarom haar handelsmissie deze week aan Shanghai, Hongkong en Chengdu dan maar afbreken? Nee, dat niet, het een sluit het andere niet uit. Export blijft belangrijk, zeker voor Nederland. Maar de toegevoegde waarde van interne competitie in de EU is hoger. En omdat de andere kracht van de Europeanen zit in het maken van kwalitatief hoogwaardige produkten en diensten verwachten de onderzoekers dat het zal leiden tot hogere lonen.

Zelfs dat die Europeanen kunnen besluiten meer dure produkten van opkomende landen te kopen, in plaats van ze te exporteren. Een andere aanbeveling is een gemeenschappelijke corporate tax policy. Hoe gemakkelijk kan het leven zijn? In plaats van samen onderweg in een race naar de bodem eindelijk terug op het pad waar de EU in eerste aanleg voor is bedoeld. Een meer welvarende toestand voor alle Europeanen.

Richard Youngs is directeur van de Europese denktank FRIDE, gevestigd in Madrid

John Springford is research fellow van de in London gevestigde denktank CER

Voor reacties mail naar: [email protected]