Afgelopen weekend was het een moment van bezinning in Nederland. Nederland stond stil bij zijn oorlogsslachtoffers en vierde zijn vrijheid. Dit betekende volop aandacht voor de zwarte bladzijden in de Nederlandse geschiedenis en discussie over wie we nou wél en niet moeten herdenken.
Dat is mooi, want een samenleving die reflecteert over zijn verleden verstart niet in dominante opvattingen en taboes. Hoe anders is dat in Suriname, waar nog steeds tal van Bouterse-aanhangers de zwarte bladzijden in de eigen geschiedenis bagatelliseert en zelfs ontkent.
Op 8 en 9 december 1982 werden vijftien tegenstanders van het militaire regime van Desi Bouterse gemarteld en vermoord. Het is één van de zwarte bladzijden in de hedendaagse Surinaamse geschiedenis. Een gebeurtenis die diepe wonden heeft geslagen in Suriname én Nederland.
In 2007 is er door de krijgsraad besloten om de verdachten van de decembermoorden te berechten. Eventjes was er hoop voor de nabestaanden en Surinamers met een werkend moreel kompas. Helaas, het mocht niet baten, want in 2010 werd Desi Bouterse – hoofdverdachte in het proces – gekozen tot president van Suriname. In hetzelfde jaar bood Bouterse zijn excuses aan: “het was zij of wij”. Zij of wij? Tsja, blijkbaar zijn journalisten, advocaten en vakbondsleiders levensgevaarlijk in Suriname.
Met Bouterse als politiek leider koos de Surinaamse kiezer niet alleen voor een president met een dubieus verleden, maar ook om weg te kijken, om de eigen geschiedenis opportunistisch en selectief te benaderen.
De meeste Surinamers zijn zo trots op hun normen en waarden. Altijd “u” zeggen tegen oudere mensen en kinderen respect en discipline leren. Niet zoals die Nederlanders die maar alles toelaten en uiteindelijk verwende kinderen opvoeden. Nee, de Surinaamse moeder doet het anders. Zij is streng doch rechtvaardig.
Ik vraag me af wat er overgebleven is van deze normen en waarden. Het is verbazingwekkend hoe Bouterse-aanhangers keer op keer alles wat krom is recht proberen te praten. Naast het feit dat Bouterse een hoofdverdachte is in een moordzaak is hij veroordeeld voor drugshandel.
Daarnaast heeft Bouterse zijn politieke macht stelselmatig proberen te misbruiken door onder andere zijn criminele zoon Dino Bouterse te benoemen als hoofd van de anti-terreur eenheid, zijn pleegzoon – die vastzit voor doodslag – gratie te verlenen en een wetsvoorstel in te dienen waardoor de verdachten van de decembermoorden gratie kunnen krijgen.
Echter, voor Bouterse-aanhangers is er niets mis met deze veroordeelde crimineel. Bouterse is goed, want hij bouwt wegen. Het gaat de Surinaamse economie voor de wind, dus wij steunen Bouterse. Principes en normen en waarden worden door Bouterse-aanhangers afgezet tegenover materialistisch gewin. Als het aan de Bouterse-aanhangers ligt is de Surinaamse moeder dus niets meer dan een prostituee. We kunnen haar normen en waarden namelijk kopen.
Dit jaar wordt 150 jaar slavernij herdacht. Surinamers kijken massaal terug op deze traumatische gebeurtenis. Terecht, want de slavernij was geen pretje en dit moet zeker op een waardige manier worden herdacht. Het probleem is echter dat deze gebeurtenis zelfreflectie in de weg staat. Negatieve praatjes over Bouterse worden gauw afgedaan door te verwijzen naar het slavernijverleden van ex-kolonisator Nederland.
Als Bouterse-aanhangers het criminele verleden van Bouterse erkennen, dan proberen ze het te bagatelliseren, door te wijzen op de zogenaamde dubieuze rol van de Nederlandse journalistiek en rechtstaat. Bijvoorbeeld door te verwijzen naar de Nederlandse staatsdocumenten die tot op heden niet openbaar zijn gemaakt. Volgens Bouterse-aanhangers speelt Nederland dus een vies spelletje. Daarnaast heeft de Nederlandse overheid zelf ook bloed aan zijn handen. De tragische gebeurtenis in Rawagede in 1947 is daar een voorbeeld van.
Inderdaad, de Nederlandse overheid is niet heilig en heeft ook diverse zwarte bladzijden zoals Srebrenica en Rawagede. Ik ken echter weinig mensen die dit goedpraten of lopen te jij-bakken wanneer dit wordt aangehaald.
Mijn ‘Surinaamse’ moeder heeft me geleerd dat het wijzen op de fouten van een ander de eigen fouten niet uitwist. Nee, het gaat om zelfreflectie en de eigen fouten erkennen. Daarom vind ik de jaarlijkse discussies omtrent 4 en 5 mei zo interessant, want die laten juist zien dat er in Nederland niet wordt weggekeken, maar herdacht. Hoe lang gaat het duren voordat de Bouterse-aanhangers stil gaan staan bij het leed van december 1982?