Dankzij internet en sociale media hebben burgers meer mogelijkheden gekregen direct hun mening te geven of te discussiëren over politieke kwesties. Internet en sociale media bieden de mogelijkheid gebruik te maken van de inbreng van burgers en ze te betrekken bij de ontwikkeling van nieuw beleid. De afgelopen jaren hebben overheden geëxperimenteerd met allerlei vormen van burgerparticipatie en directe democratie. De lijst van initiatieven is lang: G1000, Burgerforum Kiesstelsel, Internetconsultatie, Wijbouweneenwijk, MijnBorne om er slechts een paar te noemen.
Het boek Empowering public wisdom: a practical vision of citizen-led politics sluit aan bij deze trend. In dit boek pleit de Amerikaanse activist Tom Atlee voor meer inbreng van burgers om zo tot beter beleid te komen. Door burgers systematisch onderwerpen te laten bediscussiëren kan er in het beleid gebruik worden gemaakt van zogenaamde publieke wijsheid: oplossingen die niet alleen op breed draagvlak mogen rekenen, maar die ook rekening houden met de lange termijn.
Atlee stelt voor om, buiten de bestaande partijpolitiek om, rond maatschappelijk vraagstukken een groep burgers te organiseren die de diversiteit van meningen, perspectieven of belangen uit de samenleving bij elkaar brengt. Deze groep burgers gaat met elkaar in discussie en komt tot consensus over de beste oplossing. Deze consensus noemt Atlee ‘publieke wijsheid’ omdat alle argumenten en aspecten zijn meegenomen om tot een verstandige beslissing te komen.
De groep burgers die een thema bespreekt vormt als het ware een steekproef van de echte samenleving. Per maatschappelijk vraagstuk wordt steeds een andere groep burgers aangesteld die de samenleving en de politiek van advies kan dienen. Er wordt gezocht naar burgers die onderling divers zijn en deze worden dus specifiek uitgezocht voor deze taak. Door diversiteit te garanderen wordt voorkomen dat de ene groep burgers andere burgers overschreeuwt.
Er zijn duidelijke voordelen verbonden aan deze benadering, maar er is ook reden voor scepsis. Atlee negeert het feit dat er thema’s bestaan waarbij consensus nauwelijks haalbaar is. Sommige mensen willen inkomensverschillen vergroten, anderen willen ze verkleinen. Deze groepen kunnen begrip krijgen voor elkaars standpunten en reflecteren op de gevolgen van hun eigen voorkeuren, maar dit wil niet zeggen dat ze het na deze discussies eens zijn. Net als in de huidige politiek komt er in dat geval een slecht compromis uit.
Maar er is een fundamenteler probleem. Hoewel dit proces mooie oplossingen kan opleveren, is de vraag of de grote meerderheid van de bevolking, die door tijdsgebrek niet aan de discussie deelnam, de uitkomsten zonder meer accepteert. De deelnemers hebben goed over de uitkomsten nagedacht en zijn tot nieuwe inzichten gekomen, maar dat geldt niet voor de buitenwereld. De kans is groot dat de uitkomsten voor hen niets anders zijn dan wederom een nieuwe mening over een thema, waar ze zelf anders over denken.
Deze aanpak staat op gespannen voet met de representatieve democratie waarbij de burger eens in de vier jaar stemt op volksvertegenwoordigers die vervolgens beslissingen nemen. Toch kunnen de adviezen van burgers superieur zijn ten opzichte van de compromissen uit de representatieve democratie. Bij die compromissen vindt vooral een uitruil van partijbelangen plaats. Wat is beter? Compromissen die onder politieke druk genomen worden, of compromissen die burgers sluiten na langdurige discussie?
Hoewel de aanpak van burgerdiscussies ook problemen kent, kan het een interessante manier zijn om tot voorstellen te komen over complexe politieke problemen en recht te doen aan de diversiteit van meningen in de samenleving. Juist volksvertegenwoordigers zijn daar niet altijd toe in staat. Het lijkt dus de moeite waard als politieke partijen het niet eens worden een groep burgers aan te stellen en te kijken waar zij mee komen. Burgers zouden in deze situaties hun volksvertegenwoordigers wellicht van advies kunnen dienen.
Chris Aalberts en Maurits Kreijveld zijn auteur van: Veel gekwetter, weinig wol: de inzet van sociale media door overheid, politiek en burgers.