Politiek

Sommige Nederlanders zijn wél zwartgallig en cynisch over politiek

12-05-2013 18:56

Ik las op de website Binnenlands Bestuur een stuk van de hand van journalist Brian van der Bol. Deze geeft de bevindingen weer van politicoloog Paul Dekker. Voor ik commentaar ga leveren lijkt het me eerst noodzakelijk om de term ‘cynisme onder de loep te nemen en te kijken of deze wel in de juiste context is geplaatst en de lading dekt.

Wat duidelijk blijkt uit het stuk, voor mijn gevoel, is dat de onderzoeker, Prof. Dr. Paul Dekker, zijn mening of conclusies vormt op basis van religieuze ingevingen. Zo ook een voorbeeld van een publicatie van zijn hand: Religieus engagement in de civil society. Ook neigt de politicoloog het grotendeels op te nemen voor de politieke kant van de samenleving.

De auteur van het stuk neemt geen cijfermateriaal mee waardoor het stuk kan overkomen als zijnde niet goed onderbouwd. Hoe komt de professor aan deze wijsheid? Er staat wel door jarenlang onderzoek, maar ik zie geen verwijzingen naar publicaties of cijfermateriaal. Nochtans is het stuk goed geschreven door Brian en kan ik hem niet betrappen op ook maar één persoonlijke mening.

Cynisme

Onder cynisme wordt een houding verstaan, die vaak in taal tot uiting komt, maar die ook onuitgesproken kan blijven. Deze houding is er een van wantrouwen tegen iemands goede bedoelingen, of tegen het nut van instituties, of van grote ongevoeligheid voor de gevolgen van de eigen daden.(bron: Wikipedia)

Duidelijk dacht ik zo, de uitleg van Wikipedia, als we er van uitgaan dat de bedoelingen van de overheid te goeder trouw zijn. En meteen wordt duidelijk dat ‘de Nederlander’  van Paul Dekker toch door een andere sociologische bril wordt bekeken dan die ik op heb. Veel Nederlanders zijn zeker wel cynisch als het gaat om politiek, in mijn beleving. Zeker in de tijd na Pim Fortuyn is een deel van de burger zich veel meer gaan interesseren voor politiek (interesseren en actief lid worden is niet hetzelfde), zijn de ogen van mensen opengegaan en zijn (gelukkig) veel onhebbelijkheden van de politiek, partijgekronkel en bestuur naar buiten gebracht.

Mede door de media, onafhankelijke journalisten en bloggers is de politiek dichter bij de burger gebracht en daardoor ook onder een vergrootglas terecht gekomen. Met als gevolg dat veel minder mensen tegenwoordig (actief) lid zijn van een politieke partij. Sommige burgers doen steeds meer aan partij-hoppen en zwalken van links naar rechts, net zoals het op dat moment uitkomt.

Achter de voordeur

Voordat Fortuyn Nederland wakker schudde ( sorry voor diegenen die dit anders willen verwoorden ) was er ook een hoop ongenoegen in de samenleving maar het was niet zo zichtbaar als dat het nu is. Mensen hield kritische gesprekken m.b.t. de politiek en gastarbeiders áchter de voordeur en trad hiermee niet in het openbaar. Vijfentwintig  jaar geleden spraken sommigen dus ook al schande over onze gastarbeiders, maar achter de voordeur. In het openbaar werden gastarbeiders met egard bejegend. De Nederlander (gegeneraliseerd) conformeerde zich nog enigszins aan de normen en waarden die destijds golden.

Nu, anno 2013, zijn we niet meer geremd door onze normen en waarden die absoluut de laatste jaren veranderd zijn. We zijn autonomer geworden  in zowel ons denken als ons doen. En niet alleen door ons toedoen zijn normen en waarden veranderd in onze samenleving. Ook door de input van de overheid is er het een en het ander veranderd. Onze samenleving is geforceerd vermengd met cultuur en religie van anderen. Pluriformiteit is een zegen volgens sommigen zonder de consequenties in ogenschouw te nemen. Consequenties waar de oude Grieken ons al voor waarschuwden (metoiken).

Maar goed, we zijn geëvolueerd en onze beschaving heeft een laagje chroom gekregen. Een dun laagje van ethiek, cultuur en verlichtingsdenken (Montesquieu, Kant etc.)  is wat ons scheidt van ons barbaarse verleden.  De overheid en sommige personen in onze samenleving verwachten dat we allemaal (op den duur) ‘uomo universalis‘ zijn of worden, en tevreden zijn met vorm politiek, maar dan wel op een politiek correcte manier.

Vertrouwensmaatschappij

Zonder vertrouwen stort de democratie in beweert Dekker en ik persoonlijk vind (voordat er weer mensen zijn die denken dat ik namens heel Nederland spreek) dat onze democratie aardig op weg is met instorten als we zo doorgaan. We verwachten enerzijds dat onze democratisch gekozen volksvertegenwoordigers steeds opkomen voor onze belangen, maar de praktijk wijst steeds vaker anders uit. Anderzijds is het voor de volksvertegenwoordiger ook niet meer makkelijk om steun te vinden in de achterban.

Als voorbeeld het regeerakkoord. Een half jaar geleden nog goedgekeurd op alle punten door de PvdA-achterban door middel van stemming en nu heeft diezelfde achterban alweer een andere mening of wenst zich niet neer te leggen bij de democratische besluitvorming. Hetzelfde geldt ook voor de VVD met het nivelleren van de zorgbijdrage. Vertrouwen moet van twee kanten komen, anders heeft polderen geen zin meer en consensus geen waarde. Hoe moet het dan wel? Een legitieme vraag waar ik geen antwoord op kan geven.

Doorgeslagen

Er mag dan decennia geleden sprake zijn geweest van een euforie politiek, maar ook daarin zijn sommigen van ons flink doorgeslagen of uit de bocht gevlogen. Ze streven een utopische samenleving na. Als een systeem goed functioneert en het is acceptabel voor de grootste groep Nederlanders, wees er dan ook zuinig op zonder in te leveren op welvaart. Ga niet de EU de burger door de strot drukken met leugens en mooie verhaaltjes. Schakel niet het bindend referendum bij voorbaat uit etc. Beperk niet de vrijheid van meningsuiting en de middelen die ons en de democratie ter beschikking staan.

Zelfs na zogenaamd jarenlang onderzoek, waar wel publicaties van te vinden zijn, slaat professor Dekker, wat mij betreft, de plank dus mis om te concluderen dat ‘we’ gezond vertrouwen hebben in de Nederlandse politiek.

Titelfoto: Premier Mark Rutte, D66-leider Alexander Pechtold, VVD-fractieleider Halbe Zijlstra, SGP-leider Kees van der Staaij en Christen Unie fractievoorzitter Arie Slob voorafgaand aan het debat over het sociaal akkoord. (ANP)