Het was een tweet van Peter Bruyn die mijn interesse wekte. Volgens hem was Supersister na veertig jaar terug en droeg het nu de naam Spoon Lifts Moon. Aangezien Supersister een niet onbelangrijk deel heeft in de soundtrack van mijn jeugd met de klassiekers Pudding en Gisteren en Superstarshine Vol. 3 kon ik niet anders dan mijn oor gooien tegen het debuut van het kwartet uit Haarlem, Soup.
Hoewel ik graag een eigen mening vorm, kan ik niet anders dan Peter Bruyn gelijk geven. Met een vergelijkbare klankkleur, absurditeit in arrangementen, humor in zowel compositie als teksten en zelfs een vergelijkbare uitspraak van het (steenkolen) Engels dat doodleuk wordt afgewisseld met Nederlandse zinnen, lijkt de Haagse band een reïncarnatie te hebben gevonden in deze vier Haarlemse jongemannen.
Maar ook Frank Zappa, de peetoom van de hilarische progressieve en experimentele rock, lijkt niet ver om de hoek van Haarlem te hebben gewoond. De vier heren van Spoon Lifts Moon zijn met hun gestoorde teksten over muffin etende doden, funky bisschoppen en buitenaardse wezens opzoek naar lepels voor de soep in even vrolijk gestoorde nummers immers overduidelijk bastaard kindjes van de man. Daarmee is Soup, zonder enige gekheid, een feestelijke verzameling van serieuze ongein die het best te omschrijven valt met de titel van het laatste nummer, ‘Het Feestsysteem’. Tien nummers volop feest met een hoog muzikaal niveau en een neus voor rariteiten en nu hop die beentjes van de vloer.