Binnenland

Slavernij-auteur best welkom in West-Indisch Huis

16-05-2013 17:30

Schrijver/journalist Marcel van Engelen mag een boek over de Nederlandse slavernijhandel best ten doop houden in het  Amsterdamse West-Indisch Huis.

Eerder deze week vertelde de auteur dat het West-Indisch Huis de boekpresentatie niet wilde faciliteren, omdat in zijn werk werd gerefereerd aan de slavernijhandel, een activiteit die vanuit het West-Indisch Huis werd opgezet. De lokatie wilde aldus Van Engelen niet ‘geassocieerd’ worden met dat groezelige verleden.

Omzetgarantie

‘Dat is onzin. Van Engelen is en blijft van harte welkom. We hebben twee voorwaarden. De eerste is beschikbaarheid, de tweede: er moet genoeg omzet zijn. Als Van Engelen minimaal 7500 euro (ex BTW) besteld is hij welkom’, laat manager Tico Mak van A Matter of Taste, de exploitant van de lokatie, weten aan ThePostOnline.

Handel in slaven

Het West-Indisch Huis was tussen 1626 en 1656 de zetel van de Amsterdamse Kamer van de West-Indische Compagnie. De directie vergaderde enkele malen per jaar in het pand dat eigendom was van de stad Amsterdam, de belangrijkste partner in de handelsmaatschappij.

Omstreeks 1635 is in de Haarlemmerstraat het besluit genomen om naast suiker, tabak en goud ook in slaven te handelen.

‘Gelegenheidsargument’ 

Van Engelen zegt dat Mak een ‘gelegenheidsargument’ gebruikt. ‘Toen ik daar was om over de boekpresentatie te praten hoefde ik slechts 1500 euro om te zetten en werd er nadrukkelijk gezegd dat het West-Indisch Huis zich niet wilde associëren met het slavernij-verleden.’

Het boek wordt nu vrijdag gelanceerd in IslandBookstore aan de Amsterdamse Westerstraat.

UPDATE: De Amsterdamse wethouder Andree van Es van diversiteit heeft opheldering gevraagd bij A Matter of Taste over de kwestie. In een reactie aan ThePostOnline laat Van Es het volgende weten. ‘Ik was blij  te horen dat het dus niet zo is dat het bedrijf dat het West Indisch Huis exploiteert het slavernijverleden wil wegmoffelen.’

Mak heeft naar aanleiding van het gesprek met de wethouder toegezegd ‘om te praten over de mogelijkheid’  een bijdrage te leveren ‘aan de vergroting van de kennis over de Amsterdamse betrokkenheid bij de slavenhandel.’ Wat dat concreet inhield, kon Mak vanavond niet zeggen.