Perzische tuinen zijn oud en staan bekend om hun betoverende schoonheid, structuur en vernuft. Al duizenden jaren komen mensen om zich er te verpozen, te laten bekoren of inspiratie op te doen. In de loop der tijd heeft het concept van de tuin zich verspreid naar vele andere landen, van Andalusië tot aan India. De laatste decennia is het fenomeen ook in de Hollandse polder tot bloei gekomen. De Perzische tuin kent verschillende vormen en Nederland vormt daarop geen uitzondering. Zo kan men de tuin hier in een wat strenge, sobere gedaante tegenkomen, men denke aan Afshin Ellian. Of een meer weelderige en bloemrijke, zoals Kader Abdolah.
De laatste weken is Nederland in de ban van weer een andere vorm: het labyrint, een op zich interessante variant, maar waakzaamheid is geboden: men kan er in verdwalen. Voor je het weet ben je van de geurende bloemen beland in een of ander moeras. De naam van dit type: Sander Terphuis. Voor intimi ook bekend onder zijn oorspronkelijke Iraanse naam: Ahmad Queleich Khany. Aanleiding dit Perzische exportproduct eens onder de loep te nemen.
Sander Terphuis is al langer actief voor de PvdA maar de laatste tijd is hij pas echt bekend geworden als leider van het verzet tegen het kabinetsvoornemen illegaliteit strafbaar te stellen.
Terphuis is een Iraanse immigrant die zijn oorspronkelijke naam Ahmad Queleich Khany heeft ingeruild voor de nieuwe, Nederlandse naam Terphuis. Zelf zegt Terphuis over de naamswijziging op zijn website dat hij op deze manier wil laten zien er bij te willen horen en onderdeel uit te maken van deze samenleving. Verder zou zijn Iraanse naam vaak tot onduidelijkheid en verwarring leiden, en was het uitspreken ervan lastig voor Nederlanders.
Deze afweging is aan hem. Afshin Ellian laat als immigrant uit Iran zien dat behoud van eigen naam geen beletsel hoeft te zijn voor succesvolle integratie en participatie in de Nederlandse samenleving.
Het kiezen van een nieuwe achternaam is lastiger dan een nieuwe voornaam. Eén van de belangrijkste voorwaarden waaraan moet worden voldaan is dat een naam wordt gekozen die in Nederland nog niet bestaat. Vanwege banden met Friesland besloot Ahmad Queleich Khany de begrippen ‘terp’ en ‘huis’ te combineren tot Terphuis, en kwam zo tot een naam die tot zijn eigen verbazing in Nederland nog niet bestond.
Nieuwkomer Terphuis is niet op zijn achterhoofd gevallen. Als slechtziende Iraniër met vrijheidsdrang begreep hij goed dat West-Europa hem meer zou kunnen bieden dan zijn geboorteland. Al jong besloot hij zijn vaderland te verlaten en wel door topsport, via het in Iran populaire worstelen. Als lid van het Iraanse team dat deelnam aan de wereldspelen voor gehandicapten in Assen in 1990 greep hij zijn kans en vluchtte.
Na zijn naturalisatie en voorzien van een nieuwe naam koos hij, na eerdere opleidingen te hebben gevolgd, voor de studies rechten (met als specialisatie onder andere vreemdelingenrecht) en filosofie, en werd lid van de PvdA.
De staatsrechtjurist houdt er linkse opvattingen op na. Mede door zijn toedoen werd op het partijcongres in Leeuwarden eind april met overweldigende meerderheid een motie aangenomen die strafbaarstelling uit het regeerakkoord wil halen. Zo niet dan dient de PvdA-Tweede Kamerfractie tegen het wetsvoorstel te stemmen. Volgens Terphuis betekent strafbaarstelling ‘in de praktijk (…) dat vreemdelingen worden gestraft, enkel omdat zij geen verblijfsvergunning hebben. Zij hebben niets misdaan’. Hij vindt het ‘onacceptabel (…) onschuldige mensen in ons land te vervolgen en te straffen’.
Een wat merkwaardige opvatting voor een jurist. Het is juist verbazingwekkend dat illegaliteit nog niet strafbaar is, immers een illegaal verblijf is tegen de wet en zou dus per definitie strafbaar moeten zijn. Het lijkt erop dat Terphuis’ verleden als asielzoeker hem hier parten speelt.
Met zijn aanhoudende protest via partijorganen en media tegen de ‘onrechtvaardige en inhumane plannen’ bewijst de gewezen Iraniër haarfijn aan te voelen hoe het politieke spel in Nederland gespeeld, en met welk vocabulaire het linkse electoraat bespeeld, moet worden. En met succes. De laatste weken heeft hij PvdA-leden weten te mobiliseren en de partijleiding onder druk weten te houden, bijvoorbeeld via behulpzame talkshows. Vrijdag 10 mei jl., aan tafel bij Pauw en Witteman, toonde Terphuis goed ingevoerd te zijn in het jargon van de linkse kerk: “(…) dat het asielbeleid in Nederland nou eens humaner wordt en dat de menselijke maat maar eens weer terugkomt (…)” en “(…) samen strijden voor onze sociaaldemocratische idealen en één daarvan is inderdaad opkomen voor de kwetsbare mensen en dat zijn dus ook mensen die al jarenlang in Nederland verblijven”.
Partijleider Samsom is met de ledenrevolte en Terphuis’ optredens steeds meer in zijn maag komen te zitten. Het felle verzet tegen deze maatregel uit het regeerakkoord en zijn weigering te heronderhandelen zorgde voor veel onrust in de partij, en leverde hem drukke tijden op met bezoeken aan diverse afdelingen verspreid over het land. Ambivalente handreikingen van coalitiepartner VVD, nadat het merendeel van de PvdA-leden vorige week schoorvoetend over de streep leek te zijn getrokken, maakten zijn positie er niet makkelijker op.
Echter, als de nood het hoogst is, lijkt de redding nabij. Terphuis, hoeveel steun hij oorspronkelijk ook had, werd ermee geconfronteerd dat de meeste leden hun standvastig politiek leider bleven steunen en voortzetting van de coalitie belangrijker vonden dan het eerst zo principieel geformuleerde voorbehoud. Vasthouden aan zijn oorspronkelijke eis zou de partij nu alleen maar schade toebrengen.
Zondag 12 mei vond in Utrecht tijdens de ledenraad een nieuwe wending plaats in de strijd binnen de PvdA. Een nieuwe motie van Terphuis, gesteund door het partijbestuur, eiste niet langer dat strafbaarstelling uit het regeerakkoord zou worden gehaald. Dat leek een overwinning voor de partijleiding, maar het gevraagde wisselgeld was dermate hoog dat in feite het kabinetsvoornemen illegalen strafbaar te stellen uitgehold werd.
In de motie wordt om verruiming van het buitenschuld-beleid gevraagd, wordt illegaal verblijf niet langer als een misdrijf maar als overtreding gezien (wat geen reden meer is voor uitzetting) en staat dat het verlenen van hulp aan een vreemdeling nooit strafbaar is. Verder mogen vreemdelingen zonder paspoort niet meer automatisch in detentie belanden, moet het illegalenquotum worden afgeschaft en de situatie in detentie worden verbeterd.
Het is duidelijk dat inhoud en geest van deze motie niet met elkaar zijn te rijmen.
Samsom’s positie kwam verder onder druk te staan toen bekend werd dat zes leden van de kamerfractie grote moeite hebben met de kabinetsplannen. Zij hebben aangegeven alleen vóór een wetsvoorstel te zullen stemmen als aan alle punten uit de ledenraadmotie van Terphuis wordt voldaan.
Op het eerste gezicht leken door deze uitkomst de rijen in de partij zich weer te kunnen sluiten. Nadere observatie leert dus dat partijleider Samsom verder in het nauw was gedreven. Het dubbelzinnige karakter van Terphuis’ motie op de ledenraad staat haaks op Samsom’s weigering met de VVD te heronderhandelen. Toch meldden vrijwel alle media afgelopen zondag: ‘ledenraad PvdA achter Samsom’. De goede waarnemer kon al zien dat de uitkomst van de ledenraad zoveel tegenstrijdigheden bevatte dat de PvdA-leider in feite richting heronderhandelingen met VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra werd geduwd.
De maandag na de ledenraad verscheen de onvermoeibare Terphuis opnieuw in de media, dit keer voor de microfoon van EO’s DIDD en hij leek niet tot compromissen bereid. Ook partijleider Samsom kreeg er van langs: “Hij [Samsom] heeft (…) op het congres eind april een grote fout gemaakt (…) door een uitspraak van het congres zomaar naast zich neer te leggen. En dat was een belediging ook voor onze leden, want wij zijn een ledenpartij”. Dat Samsom “vrij snel zelf erkend” heeft een “fout” te hebben gemaakt en het partijbestuur om een ledenraad vroeg noemde Terphuis “een verstandige beslissing”.
Eerder bij Pauw en Witteman had Terpstra aangegeven liever via andere wegen zijn doel te bereiken dan tegen een muur op te lopen. Toch lijkt hij vooral met dat laatste bezig te zijn. Gevraagd door Tijs van den Brink of alle neuzen binnen de PvdA nu weer dezelfde kant op staan liet Terphuis merken dat eenheid binnen de partij voor hem weinig prioriteit heeft: “Nou, dat was niet zozeer mijn intentie. De strijd ging erover dat strafbaarstelling van illegaliteit in Nederland niet mag en die strijd gaat natuurlijk wel door”. (…) “Daar blijven wij (…) sociaaldemocraten, de PvdA absoluut tegen”.
Terphuis bezigde meer gepeperde teksten: “In dit land gaan wat mij betreft en wat de PvdA betreft geen illegalen in de gevangenis”. Op de vraag of de PvdA-fractie in de Tweede Kamer nooit en te nimmer mee gaat werken aan strafbaarstelling van illegaliteit was Terphuis stellig: “Dat zeg ik inderdaad. (…) Sociaaldemocraten zullen nooit en nimmer daarmee kunnen instemmen en zullen ook niet instemmen”. Later in het interview: “Ik zal het nog sterker vertellen, (…) mijn strijd gaat ook door zolang we af zijn van deze (…) onzalige en inhumane maatregel (…) en nogmaals, gelukkig heb ik nu ook de steun van de gehele fractie in de Tweede Kamer en alle leden van de PvdA, dus volgens mij gaan wij die strijd winnen”.
Bij tegenwerping dat hij niet over de steun van de gehele fractie beschikt antwoordde Terphuis: “(…) het gaat mij erom dat het principe, het beginsel van strafbaarstelling van illegaliteit niet in onze rechtsstaat Nederland doorgaat”. (…) “Ik moet nog zien of er in Nederland ooit zo’n wet komt. (…) En die [wet] komt er ook niet, nou om simpele reden dat (…) de fractie staat achter mijn ideeën, en dat verbaast mij ook niet, ook zij zijn sociaaldemocraten, die kunnen er niet mee leven”.
Op Terphuis’ publieke uitspraken van 13 mei bleef een reactie van het partijbestuur uit. Met de motie tegen strafbaarstelling van het congres op zak, steun van partijprominenten als Job Cohen, Hedy d’Ancona en Jan Pronk, en een flink aantal dissidente Tweede Kamerleden heeft hij binnen zijn partij de wind in de zeilen. Eigenlijk heeft de voormalig worstelaar uit Iran zijn politiek leider Samsom behoorlijk in de houdgreep. Met als resultaat dat afgelopen woensdag 16 mei de VVD bekend maakte door de PvdA te zijn benaderd, en dat de twee fracties gaan praten over het onderwerp.
Terphuis ontmoet nu tegenstanders van ander soort en kaliber. Wellicht dat het politieke slangenmens Rutte beter tegen de oud-worstelaar is opgewassen. Je eigen partij gijzelen is één ding, de VVD en het kabinet voor je karretje weten te spannen een tweede.
Toch weet je het nooit bij Sander ‘Duracell’ Terphuis. Bij de EO had hij alvast aangegeven vooruit te denken en mogelijk, “als het echt noodzakelijk mocht zijn”, een brief te schrijven aan koning Willem-Alexander: “(…) dat ik de koning, onze nieuwe koning, wijs op zijn eigen woorden die hij op de dag van de inhuldiging uitsprak, namelijk hij zei: ‘Ik sta voor de rechten en vrijheden van alle ingezetenen in Nederland.’” (…) “Wat mij enorm opviel en ook volgens mij meerdere mensen is dat onze koning al op de dag van inhuldiging zulke mooie betekenisvolle woorden uitsprak, ja en dan ben ik natuurlijk (…) erop gefocust dat als mijn koning iets zegt en ik zie wat er in de Vluchtkerk gebeurt, (…) dat de (…) fundamentele rechten en vrijheden van burgers worden aangetast, dan is het natuurlijk niet zo gek dat je dan onze koning die woorden in herinnering roept”.
Alsjeblieft.
Een mogelijke carrière in de politiek sloot hij overigens ook niet uit, Terphuis is al geruime tijd actief binnen en namens de PvdA en heeft ook al op de kandidatenlijst gestaan (plek 53) in 2010.
En zo sleept het dossier zich voort. Gezien de uitspraken en vechtlust van staatsrechtjurist Terphuis kan het nog eens heel lang gaan duren voor een en ander geregeld is.
Niet verwonderlijk. Nachten in Perzische tuinen duren lang.