Ze stalen onze fietsen, bezorgden ons een trauma in ’74 en slopen onze stranden op de enige dag dat de zon wél schijnt in Nederland. Maar onze oosterburen domineerden afgelopen weekend ook het Europese voetbal, hebben in oktober de lekkerste wijven van Europa en zijn de uitvinders van onderwater rugby. Combineer waterpolo met rugby en je heb een beetje een idee wat je kunt verwachten. Let op: Als je de zwemcapaciteiten hebt van een nijlpaard en de longinhoud van een verstokte roker, heb je vrij weinig te zoeken in deze aparte sport.
Onderwater rugby werd geïntroduceerd in 1961. Ludwig von Bersuda, lid van de Duitse Underwater Club in Keulen, kwam met het idee om een balspel onderwater te spelen. Hij zette op elk uiteinde van de bodem een emmer, waar men de bal in moest krijgen en spande een net boven het midden van het zwembad om de helften aan te geven. Maar een bal is gevuld met lucht, dus die krijg je moeilijk op de bodem van een zwembad. Daar had die pientere Ludwig ook aan gedacht: hij vulde de bal met zoutwater. Hierdoor ging de bal niet drijven en kon je hem ook nog met enige snelheid verplaatsen.
Het duurde nog lang voordat deze sport echt bekend werd, want pas op 4 oktober 1964 werd de eerste officiële wedstrijd gespeeld: DLRG Mülheim vs. DUC Duisburg. Een jaar later was er inmiddels een heus toernooi georganiseerd waar 6 teams aan meededen. Daarna ging het snel. De sport waaide over naar Scandinavië, Oost-Europa en de rest van de wereld. Dit resulteerde uiteindelijk in het eerste Onderwater Rugby EK (1978) en WK (1980).
Wanneer je onderwater rugby wilt spelen heb je dus een zwembad nodig. Logisch. Het bad moet tussen de 3,5 en 5 meter diep, 8-12 meter breed en 12-18 meter lang zijn. Wanneer je een bad met deze afmetingen hebt gevonden, hoef je alleen nog een speciale korf van 50 centimeter diep aan beide uiteindes van de bodem te zetten en je kan beginnen. Ieder team heeft 6 spelers in het bad en 5 op de bank. Je draagt een snorkel, bril, flippers en een Dries Roelvink-slipje. Geen gele, maar een zwarte of witte. Bovendien draagt het zwarte team ook zwarte polsbandjes om het verschil in teams nog beter te benadrukken.
Er zijn drie scheidsrechters, één buiten het bad en twee in het bad. Laatstgenoemden hebben zuurstoftanks, zodat ze de gehele wedstrijd onder water kunnen blijven en alles nauwlettend in de gaten kunnen houden. Je speelt twee keer 15 minuten tegen elkaar en je scoort door de bal in de korf te deponeren. Degene die het vaakst scoort, wint. Simpel.
En voordat je denkt dat het een hele agressieve sport is: het is verboden om elkaar aan te raken als de bal niet in de buurt is en het is ten strengste verboden om elkaar te slaan, schoppen of uitschelden. Dingen die doorgaans heel soepel gaan, onder water.
WINNAAR
Onderwater rugby wordt inmiddels wereldwijd gespeeld en er zijn officiële competities over de hele wereld. Van IJsland tot Colombia en van Australië tot Zweden. Deze gekke sport zou wel eens heel groot kunnen worden, want er zijn ook internationale toernooien waar clubteams het tegen elkaar opnemen. Ieder jaar treden in Berlijn de beste teams van de wereld tegen elkaar aan in ‘The Champions Cup’. In 2012 wonnen de Zweedse mannen van Molde UVK het toernooi en bij de vrouwen ging het Duitse TSC Shark Mannheim er met de eerste prijs vandoor.
Je begrijpt, als deze sport door heel Europa gespeeld wordt, kan Nederland niet achterblijven. Dus mocht je de behoefte hebben om een veredelde handbal in een korfbalmand te proppen, terwijl je amper lucht krijgt door de hoeveelheid chloor die door je hersenpan stroomt, ga dan eens een kijkje nemen bij OnderwaterSportVereniging Hilversum of Onderwater Sport Vereniging Orca.
Filmpje!
