Ik wilde iets schrijven over urbex fotografen, dat zijn mensen die foto’s maken op plaatsen waar bordjes met ‘verboden toegang’ hangen. Ik stuitte op de aan fotografieverslaving lijdende Ronald van Grinsven (42). Mijn artikel over urbex fotografie kon ik vergeten, maar ik had wel een gezellige fotojamsessie met Ronald in een Rosmalens schuurtje.
Als ik aanbel in Rosmalen wijst Ronald’s vader de weg naar zijn achtertuin. In het schuurtje dat daar staat word ik enthousiast begroet door Ronald, zijn kompaan Tom en Marleen, het model van deze middag.
Madonna’s Like a Prayer klinkt en ik krijg een glas cola. Bij de vraag of hij iets kan vertellen over urbex fotografie kijkt Ronald me spottend aan. “Dat is al lang weer uit. Vroeger reden mijn neef en ik het hele land af tot we een leuk verlaten pand zagen. We trapten dan een ruitje in, versierden de boel en dan maar plaatjes schieten. Tada! Dat is dan Urbex.”
De aan ADHD-trekjes lijdende Ronald lijkt niet echt zin te hebben om over het onderwerp door te gaan. Maar over de hachelijke situaties tijdens zijn artistieke tochtjes kan hij geanimeerd vertellen. “Je treft er van alles aan. Lig je wat te kutten met een fototoestel in een verlaten huis, duikt er ineens een zwerver op achter de keukenkastjes. Vaak zag je de drugsspuiten en condooms nog liggen. Een keer vonden we een wietplantage en kregen we het met criminelen aan de stok.”
Tijdens zijn tripjes werd Ronald een keer of zes keer aangehouden. “Stond ik ergens een vogel te fotograferen, kwam er zo’n kakker naar me toe. ‘Waarom zit je die vrouw door dat raam stiekem te fotograferen?’ Ik zei hem: ‘dat is toch een lelijk wijf, jonge. Ik moet die vogel hebben!’ Wat denk je? Gelijk de wouten op m’n dak. Kutkakkers.”
Voor Ronald is het onderwerp urbex daarmee wel afgesloten. Tijd om echt over fotografie te praten. Of liever: bezig te gaan. Want Ronald’s passie is door de jaren heen uitgegroeid tot een serieuze verslaving. Zo erg zelfs dat vrienden zich zorgen maken.
Na een half uur zonder fotograferen beginnen zijn vingers te trillen. “Ik word ’s nachts wel eens wakker om te fotograferen na een droom. Vrienden zeggen dat ik beter maar eens kan minderen. Maar als ik dat ding in mijn handen heb ben ik zo impulsief als de neten. Nu flitsen de ideeën ook door mijn kop.”
Helaas voor hem moet hij eerst het interview afmaken. “Laatst had ik een model. Ik bedacht zo dat ze op de kast moest springen en toen begon ik te fotograferen. Of ik pakte een peen uit de groentelade, zette hem bij Tom op zijn kop en hoppa, fotograferen maar. Mijn hoofd zit vol creativiteit.”
Een foto van een peen op iemand zijn kop wordt wel eens creatief gevonden, zolang het gepaard gaat met een statement over bijvoorbeeld de afschaffing van Europese subsidie voor Hongaarse wortelboeren.
Maar dat soort gedachten zijn aan Ronald niet besteed. Hij voegt hooguit voor de vorm nog een eenregelig tekstje als ‘Peen op hoofd’ aan zijn foto’s toe voor Facebook en is dan alweer bezig met de volgende shoot.
“Het is toch keigaaf om gewoon lekker aan te kutten? Fotojammen noem ik het. Ik wacht tot me een thema te binnenschiet, daarna gaan we kijken wat er in mijn schuur ligt en maken we een paar plaatjes.”
Of zijn foto’s mooi zijn geworden ziet Ronald daarna wel.
“Ik weet al wat ik nu ga doen. Iets in een matrozenstijl. Even denken hoor.”
Ronald staakt zijn spraakwaterval even om een sigaret aan te steken. Hij is drie seconden lang even diep in gedachten. “Ja. Het wordt een zielige matrozenstijl. Een creepy zielige matrozenstijl. Dat komt nu gewoon zo in me op.”
Terwijl Ronald in zijn sas is met zijn idee en als een gek spullen begint te verzamelen, vraag ik me af wat in godsnaam een creepy zielige matrozenstijl is. Ronald roept dat ik het wel zal zien. Ik richt me tot zijn maat Tom, die zeker drie á vier keer in de week bij Ronald te vinden is. Voor Tom betekent een bezoek aan Ronald lol trappen en even helemaal zichzelf zijn.
“We hebben duizenden vrienden op Facebook die ons volgen. Je moet ons zien als een soort fotografencommunity. Ik had nooit iets met de foto’s, maar nu ik Ronald ken wel.”
Tom houdt ervan om geschminkt te worden. Het liefst als clowntje, maar vaak wordt het wat extremer. “Ik stond een keer naakt in een besneeuwd weiland om een sneeuwpop te spelen. Laatst deed ik vrouwenlingerie aan voor een foto.”
Wat het idee achter die foto’s was wist Tom zelf ook niet echt. “Beetje experimenteren toch? Mijn vrienden hebben me toen wel flink afgezeken, maar wat kan mij dat nou schelen.”
Deze middag blijkt dat Ronald zijn concepten in minder dan een minuut bedenkt. Maar tijdens shoots moeten modellen daarna doorgaans rekening houden met het ergste. “We hadden laatst een clubje van die maffe wijven geschminkt alsof ze onder het bloed zaten. Stonden ze pal langs de weg met een ploertendoder te zwaaien. Gewoon hier in Rosmalen. Alle auto’s remmen en kijken. Prachtig.”
Ronald wrijft in zijn handen. Hij kan genadeloos zijn voor zijn crew. “Ik heb eens wat meiden in een steenkoude vijver gefotografeerd, in van dat vieze, smerige water.”
Lachend: “Zij waren aan het afzien maar ik heb me zelf toen prima vermaakt.”
Soms wordt het ze wel eens iets te gortig. “Laatst met zo’n vrouwtje ging het wel erg ver. Ze wilde dat ik foto’s maakte terwijl zij vastgebonden zat. Een soort verwerkingsproces van een nare tijd, gewoon bondage eigenlijk. Moesten Tom en ik die touwen steeds strakker doen. Ze kwam bijna klaar jonge.”
Dan beroept hij zich op zijn fatsoen. “Soms willen vrienden van me helpen omdat ze dan hopen lekkere naakte wijven te zien. Maar dat wimpel ik af.”
Ronald staat inmiddels ongeduldig te trappelen om te beginnen. “Eens eventjes kijken wat we allemaal hebben liggen, hoor. Ik heb nog een pauspak. Wil je dat we iets bloederigs doen of iets engs?”
Ik zeg dat het mij niet veel uitmaakt. Dan ineens springt Ronald juichend op. Zojuist ontstond er kennelijk weer een magistraal idee.
“Het is Pearl Harbour en Marleen d’r man is net overleden. Bom op zijn kop. Bam! Ze is er helemaal kapot van en mist hem. Ja, dat gaan we doen.”
Tom toont zijn ijver en raadpleegt onmiddellijk Google, om te zien of er wat foto’s in die stijl zijn om na te bootsen. Ronald ijsbeert intussen door zijn schuur. “Ik heb achter nog een touw liggen. En ook nog een vis. Even speuren wat er nog meer ligt, hoor.”
Ronald showt me onder meer galgentouwen, struisvogeleieren en kandelaren. Hij heeft zo zijn manieren om daar aan te komen. “Ik moet het met weinig middelen doen. Ik ben geen Olof Erwin of hoe die Amsterdammer ook heet.”
Volgens Ronald is zijn werk niet per se minder dan dat van de nationale fotografietop. “Oké, het is een andere kwaliteit, maar dat is omdat ik minder geld heb. Wat ik doe is veel creatiever. Mijn spullen komen overal en nergens vandaan. Rommelmarkten, de Kringloop, ouwe troep van Marktplaats. Als je mij dezelfde spullen geeft als die Amsterdammer kom ik ook wel in die blaadjes hoor.”
Terwijl ik een replica van een stekelbaars bekijk begint hij te lachen. “Die heb ik gewoon uit een museum gejat. Hij stond er zo eenzaam bij.”
De bebloede pop die Marleen vast gaat houden is eigenlijk van zijn moeder. “Ze zal niet blij zijn als ze die pop zo onder de klieder ziet. Laatst waren ze hier over de rooie omdat er sneeuwschuiven weg waren.”
Marleen krijgt ondertussen een paar dikke rode vegen over haar gezicht. “Dat heeft ze wel voor me over hoor! Of niet, Leentje?”
Ronald en Tom bekijken haar goedkeurend. “Ze is erg mooi. We geven haar vanmiddag rode bloedtranen, zodat ze een creepy uitstraling krijgt.”
De vis, de pop, wat rode vegen, een matrozenpet en een zielige blik van Marleen zijn voor Ronald genoeg om de foto ‘creepy zielige matrozenstijl’ te noemen. Gespannen over het resultaat van zijn shoot is hij niet. “Uiteindelijk zitten er altijd wel een paar goeie foto’s bij.”
De schuchtere Marleen speelt haar rol als creepy zielig matrozenmeisje goed. “Ik moet straks nog wel uit eten, maar dat heb ik wel voor Ronald over.”
Ronald prijst zich gelukkig met zijn model. “Op Facebook kan ik er zo tien oproepen voor een middagje in de schuur. We zijn een soort fotoclub.”
Terwijl Marleen een zeemanspet op krijgt en zwart gewaad aandoet, wordt Ronald steeds fanatieker met zijn camera. Tom en ik worden tot stilte gemaand. “Ik ben nu even bezig met belangrijke zaken jongens.”