De eerste Right Talk, een initiatief van Amnesty International en Coolpolitics, vond plaats in Nijmegen en stond in het teken van een eerlijk proces. Presentatrice Liesbeth Staats ging in gesprek met Ybo Buruma: raadsheer in de Hoge Raad en bekend strafjurist.
Eerlijke rechters bestaan niet. Meer dan een provocatie is het een stelling die tot nadenken stemt. Ybo Buruma stelde tijdens de eerste Rights Talk dat de rechtspraak in Nederland wel degelijk eerlijk is, maar dat de invulling van wat de samenleving eerlijk vindt door de jaren heen verandert.
In een bijzin zei Buruma iets wezenlijks: rechters hebben van de samenleving de opdracht gekregen om recht te spreken. Rechtspraak is dus gebaseerd op een maatschappelijk contract. Dat is een interessant uitgangspunt. De samenleving delegeert haar rechtsprekende macht aan een groep professionals, die we hiervoor opleiden. Dit betekent dat de macht om recht te spreken ten principale bij ons ligt.
Wij vragen vervolgens mensen uit ons midden om deze functie uit te oefenen, net zoals we de belastingambtenaar vragen om voor ons belastingen te innen en de leraar om onze kinderen te onderwijzen.
De opdracht die wij als samenleving aan de rechters meegeven is gecompliceerd. Aan de ene kant, wees neutraal, onbevooroordeeld en eerlijk. Willekeur moeten we voorkomen en we willen garanderen dat ieder van ons die ooit voor de rechter komt gelijk wordt behandeld en gestraft. Aan de andere kant, luister goed naar wat de samenleving eerlijk en rechtvaardig vindt en handel in overeenstemming daarmee.
Natuurlijk met nuance en gezond verstand; we vragen rechters ook om niet met de grillen van de samenleving en de waan van de dag mee te gaan en elke oprisping van de collectieve onderbuik bepalend te laten zijn in een vonnis.
Het recht als ‘de rem waarmee de samenleving wordt behoed voor collectieve blunders’, zoals Buruma in zijn boek ‘Geen blad voor de mond’ omschrijft. Maar uit het maatschappelijk contract vloeit voort dat de rechter niet in een ivoren toren dient te zitten. Hij moet voeling houden met de samenleving, ja, liever nog met beide benen in de samenleving staan. Een rechter moet weten van wie hij de macht om recht te spreken gedelegeerd heeft gekregen.
Maar, als rechters opereren op basis van een maatschappelijk contract, en als ze een steeds veranderend collectief geweten van de samenleving over eerlijkheid en rechtvaardigheid als bron voor hun rechtspraak gebruiken, is het dan niet logisch en verstandig om dit mandaat van de samenleving aan rechters regelmatig te verifiëren, bij te stellen en te vernieuwen? Moeten we als samenleving dan geen zeggenschap hebben in de beslissing welke mensen namens ons recht spreken?
Ik pleit daarom voor een systeem waarbij de samenleving zelf de rechters kiest om in haar naam recht te spreken. Dat geeft pas echt invulling aan het maatschappelijk contract. Zo’n systeem stelt ons in staat om te verifiëren of het geweten van de rechters overeenkomt met de opvatting van de samenleving over wat eerlijk en rechtvaardig is. Een systeem van gekozen rechters geeft rechters en het instituut van de rechtspraak een flinke democratische legitimiteit.
Dit moeten we natuurlijk verstandig uitdenken. Rechters moeten voor een lange periode worden gekozen, om te voorkomen dat snel scoren en kortzichtig handelen de norm wordt. Daarbij moeten rechters in een roulerend systeem worden gekozen, omdat anders de gehele rechterlijke macht in één keer wordt vervangen en van een collectief geheugen ineens geen sprake meer is.
De verkiezing van een rechter mag nooit uitdraaien op een referendum over een van zijn uitgesproken vonnissen. Tegelijkertijd moet een rechter zich niet bezighouden met een eventuele herverkiezing, waardoor hij impopulaire vonnissen niet meer durft uit te spreken. Het ambt van rechter blijft tenslotte aan strenge eisen aan opleidingsnviveau en competenties onderworpen.
In de uitwerking van een dergelijk systeem zie ik nog vele haken en ogen. Er zijn verschillende variaties mogelijk die alle verder uitgedacht moeten worden. In Zwitserland bestaat een systeem van gekozen rechters, waarbij men concludeert dat dit ‘van alle onvolkomen systemen het minst onvolkomen is’.
Dus voordat we dit voorstel resoluut diskwalificeren als weer zo’n populistisch plan om electoraal gewin te halen bij de man in de straat, is het de moeite waard er eens goed over na te denken.
Het voorstel is nadrukkelijk niet bedoeld als populistisch antwoord op het almaar dalende vertrouwen van de bevolking in de rechtspraak, al kan het hier wel een positief effect op hebben. Het komt voort uit de principiële overtuiging dat de samenleving als opdrachtgever voor de rechtspraak ook inspraak moet hebben in de keuze wie dit recht zal spreken. Een gekozen rechter voelt zich vervolgens vrijer om naar eigen inzicht en geweten recht te spreken. Dit bevrijdt hem van een weinig comfortabele spagaat tussen een neutrale rechtspraak en een rechtspraak die middenin de samenleving staat.
Mark Snijder is freelance tekstschrijver en houdt zich voornamelijk bezig met de internationale wereld, Europese ontwikkelingen, de Arabische regio en mensenrechten.