Lekker eten is een van mijn favoriete dingen. Ik ben voor alles in en wil alles proberen. Van een goed stuk vlees tot goede blauwader kaas, ik lust alles. Nou ja, bijna alles. Het enige dat ik echt niet lekker vind is vis. Al sinds ik weet wat ‘bah’ betekent, zeg ik bah als het over vis gaat. Mijn ouders kregen op geen enkele manier vis bij mij naar binnen gepropt. Zelfs als mijn moeder een stukje vis had ‘verstopt’ in paneermeel en me wijs probeerde te maken dat het vlees was, vond ik het hartstikke BAH!
Inmiddels ben ik natuurlijk heel wat jaren ouder. Hoewel ik nog steeds onpasselijk kan worden van de geur van vis, vind ik dat ik toch eens over mijn kinderachtige ‘vis is bah’ heen moet stappen. Veel mensen zeggen dat de ene vis de andere niet is. Dus misschien is het tijd om over mijn angst heen te stappen. Mensen die van vis houden snappen nooit wat ik bedoel als ik zeg dat vis een bepaalde vissmaak heeft die ik niet lekker vind. Deze week was dan ook de tijd rijp om te onderzoeken of dit ook echt zo is. Deze hele week moest ik dingen eten die ik ooit niet lekker vond, maar nu misschien wel te behappen vind. Deze week betekende dus: vis eten!
De vis-eet-challenge is er eentje waar mijn huisgenoot al weken lang op wacht. Haar geluk kon dan ook niet op dat ze deze week eindelijk vis mocht bereiden voor mij. Maandagavond kreeg van haar een visje voor beginners voorgeschoteld: pangasius. Terwijl ik het visje met smaak naar binnen werkte besloot ik dat dit wel een visje is dat ik in een restaurant zou bestellen. Helaas voor mij blijkt dit visje de cheap ass visjes onder de vissen te zijn, en kun je dit dus helemaal niet bestellen in een restaurant. Missie geslaagd dus, maar nog niet helemaal… Ook de restaurant-proof visjes zou ik moeten proberen. Er moest dus meer geproefd worden deze week!
Uiteindelijk heb ik vaker buiten de deur gegeten dan thuis afgelopen week. Omdat ik zelf (misschien wel uit angst voor ‘bah vis’) niet had medegedeeld aan mijn koks voor deze week, dat ik vis moest eten, heb ik eigenlijk weinig vis gegeten. Toen ik na de vrijdagmiddagborrel met een vriendin een hapje eten wilde bestellen, kon ik er dan ook niet meer onderuit. Ik moest aan de vis! Mijn salade met scampi’s ging er goed in. Hetgeen eigenlijk betekent dat er dus toch wel vis bestaat zonder die penetrante vissmaak. Toen ik zaterdag zelf moest koken heb ik dan ook maar met lichte tegenzin garnalen verwerkt door mijn gnocchi. Het resultaat mocht er zijn. Ik vond het zowaar lekker.
Het eindresultaat is dus eigenlijk dat ik maar drie dagen vis heb gegeten. Ondanks dat dit niet de afspraak was (ik moest immers iedere dag vis eten) vind ik deze challenge meer dan geslaagd. Ik ben heel nieuwsgierig geworden naar welke vissen ik wel niet niet lekker vind. Komende weken zal ik dus mijn experimentje verder doorzetten en met regelmaat vis eten. Ik beloof zelfs (en geloof me, hier ga ik aan gehouden worden) dat ik ook in restaurants zo nu en dan vis zal bestellen. Voorlopig zal ik nog geen haringhapper zijn, maar het begin is er. Ik mag van mezelf in ieder geval niet meer zomaar zeggen dat ik vis niet lust. Bij deze een uitdaging aan jullie allemaal: als je een keer voor me kookt, zet me dan maar een bord vis voor!
Esther Vogel onderwerpt zich komende 52 weken samen met Nadja Neeven en Lotte Besse aan de 52 Challenge: iedere week een nieuwe uitdaging. Alle uitdagingen kun je vinden op 52Challenge.nl.