Politiek

GeenStijl: luie journalistiek over het Europees Parlement

26-06-2013 12:37

Onlangs kwam GeenStijl met een filmpje waarin oud-PVV’er Daniel van der Stoep laat zien hoe goed Europarlementariërs alles voor zichzelf hebben geregeld. De blauwe loper ligt voor ze klaar, ze kunnen de hele week borrelen, hoeven nooit bij de lunch te wachten en houden tentoonstellingen voor zichzelf. Allemaal volstrekt onnodig natuurlijk, maar het meest schokkende nieuwsfeit uit Brussel bleek iets anders: Europarlementariërs blijken – na soortgelijke schandalen van jaren geleden – nog steeds vergoedingen te krijgen voor aanwezigheid, terwijl ze niet aanwezig zijn. 

GeenStijl voedt het Europese wantrouwen met terechte kritiek, maar negeert het echte probleem in Brussel. De vraag is niet hoe vaak Europarlementariërs aanwezig zijn of hoe vaak ze vergaderen, zoals GeenStijl roept, maar welke standpunten Europarlementariërs naar voren brengen. Deze parlementariërs vertegenwoordigen burgers op papier, maar burgers weten niet welke standpunten in hun naam naar voren worden gebracht. In de nationale politiek leveren besluiten regelmatig verzet op, maar in Europa weten de meeste burgers helemaal niet wat er wordt besloten.

Europese puzzel

Een boek van enkele jaren geleden geeft belangrijke aanwijzingen dat er een veel groter probleem bestaat dan GeenStijl bereid is in beeld te brengen. De Duitse onderzoekster Julia Stamm brengt in haar boek Unity in diversity? de carrières van Europarlementariërs in kaart. Ze deed 31 interviews met Europarlementariërs uit oude en nieuwe lidstaten: Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Polen en Hongarije. Stamm laat overtuigend zien dat er een Europese politieke elite bestaat. Die elite is zeer pro-Europees, precies het omgekeerde van veel burgers dus.

Een belangrijk kenmerk van Europarlementariërs is dat ze om diverse redenen Europees gezind zijn. Een deel is missionaris: zij zetten zich sterk in voor het Europese ideaal en zijn overtuigd dat Europese integratie belangrijk is en zich verder moet voortzetten. Een tweede groep is pragmatisch: zij willen zich bezighouden met belangrijke maatschappelijke problemen en zijn van mening dat het Europees Parlement een goede plaats is om die problemen aan te pakken. Voor hen zijn deze problemen alleen internationaal op te lossen.

Pro-Europese attitudes

Een derde groep is toevallig Europeaan geworden. Zij kregen door bijzondere omstandigheden of toeval de kans in het Europees Parlement te gaan zitten. Zij zijn niet per definitie enthousiast over Europa op het moment dat ze lid worden van het Parlement, maar toch kenmerken ook zij zich door pro-Europese attitudes. Tenslotte bestaat een vierde groep uit instrumentele Europeanen. Zij zijn net als de vorige groep niet sterk pro-Europees als ze lid worden. Zij zien het vooral als een baan die hen aanzien en prestige kan geven. De borrelende Europarlementariërs van GeenStijl dus.

Toch ademen de denkbeelden van de meeste Europarlementariërs dezelfde pro-Europese houding. Zij willen bepaalde thema’s op Europees niveau verder brengen, zien zich als een vertegenwoordiger van Europese belangen, willen Europa aan hun achterban verkopen of zien het werk in het Europees Parlement als een doel op zichzelf. Het is al met al uniek om in het Europees Parlement te zitten en tegen Europese samenwerking te zijn. Het Europees Parlement wil altijd meer Europese integratie en alleen pro-Europese partijen als GroenLinks en D66 zijn volledig transparant dat zij dit ook willen.

Dit is natuurlijk een veel groter probleem dan vergoedingen voor Europarlementariërs en wat flessen champagne. De standpunten van Europarlementariërs hebben dagelijks invloed op het leven van 500 miljoen mensen. Als die standpunten niet stroken met die van burgers, heb je echt een probleem. Maar om dat te laten zien heb je meer journalistiek onderzoek nodig dan waar GeenStijl toe bereid is.

Chris Aalberts is auteur van: Achter de PVV: waarom burgers op Geert Wilders stemmen. Hij doet momenteel onderzoek naar de relatie tussen Europa en de burger.