Drugs zijn superslecht. Drugs zijn de bom. Drugs zijn verslavend, of zijn ze dat nou niet? En maakt het eigenlijk uit op welke manier je onderzoek doet naar drugs? En wat is de invloed van onderzoekers op wat bekend wordt over drugs?
Bedenk wel dat drugs in de Verenigde Staten haast taboe zijn, terwijl daar veel onderzoek naar drugs gedaan wordt. Elk verschil in cognitieve vaardigheden na het gebruik wordt daar al snel als ‘abnormaal’ aangeduid.
Terwijl Carl Hart (onderzoeker op de universiteit in New York) ontdekte dat de cognitieve vaardigheden van methamfetamine-gebruikers in vergelijking met niet-gebruikers best normaal was, wilden zijn collega’s de focus leggen op afwijkingen die ook per toeval hadden kunnen ontstaan. Er heerst zoals bekend een anti-drugs state of mind.
Hart pleit in Amerika voor hetzelfde beleid als in Nederland en Portugal; een liberaler drugsbeleid. Betekent dit dat er nog een glansrijke carriere voor Hart in het verschiet ligt?
Nee: zijn twee grote onderzoeksfondsen verlopen bijna en zijn niet verlengd. Eén van de sponsoren vroeg hem: ‘probeer je te laten zien dat drugs goed is?’. Exit Hart dus.
Professioneel grappenmaker Bill Maher verwacht overigens wel dat Amerika ook een liberaal drugsbeleid zal krijgen, zo stelt hij hier. Maar dat gaat slechts over marijuana.
Dit artikel verschijnt i.s.m. United Academics en verscheen eerder hier