Toegegeven, bijna had ik het debuut van Hausu links laten liggen. Categoriseren als de zoveelste retro postpunk of new wave revival band die het goed doet op een ‘raad de invloeden avond’ en op naar de volgende. Vooral vanwege de vocalen van Ben Funkhouser knaagde The Cure in mijn muzikale geheugen. Maar ergens was ik toch geïntrigeerd.
Hoewel Robert Smith duidelijk de voorman van de band uit Portland heeft beïnvloed, is hier meer aan de hand. De hoekige riffs van Shellac, de schurende dissonanten van Sonic Youth, maar ook de rauwe postrock en post-hardcore die bands als Rodan, Slint en Codeine in begin jaren 1990 hadden neergezet, allemaal kon ik ze plaatsen naast het Britse slacker geluid van The Cure en haar tijdgenoten.
Wat ik echter niet kon, was een band noemen die dit al eens eerder had gedaan. Total is voor mij het eerste album waar al deze stromingen bij elkaar komen zonder dat het gezocht lijkt of dat het geheel als los zand aan elkaar hangt. Een band die binnen een nummer van de tegendraads donkere pop van The Cure naar een volbakken hardcore eruptie die Envy niet zou misstaan gaat, of de velden van Shellac.
Jawbox en Squirrel Bait bewandelen om in de implosieve rust van Codeine te eindigen, het is weinig gegeven en Hausu komt er met elke track op Total mee weg. En niet alleen mee weg, met elke keer dat ik de plaat opnieuw opzet word ik meer in de het album getrokken, hoor ik meer diepte en raak ik meer bevlogen door de dissonante postpunk van dit kwartet uit Portland.
Alles wat de ondergrondse van eind jaren 1980 en begin 1990 interessante maakt, zit in deze plaat en telt uiteindelijk op tot meer, waarmee Total ondanks de eerste indruk misschien wel een van de betere en volgroeide debuten van 2013 mag worden genoemd. En vooral ook meer eigen dan de initiële ‘band referentie bingo’ doet vermoeden.