Is de universiteit een diplomafabriek?

01-07-2013 10:39

Waartoe leidt een universiteit op? Het antwoord dat iemand op die vraag geeft, verraadt veel over zijn visie op het hoger onderwijs en de universiteit. Leidt een universiteit op tot breed ontwikkelde, kritische burgers, of tot iemand die op z’n tweeëntwintigste de arbeidsmarkt kan bestormen?

Diplomafabriek

Onlangs zat ik met een Tweede Kamerlid in een Haagse tram, toen we het over studies kregen. “Het is zonde”, zei ik, “dat je vier, misschien vijf, jaar op de universiteit rondloopt en daarna met een diploma op zak de arbeidsmarkt op gaat, op zoek naar een baan, maar wat weet je dan écht?”.

Hij was het met me eens, en gezamenlijk kwamen we tot de conclusie dat universiteiten steeds meer diplomafabrieken worden. Zoveel mogelijk studenten moeten in zo kort mogelijke tijd afstuderen en met een diploma op zak de arbeidsmarkt op gestuurd worden, op zoek naar een baan, naar een burgerleven, weg van de universiteit en de intellectuele verdieping.

Universiteiten zijn diplomafabrieken geworden, met magnetronstudenten als product. Snel klaar, weinig kwaliteit. In drie jaar tijd door je bachelorfase heen sprinten, en dan snel een master afronden en met een diploma op zak de universiteit weer verlaten. Vier, vijf jaar studeren, en weg. En wie er langer over doet, had tot voor kort als een soort zwaard van Damocles de langstudeerboete boven het hoofd hangen. Degenen die na hun master verder willen aan de universiteit, zien promotieplaatsen wegbezuinigd worden.

Langstudeerder

Laat ik een openbaring doen: ik zou graag een langstudeerder zijn. Wat weet je nu écht van de wereld na drie jaar een bachelor Politicologie gestudeerd te hebben? En hoeveel leer je werkelijk in één jaar master? Hoewel we allemaal pretenderen alles te begrijpen van wat er om ons heen gebeurt en in mooie woorden daar uiting aan geven (openbaring 2: ik doe daar aan mee), weten we natuurlijk maar weinig. In een half werkcollege wordt Immanuel Kant’s these van de eeuwige vrede behandeld, in een kwartiertje de kabinetten Paars I en II.

Het lijkt me heerlijk om langer te doen over die studie, om écht te studeren en te begrijpen wat die kabinetten voor Nederland betekenden, in welk licht we ze moeten zien. Of hoe Kant’s these terugkomt in organisaties als de Verenigde Naties en de Europese Unie. Waarom krijg ik daar de tijd niet voor en moet alles maar snel, snel, snel?

Het is zonde. Een universiteit zou een prachtige plaats kunnen zijn vol intellectuele verleidingen, met fundamentele discussies over alles en niets, een plaats waar je echt studie doet om je vakgebied te doorgronden en te begrijpen. Als ik door mijn faculteitsbibliotheek loop, zie ik een geweldige hoeveelheid boeken en geschriften met allerlei belangrijke, invloedrijke ideeën die mijn studie (Politicologie) vormgegeven en uitgebreid hebben. Maar welke tijd hebben we om ze te doorgronden? Het curriculum is streng en zo ook eisen om verder te mogen naar het volgende jaar. Tijd voor echte verdieping binnen én buiten het curriculum is er te weinig.

Rendabel

Misschien is mijn beeld van de universiteit als baken van intellect en verdieping wat te romantisch. Zeker, sommige opleidingen leiden op naar een een plaats in de arbeidsmarkt en zij daar dus ook op, maar veel studies zijn breder dan universitaire beroepsopleidingen. En natuurlijk, in een tijd waarin alles gewogen wordt naar haar financiële waarde is het (helaas) logisch dat ook de universiteiten en studies hun ‘nut’ moeten bewijzen en haar economische waarde moet bewijzen, dus moet opleiden tot de arbeidsmarkt.

Een dieptepunt was toen Leidse filosofie-studenten in universiteitskrant Mare een artikel schreven waarin ze stelden dat Filosofie juist wél economisch rendabel is en dus ook bestaansrecht heeft– gelukkig maar!

Maar dat betekent niet dat we niet tegen die tijdsgeest in moeten gaan. Universiteiten zijn altijd centra van maatschappelijke vooruitgang geweest. Die plaats moet ze terug veroveren door te breken met het economisch denken dat een universiteit vooral voor de arbeidsmarkt moet opleiden. Of willen we echt alleen maar magnetronstudenten?