Minister Bussemaker (PvdA) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Kamerlid Mohandis (PvdA) pleiten al enige tijd voor een rechtvaardig en sociaal leenstelstel voor studenten die vanaf september 2015 beginnen met hun studie. De PvdA’ers vinden het stelselwijzing sociaal, omdat je naar draagkracht terugbetaalt. Dus hoe meer men later verdient hoe hoger de maandelijkse aflossing zal zijn.
Hoogopgeleide studenten, voor wie het sociaal leenstelsel is bedoeld, verdienen gemiddeld anderhalf tot twee keer van het modaal inkomen. De sociaal democraten vergeten dat wij in Nederland een progressief belastingstelsel hebben. Hoe meer er wordt verdiend, hoe meer belasting per euro moet worden betaald. En straks moeten de hoogopgeleide studenten van nu tot hun 71e doorwerken. Kortom, het wordt voor de toekomstige studenten een sociaal leenstelsel en tot het 71e levensjaar minimaal 37 procent belasting afdragen. Slappe argumenten dus van beide PvdA’ers.
Zij (PvdA) die tijdens het vorige kabinet vanaf de zijlijn schreeuwden om de afstudeerboete af te schaffen, zijn degenen die nu een sociaal leenstelsel willen invoeren. Die op financieel vlak vele malen ongunstiger is voor onze studenten.
Een afstudeerboete is in vergelijking met een sociaal leenstelsel financieel gunstiger. Alleen de Kunduz-vrienden hebben de afstudeerboete meteen laten ingaan, hierdoor stonden de pleinen vol demonstrerende politici en studenten. In tegenstelling tot de afstudeerboete zal het sociaal leenstelsel ingaan voor studenten die vanaf september 2015 met een bachelorstudie zullen beginnen. Hiermee wordt voorkomen dat pleinen ook nu weer vol stromen met demonstrerende studenten.
Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap dient nieuwe inkomsten te genereren, want scholen zijn vrij gul met het uitgeven van ons geld. Het middelbaar onderwijs, de hogescholen en de universiteiten spenderen een vermogen aan feestjes, vastgoed, loze banen voor onnodig personeel en niet te vergeten de hoge lonen van bestuursvoorzitters en de vele onderwijsmanagers. U kunt er de jaarverslagen op naslaan. Het geld komt overal in een onderwijsgebouw terecht behalve daar waar het primair voor is bestemd, namelijk de docent en student.
Verder kampt de overheid, op dit moment, ook nog eens met een gigantisch probleem. Het probleem betreft studiestakers. Momenteel stopt gemiddeld 30 procent van de eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs met de opleiding. Dit probleem heeft ons als Nederlandse samenleving miljoenen euro’s gekost en zal ons nog vele miljoenen gaan kosten.
Met de invoering van het sociaal leenstelsel zal het aantal afgestudeerden met studieschuld explosief stijgen. Net als de hoogte van de gemiddelde studieschuld. Het sociaal leenstelsel zal het probleem van studiestakers zeker niet oplossen, want op dit moment leent al de helft van de studenten en bedraagt de gemiddelde studieschuld 15.000 euro, aldus het Nibud.
Enfin, zolang de vrijgevige scholen en studiestakers niet gestopt worden blijft investeren in onderwijs, met behulp van de opbrengsten van het sociaal leenstelsel, dweilen met de kraan open. Minister Bussemaker zal dus eerst zaken op orde moeten stellen, en dan pas een sociaal leenstelsel invoeren.