Nederlanders zijn op vakantie uitzonderlijk goed te ontwaren in de meute. Eigenaardig als je erover nadenkt, want zulke specifieke gelaatstrekken hebben we niet. In principe zouden we wat betreft ons uiterlijk onderling uitwisselbaar zijn met Engelsen, Duitsers, Belgen en bewoners van de Scandinavische landen. Toch herken je ze, zelfs voordat ze gepraat hebben, aan hun kleding en haardracht. Wij Nederlanders zijn namelijk zeer praktische types op vakantie.
Nu wil ik even voorop stellen dat ik zelf ook niet in een gesteven mantelpak met 15 centimeter hoge powerheels in het vliegtuig zit, maar de gemiddelde reizende Nederlander ziet eruit alsof hij een voetreis gaat maken naar Santiago de Compostela, inclusief stevige sandalen met extra dempende verstevigde hak, afritsbroek met 12 multifunctionele compartimenten en enge kunstlederen heuptasjes, terwijl ze zich helemaal niet gaan inspannen, maar gewoon aan een willekeurige Costa flessen goedkoop bier gaan zitten tanken.
Als deze landgenoten dan ’s avonds richting de boulevard slenteren doffen ze zich op en dragen ze iets waar ik nog nooit een andere Europeaan op heb kunnen betrappen; de legging onder de rok. Ik zeg niet dat andere nationaliteiten geen leggings dragen, heel heftig gekleurde zelfs, met sterrenstelselprintjes of zoals op de Antillen; gespannen rond enorme wiebelende bipsen in fluorkleurtjes. Niet charmant, maar zo’n witte driekwart onder een rokje, dat doen alleen Nederlanders.
Mocht het nog niet duidelijk zijn geworden in de inleiding, ik ben een fervent tegenstander. Een vriendin van me draagt ze ook, en op mijn vraag waarom in vredesnaam antwoord ze; ‘lekker warm als het net te koud is voor een rokje’. En dat begrijp ik dus niet. Als het te koud is voor een rokje draag ik een broek. Een ander frequent gehoord argument is; ‘mijn bovenbenen zijn net iets te zwaar’. Wederom; als mijn bovenbenen net iets te zwaar zouden zijn, draag ik geen rokje. Dan draag ik een broek. Nog een; ‘anders kun je niet met je benen wijd gaan zitten’ of; ‘anders plakken mijn benen aan elkaar’ Bah. Dan. Doe. Je. Dus. Een. Broek. Aan. Klaar.
Samengevat, een legging is een excuusbroek. Ik hoor namelijk niemand zeggen; ‘ik vind het mooi’. Nee, het wordt gedragen want anders te koud / te dik / niet charmant / plakkerig. Zo droeg ik in mijn tienerjaren altijd een trui om mijn niet bestaande achterwerk, want dat vond ik te dik. Alsof zo’n achterwerk krimpt of in het niets verdwijnt op het moment dat je er een trui omheen draait. Nee dus, en zo ook met de legging. Het verhult niks, en mochten jullie het niet in de gaten hebben, strakke kleding accentueert.
Er zijn genoeg andere opties om er leuk uit te zien als je wat zwaarder bent en je niet op je gemak voelt in een nietsverhullend wapperjurkje. Waar ik ook veel moeite mee heb is de kleur wit. Want als er namelijk iets is wat alles aan je lijf accentueert is het een strak kledingstuk in de kleur wit. Iedere onvolkomenheid wordt nog eens extra benadrukt. Een strakke witte huls gespannen om een been vol cellulitis resulteert in een strakke witte cellulitishuls. Daarbij is de gemiddelde Hollandse witte leggingdraagster niet gezegend met een paar lichtbruin getinte benen, dus lijkt de legging naadloos over te lopen in die boerse melkflessen.
Dus daarom een oproep. Aan alle witte driekwart leggingdraagsters. Doe ze uit. Laat de wind over je blote benen waaien. Lucht de muts. Voel de vrijheid. Vind je jezelf te dik? Draag een broek, of zo’n gezellige maxi-jurk. Leggings zijn niet mooi, niet sexy, je lijkt niet slanker noch bruiner. Het accentueert zaken die je wil verbergen. Het is een excuusbroek. Geen excuses meer!