“Even bellen zo?”, sms ik naar de kersverse wereldkampioen Alexander Brouwer. “Even inchecken, half uurtje, wacht ik daarna op je belletje!:)”, stuurt hij terug. Life goes on. Gistermiddag rond de klok van 18.40 uur kroonden Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen zichzelf tot wereldkampioen beachvolleybal, vanmorgen staan ze alweer op het vliegveld. Brak. “Dat je na het winnen van een WK-finale toch met een kater wakker kan worden”, zegt Brouwer vrolijk. “Nadat we de kwartfinale wonnen is onze familie in de auto gestapt en naar Polen gereden. We hebben het samen gevierd. Schitterend.”
De afgelopen pak ‘m beet 16 uren waren een gekkenhuis in het Poolse Jablonki. De vorige keer dat ik Brouwer sprak was na hun verrassende overwinning in de tweede ronde op het Nederlandse duo Nummerdor/Schuil. Het doel was toen nog om bij de laatste acht proberen te geraken, om zodoende de A-status van het NOC*NSF te bemachtigen. Dat beide heren zichzelf de komende twee jaren wereldkampioen mogen noemen, daar hadden ze toen nog niet eens over nagedacht. “Als je kijkt welke spelers wereldkampioen zijn geworden, dan praat je echt over de gevestigde orde. Wij zijn 23 en 25 jaar. Dit is zo ontzettend gaaf”.
Zo’n succes komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. “We trainen zeker 25 uur per week samen. Het is typerend voor onze coach dat hij zelfs na de finale nog kritisch was. We hebben de koppen al even bij elkaar gestoken en weten alle drie dat we nog veel progressie kunnen boeken.” Het zijn uitspraken die een sportman sieren, en dat terwijl het er allemaal zo gemakkelijk uitzag. “Ik zal niet zeggen dat het feestwedstrijden waren, maar als je de setstanden bekijkt… Het ging echt als een trein. We speelden met flair en goede focus en hebben op het juiste moment ons beste niveau gehaald.”
Niet alleen het samenspel, maar ook het samenzijn met Meeuwsen wordt geroemd. “Je bent het hele jaar zoveel samen en in de zomer zie ik hem nog meer dan mijn vriendin. Het is eigenlijk een soort van relatie. Het is zó belangrijk dat dat blijft klikken. Het zijn van het beste duo en iets voor elkaar overhebben is misschien nog wel belangrijker dan de beste volleyballers zijn. Dat gaat ons gelukkig goed af.”
Het gebeurt niet zelden dat grote winnaars ook een groot verval kennen. Brouwer is waakzaam. “Dit moet het begin zijn van iets moois. In 2015 is het WK in Nederland en een jaar later de Olympische Spelen. Daar willen we hoge ogen gooien. Dit geeft zoveel vertrouwen. We weten nu hoe het is om op zo’n groot toernooi in de flow te komen en hoe het is om onder deze omstandigheden belangrijke punten te winnen.”
Wie denkt dat het tweetal het prijzengeld van maar liefst 60.000 dollar eens flink gaat verbrassen op een welverdiende vakantie komt bedrogen uit. “Dit is natuurlijk een heerlijke opsteker, hier kunnen we weer even mee vooruit. Morgen stappen we alweer in het vliegtuig naar Zwitserland om het volgende toernooi te spelen. Met dit geld en de financiële opsteker van de A-status van NOC*NSF kunnen we hopelijk ons ultieme programma samenstellen qua toernooien. Maar we zijn nog altijd naarstig op zoek naar een hoofdsponsor, hopelijk helpt deze titel daaraan mee.”
Nog nooit kreeg het tweetal zoveel telefoontjes, berichtjes, Facebookberichten en e-mails. “De hele volleybalwereld staat op z’n kop. Zeker nadat de NOS de halve finale via een livestream uitzond en de finale zelfs op televisie te zien was, ontploften onze inboxen. Zelfs de Koning liet via zijn adjudant weten blij te zijn met deze gouden plak. Vanmorgen waren we bij Giel te horen op 3FM, vanmiddag is er zelfs een persconferentie op Schiphol gepland. We worden platgebeld met mediaverzoeken, we verwijzen alles door naar de voorlichter van de bond. Niet normaal dit, echt niet normaal”.