Deze week verscheen de zoveelste opiniepeiling die laat zien dat als er nu verkiezingen zijn, de SP en de PVV de grote winnaars zouden zijn. Dit soort onderzoek toont steeds weer aan dat de regeringspartijen minder populair worden en dat ‘de flanken’ van het politieke spectrum aan populariteit winnen: de PVV aan de rechterkant en de SP aan de linkerkant.
De PVV presenteert zich weliswaar als een rechtse partij aan de rechterkant van de VVD, maar dit geldt eigenlijk alleen voor culturele thema’s. Op economisch terrein heeft de partij een programma wat eerder links genoemd kan worden en overeenkomsten vertoont met de SP. PVV en SP zijn in meer of mindere mate populistisch en hebben diverse programmapunten gemeen (maar niet alle). Zouden er ook overeenkomsten zijn tussen de burgers die op deze partijen stemmen?
Afgelopen jaar studeerde Anne-Marie de Groot aan de Erasmus Universiteit Rotterdam af op een onderzoek naar hoe PVV- en SP-stemmers tegen deze twee partijen aankijken. Het onderzoek laat zien dat PVV-stemmers en SP-stemmers veel overeenkomsten vertonen.
PVV- en SP-stemmers delen zowel positieve als negatieve meningen over Geert Wilders. Zij vinden beide dat Wilders duidelijk problemen in de samenleving benoemt. Maar beide groepen vinden hem ook populistisch, te extreem in zijn uitspraken en denken dat hij verkeerde verbanden legt tussen maatschappelijke kwesties rond integratie en de islam. Ze hebben ook allebei twijfels over zijn oplossingen.
Het belangrijkste verschil is dat SP-stemmers vinden dat de PVV geen idealen heeft en daarom ‘goedkoop’ is. Voor PVV-stemmers is de PVV een protestpartij die tegen de bestaande politiek vecht, waar SP-stemmers de PVV vooral als een goedkope anti-immigratiepartij zien.
Zowel PVV- als SP-stemmers zien de SP als een volkse partij met een sympathieke leider. De SP is een protestpartij omdat deze structurele veranderingen wil en tegen de bestaande politiek ingaat. Beide groepen denken dat de SP aan haar oude idealen vasthoudt. Voor SP-stemmers zijn deze oude idealen ook oplossingen, voor PVV-stemmers niet. SP-stemmers denken dat de SP pas wil regeren als er echt veranderingen mogelijk zijn, PVV-stemmers denken dat de SP gewoonweg niet wil regeren. Zij noemen de SP populistisch, terwijl SP-stemmers daar zelf verdeeld over zijn.
Het belangrijkste verschil tussen de SP- en de PVV-aanhang is dat ze allebei andere gevoeligheden hebben. Bij PVV-stemmers ligt het gevoelig de PVV links te noemen, omdat zij deze term associëren met de PvdA en de multiculturele samenleving. Zij voelen zich vooral niet links en zijn daarom tegen de SP. Bij SP-stemmers ligt het juist gevoelig om de SP populistisch te noemen. Zij associëren de term populisme vooral met de PVV en willen niets met die partij te maken hebben. Het idee dat de SP populisme zou bedrijven ontkennen ze daarom dikwijls in alle toonaarden.
Maar wie langer met PVV- en SP-aanhangers praat, ziet dat de oordelen van deze burgers over beide partijen grote overeenkomsten bevatten. Dat gold al voor de politieke programma’s van SP en PVV, maar het geldt dus ook voor hun aanhangers. Al zullen ze dat zelf niet snel toegeven.
Chris Aalberts is auteur van ‘Achter de PVV: waarom burgers op Geert Wilders stemmen’.