Er staat een groep van dertig luidruchtig lachende meisjes voor de ingang van de fietsverhuur, allemaal een jaar of vijftien à zestien. Ze komen uit Nieuw-Zeeland en zijn in Amsterdam met een schoolreisje van een private school. Omdat een groep van dertig giechelende meisjes een beetje teveel is om veilig mee door de stad te fietsen, splitsen we de groep op. Ik neem er vijftien mee, en een andere tourguide nog vijftien.
De meisjes krijgen allemaal een fiets. Ik laat ze eerst even een rondje fietsen over de stoep, om hun fiets uit te proberen. Maakt de fiets geen vervelend piepgeluid, ligt de ketting er niet af, staat het zadel wel hoog genoeg afgesteld? Het is ook handig om even te kijken of ze überhaupt wel kunnen fietsen. Een meisje weet niet hoe de achteruit traprem werkt en fietst in paniek de weg op. Gelukkig stoppen de auto’s net op tijd en kan ze zichzelf en haar fiets weer gauw de stoep op slepen.
Na enig oefenen – en onophoudelijk gegiechel – gaan we dan eindelijk op weg. De meisjes vinden het super spannend. ‘Gaan we ook naar het red light district?’ vragen ze wel een stuk of tien keer. Natuurlijk! Maar daar komen we pas langs aan het eind van de toer.
Eén van de meisjes is erg geïnteresseerd en fietst een heel stuk naast me mee, in plaats van in het rijtje achter mij aan. Het valt haar op dat er zoveel honden zijn in Amsterdam. In Nieuw-Zeeland zijn er in de stad nauwelijks honden, zegt ze, alleen op het platteland hebben de mensen wel eens een hond. En áls stadsbewoners een hond hebben is dat meestal een kleintje, terwijl er in Amsterdam ook veel grote honden rondlopen. Waar laten jullie al die dieren uit?
We maken een rondje door het Vondelpark. Dat vinden ze allemaal nog wel leuk, maar als we daarna een stukje Amsterdam-Zuid in fietsen beginnen ze een beetje te zeuren. Twee van de meisjes zijn erg moe, ze kunnen écht niet meer doorfietsen. De toer is ondertussen drie kwartier bezig en zou in totaal drie uur moeten duren. Hun lerares, die ook mee fietst, stelt voor dat zij de twee uitgeputte meisjes terugbrengt, zodat ik met de rest van de groep de toer kan afmaken. Er lijkt zo op het eerste gehoor echter niet veel animo te zijn voor dat plan. Het is ondertussen wat bewolkter geworden en eigenlijk zijn alle meisjes hiervoor net een beetje te koud gekleed, in hun korte broekjes. Ze hadden zeker verwacht dat het lekker weer zou zijn in Amsterdam, zonder te weten dat dat hier maar zelden voorkomt.
We kunnen ook met z’n allen teruggaan naar de fietsverhuur, opper ik. Het is jullie toer, als jullie geen zin meer hebben maken we ‘m natuurlijk niet af. De meisjes kijken elkaar een beetje aarzelend aan. “But if we go back now, we won’t get to see the red light district?” roept een stem uit de groep me toe. Het is even stil. Weet je wat, als jullie willen kunnen we onze fietsen terugbrengen naar de fietsverhuur, en vanaf daar nog even naar het red light district lopen. Het is er heel dichtbij! Iedereen is opgelucht.
Even later wandelen we met z’n allen richting de Wallen. Terwijl we erheen lopen vertel ik ze alvast wat over de geschiedenis van de rosse buurt, maar daar zijn ze helemaal niet in geïnteresseerd. De prostitutie, hoe zit het daarmee? Ik leg uit dat dat in Nederland een legaal beroep is, en dat prostituees net als ieder ander belasting moeten betalen.
Het geroezemoes in de groep neemt toe naarmate we verder de kleine straatjes in lopen, de spanning stijgt. “Are many ladies here in Amsterdam prostitutes?” vraagt één van de meisjes opeens. Nou, zó’n gewoon beroep is het nu ook weer niet.
Eigenlijk zijn de Wallen verdeeld in allemaal kleine stukjes: Een stukje met Surinaamse dames, een straatje met homo’s – er staan geen mannen voor het raam, maar je hebt er wel veel gaybars – twee straatjes met travestieten, en de rest van de buurt is voornamelijk gevuld met dames uit het Oostblok.
De meisjes kijken hun ogen uit. Als we het hele buurtje doorgewandeld zijn, zijn ze allemaal een beetje verbaasd. Was dit het? Is het red light district in Amsterdam niet véél groter?
Nee, dit was het. Echt. Maar drie grachtjes en wat steegjes eromheen.
“But…” stamelt een meisje, kennelijk niet tevreden met het hoogtepunt van de dag, “..they’re not pretty at all!”
Marie Hemelrijk studeert in Amsterdam en heeft een bijbaan als Amsterdamse tourguide.